Revolutie in de poëzie

LOFREDE OP DE REVOLUTIE IN DE POEZIE
(of omgekeerd)



Er is al veel onzin geschreven over de verhouding tussen de dichter en de samenleving, a fortiori over de plaats van de dichter in de Revolutie, dat het ‘juist daarom de moeite is om er nog eens op terug te komen’, zoals Leo Klatser op licht cynische wijze de bloemlezing “Cubaanse liederen voor soldaten en toeristen” inleidt. Het kan niet duidelijk genoeg zijn of een dichter binnen of buiten de Revolutie staat – en waarom.   

Er was effectief een tijd dat poëten over de revolutie dichtten, omdat ze in de omwenteling geloofden, omdat de revolutie, zoals de poëzie, de maat uit de regel haalt, het graniet van de grammatica splijt, de zinnen verzet; ook omdat ze zelf revolutie voerden, met bloed in de verzen of woorden in de lopen, pal links gericht.

Het was de tijd dat dichters de wereld bezongen en niet zichzelf, de wereld die zou veranderen als we daartoe besloten, de wereld die ons alle vrijheid zou bieden, aan de dichter en de denker, maar vooreerst aan wie de uitdrukking was ontnomen, de ondervoede boer, de armlastige arbeider en hun troosteloze, maar moedige vrouwen en hun skeletkinderen.

Het was de tijd dat de dichter aan de kant stond van verschuiving, verandering en aardbeving. Geen dichter of hij zegt de afspraak af, verbouwt de orde, zet norm om naar vorm met eigen normen – in de dichtkunst en dus in de wereld. Het was een tijd dat dichters door het volk werden geëerd als spreekbuis, een volk dat zijn dichters uit het hoofd kende, van zijn dichters hoopvolle strofen eiste, zoals de dichter zijn volk verwoordde zonder te papagaaien, maar ogen opende en oren spleet met bezwerende regels en ideeën die op rijmen en ritmes bewogen.

Het was een tijd van dichter als uitroepteken, de paniekzaaier met zijn meerduidige beelden, de dichter die zijn eigen maat aanslaat, zijn eigen woorden te boek stelt en zo de technotaal ontmaskert.

Daarom worden dichters, en zangers – die zingende dichters – zodra het Regime een wanklank ontwaart, als eersten de bak in gedraaid, de handen afgehakt, uit het leven gedreven; hun verhogen verzaagd, microfoons verboden, hun boeken gebrandstapeld.

Begeerte had hen aangeraakt.

 

© Eddy Bonte [redactie 08OKT2022, eerste publicatie in UITPERS op 05OKT2022


https://www.uitpers.be/lofrede-op-de-revolutie-in-de-poezie-of-omgekeerd/?fbclid=IwAR25dIdQ3EMbRG3tyBjSJMpWIpByizQ55AhCIojg_AxnycEAaoEG6zbkW6Q

 

Ter illustratie dichtbundels van toen de revolutie nog aan de orde was en de poëzie daarover niet kon en wilde zwijgen.

 

(1) GLORIA GABUARI: Defensa del amor

Gloria Gabuardi:  Defensa del amor

(2) CUBAANSE LIEREN VOOR SOLDATEN EN TOERISTEN
) (2) Cubaanse liederen voor soldaten en toeristen