Pleidooi voor grenzen

Dit is een pleidooi voor meer grenzen. In plaats van steeds meer grenzen te schrappen, zou het verstandiger zijn grenzen toe te voegen. Vooral andere grenzen dan de huidige. Getrokken door andere belanghebbenden dan de huidige. Omdat elders geen meerwaarde voorstelt zonder hier. Omdat de andere ontmoeten onmogelijk is zonder eigen identiteit. Omdat dit alles niet kan gebeuren zonder territorium. Let wel: meer grenzen, geen muren.

DEEL EEN: DE LEUGEN

In dit eerste deel leggen we uit waarom het pleidooi voor steeds minder grenzen een vals en hypocriet pleidooi is. En in geen enkel geval mag worden verward met het – voor ons ware - wereldburgerschap uit de jaren 1960-1970.

In eerste instantie, moeten komaf worden gemaakt de ‘grenzeloze wereld’ van het type Flat earth (Th. Friedman) of  The end of history  (F. Fukuyama). Omdat het  een hypocriet verhaal is. En een regelrechte leugen

1 THUIS IS OVERAL

De grenzeloze wereld die ons elke dag als ideaal wordt voorgehouden roept openheid, uitwisseling en vernieuwing op. Wereldburgerschap zelfs - en wie zou daar nu tegen zijn? Velen onder ons hebben indertijd zelfs op de barricaden gestaan voor het ideaal van een wereldburgerschap zonder grenzen. De hedendaagse predikers van dit exempel echter, doen zelf niet aan grenzeloosheid. Integendeel. Zij zijn overal en altijd thuis. Politici, onderzoekers, hoge ambtenaren en zakenlui die van hot naar her vliegen, komen alleen confraters tegen met wie zij over dezelfde onderwerpen praten in wereldwijd krek dezelfde locaties – van conferentiecentra over hotels tot luchthavens. Deze grenzeloosheid bestaat uit een reeks replica’s van thuis. 

2 WIJ ZIJN OVERAL THUIS

De personen, thema’s, locaties,  evenementen en artefacten – tot het afgeborstelde entertainment van lounges, cocktail bars en escorts toe - zijn  wereldwijd op één en dezelfde materiële en culturele leest geschoeid, onze Westerse leest. En is het materiële product al eens vaker van hén, de culturele inhoud is onmiskenbaar de onze. Op hun  tv-toestel verschijnt ons ‘format’ van wat wij als nieuws beschouwen. In het Mongoolse  conferentiecentrum, prevaleren onze seminarformule en ons concept van kennis en kennisuitwisseling. 

Goed en wel bekeken, draagt zelfs die materiële omgeving onze stempel. ‘Made in China’ betekent precies dat: het is er gemaakt, maar in wezen niet bedacht. De materiële en technologische omgeving die wereldwijd ingang heeft gevonden, is een product van de Westerse samenleving. Deze grenzeloosheid is cultureel en materieel eenrichtingsverkeer. 

3 FLAT EARTH = OUR EARTH

Toestellen zoals laptops en smartphones alleen al beletten dat de reiziger zich werkelijk elders bevindt en met de andere kennismaakt. Wie overal toegang heeft tot het net, bevindt zich nooit in den vreemde. Home is a key stroke away. De computer (en al zijn varianten en afgeleiden) is wel degelijk een product van onze samenleving. Samen met de laptop (smartphone, etc.), draagt de reiziger ook heel zijn denk- en leefwereld mee. Daarom is de ‘flat earth’ niet meer dan onze wereld uitgerold over heel de wereld. Deze grenzeloosheid is niet meer dan een fysieke verplaatsing.

4 VOOR DE ELITE: MUREN

Het valse karakter van al die grenzeloosheid hoeft niet te verbazen, want ook thuis leven de predikers niet in een wereld zonder grenzen. Wel integendeel. Zij trekken zich terug op eilanden en oases, zoals ‘gated communities’, uitgelezen gemeenten in de rand of de betere wijken in de stad. Een artificieel thematisch eiland in Dubai of een villa op Moustique zijn varianten voor de superelite waaraan de modale burger zich vergaapt in Dag Allemaal. Limousines met chauffeur, voorrangspasjes, privéjets, body guards en kantoren op de hoogste verdieping met landingplaats voor de helikopter, behoren tot de accessoires van een omwalde  leefwijze. In de praktijk wordt  grenzeloosheid vervangen door muren.     

