(08) Banneling in België

(08) Banneling in België

 

Carles Puigdemont en zijn gevolg, zijn niet de eerste Catalaanse politici die hun toevlucht zoeken in België. Francesc Macià ging hen voor – bijna een eeuw geleden. Hij was geen president van Catalonië, maar zou het alsnog worden!

Toen generaal Franco na zijn staatsgreep (1936) een onverbiddelijk repressieapparaat inzette tegen republikeinen, linksen van allerlei slag (gemeenzaam en pejoratief “rojos” genoemd), vrijmetselaars, vrijzinnigen, atheïsten en syndicalisten, kon hij zich spiegelen aan een recente voorganger: generaal Primo de Rivera, die op 13 september 1923 de macht overnam en ruim zes jaar lang jacht maakte op iedereen die niet in zijn wereldbeeld paste: republikeinen, linksen van allerlei slag, vrijmetselaars, vrijzinnigen, atheïsten en syndicalisten. Toen al, herbergde Catalonië een geschakeerde panoplie van alle levensbeschouwingen en ideologieën waarmee de Rivera komaf wilde maken. Erger zelfs:  Catalonië herbergde ook nog eens een verscheiden panoplie “catalanistes”, met meer autonomie en een eigen statuut als minimumeis en een eigen Estat Català aan de horizon.

MESTRE 

Het was de tijd dat de republikeinse gedachte en de laïcitat  in Catalonië effectief gestalte kreeg in verenigingen van politieke, sociale en culturele aard - en uiteraard in scholen. De “mestres de la República” zijn tot op vandaag een begrip.  Zij gebruikten moderne methoden (denk aan Francesc Ferrer), onderwezen in de moedertaal (het Catalaans) en vormden moderne, bewuste burgers. Zonder onderscheid tussen jongens en meisjes.  
Ook in Figueres, een Catalaans stadje in het uiterste Noorden, leefde die gedachte.  Eén van die “mestres”, was Rafael Ramis: catalanista, republikein, socialist en vrijmetselaar. Ook in Figueres, sloeg de repressie toe. Ramis en enkele van zijn vrienden, vlogen de gevangenis in. Onder hen bevond zich ene Salvador Dalí, een jonge catalanist en socialist. Toen Ramis vrij kwam, nam hij het zekere voor het onzekere en vluchtte naar Parijs. Sommige strijdmakkers zouden tot twee jaar in de cel doorbrengen.

Ook in Parijs, eveneens in ballingschap, bevond zich de Catalaanse politicus Francesc Macià. “Mestre” Ramis en Macià werden algauw beste vrienden. Macià koesterde plannen om de coup van generaal Primo de Rivera te beantwoorden met een militaire tegenaanval. De plannen klonken simpel: vanuit het Franse bergdorp Prats de Molló zouden zijn troepen de Pyreneeën oversteken en in de Catalaanse stad Olot de republiek uitroepen. Jammer genoeg, kreeg het Franse leger lucht van Macià’s plannen en greep in. De militaire actie die zou plaatsvinden op 4 november 1926, werd een regelrecht fiasco. Macià werd uit Frankrijk verbannen. Hij zocht zijn toevlucht tot België.

VERVOLG

:Primo de Rivera nam ontslag op 26 januari 1930. Daarna, keerden veel linkse catalanisten, zoals Ramis en Macià, naar Catalonië terug. Op 14 april 1931 (toen de Tweede Spaanse Republiek werd uitgeroepen), werd Francesc Macià hoofd van de Catalaanse regering en op 20 november 1932 zou hij tot president worden benoemd. Hij overlijdt op 25 december 1933.

Visca!

© Eddy Bonte www.eddybonte.be. Eerste publicatie in De Groene Belg. Redactie we bsite 10 juni 2019.