5 ECHT WERELDBURGERSCHAP

Niets, maar dan ook niets heeft deze hypocrisie te maken met de open wereld  of het wereldburgerschap die in de jaren zestig de kop op staken in het kielzog van de naoorlogse pacificatie, de marsen tegen de atoombom, het protest tegen de dreiging van een kernwapenoorlog, de solidariteit met onderdrukte volkeren, mei 68, hippie, de opkomst van antimilitarisme, pacifisme en gelijkberechtiging… Het echte wereldburgerschap dat toen opgeld maakte, beoogde tolerantie ten dienste van wederzijds begrip en nieuwsgierigheid op basis van gelijkheid en co-existentie – ook van economische en sociale modellen. In geen geval stoelde dat wereldburgerschap op de ongebreidelde proliferatie van één model (toevallig het onze). Het beoogde al evenmin de “multiculturele samenleving” die we nu kennen omdat het slechts een nevenschikking is die leidt tot steriliteit en vooral omdat multiculti wordt geserveerd als fatum (onontkoombaar en onomkeerbaar, dus in wezen ongewenst), allemaal karakteristieken die haaks staan op de kernbegrippen die het wereldburgerschap van toen schraagden: zelfontplooiing, zelfbeschikking en autonomie. De grenzeloze, multiculturele wereld die  ons  wordt opgedrongen, is zowat het omgekeerde van het oorspronkelijke  wereldburgerschap. 

6 DOGMA & ABSOLUTISME

“Le sans-frontièrisme” (Debray) is inderdaad:

een economisch dogma, verengd tot “de  markt”, dat aan elk democratisch principe ontnapt;  

een dwingende technologie, die het doet voorkomen alsof we allemaal gelijk verbonden zijn in een metacultuur – maar wel volgens onze standaarden; 

een absolutisme, met de Rechten van de Mens als nieuwste equalizer en de pluchenzeteldemocratie als conditio sine que non, het historische vervolg op de universele pretenties van het christelijk geloof als ‘redding’ en van het kapitalisme als ‘vooruitgang’;

een imperialisme, dat onze grenzen continu verlegt en die van de andere indijkt, met de “obligation to intervene” (de verplichting om tussen te komen!) als jongste alibi;  

een vernietigingswapen, dat de wereld homogeniseert door culturen weg te maaien en de natuur te rooien in functie van onze Lebensraum – terwijl de officiële “diversiteit” is versmald tot de huidskleur en “origine” van decoracteurs in tv-soaps. 

Kortom, deze grenzeloze wereld belet wereldburgerschap. 

7 ALTERNATIEVEN ONMOGELIJK

Het pleidooi voor minder grenzen op economisch en financieel vlak, verbergt dat wij steeds meer standaarden opleggen en dat deze standaarden alle vlakken van het dagelijkse leven binnendringen. De export en de verbreiding ervan, tast bijgevolg ook elders alle aspecten van het dagelijkse leven aan en veegt alle alternatieven op de schroothoop van de achterlijkheid, de onaangepastheid, de onverantwoordelijkheid, de minderwaardigheid en het bijgeloof:

Gezondheidszorg: onderlinge bijstand, opvang binnen de clan, eenvoudige en gratis hulpmiddelen, gratis geneesmiddelen en geneeswijzen, nadruk op de psychische kant van een ziektebeeld, het effect van rituelen, enz., worden weggeveegd door ons technologisch en commercieel model van farmaceutica, machinerie en technologie, zoals grote ziekenhuizen in grote steden; 

Moraal: andere intermenselijke betrekkingen dan monogamie (op papier), het mama-en-papa-gezin dat in een monovolume past, het kind-met-rechten e.d., worden verboden of  als achterlijk voorgesteld, bijvoorbeeld polygamie, het kind dat mee arbeidt, de kostwinner die instaat voor een groep familieleden, het uitgebreide gezin met ooms en tantes onder één dak, de levenswijzen binnen een clan of een stam;   

Voeding: eenvoudige, lokale, zelfbereide voeding op kleine schaal, wordt verdrongen door ons industriële voedingspatroon -  hoewel het nefaste karakter ervan is bewezen en het cynisch genoeg gebaseerd is op een teveel; 

Kennis: delen en overleveren van kennis gebeurt naar ons inzicht volgens een model van competitie en persoonlijke merites, in nine to five scholen-met-muren en met gediplomeerde meesters voor de klas - in tegenstelling tot orale cultuur, spiritualiteit, groepswerk of gemeenschapszin;   

Bestuur: een gemeenschap besturen kan enkel volgens ons model van grote, heterogene samenlevingen, dus met politieke partijen, formulieren en stemhokjes, een parlementaire democratie die leeft van tegenstellingen, gesteund door een administratie gehuisvest in torens met airco – met volledige miskenning van lokale overlegstructuren gericht op consensus en homogeniteit, de invloed van wijsheid, plaatselijke verhoudingen of het streven naar stabiliteit en langetermijnvisie.     

KORTOM: de wereld zonder grenzen wordt door de voorstanders ervan enkel beleden, staat  diametraal tegen  het oorspronkelijke idee van wereldburgerschap en verhindert zelfs dat wereldburgerschap zou ontstaan. De open wereld dient blijkbaar enkel voor de vermenigvuldiging van ons economische, technologische en bestuurlijke model. 

DEEL TWEE: DE KLEINSTE GEMENE DELER 

In dit deel leggen we kort uit dat de hypocriete grenzeloze wereld niet enkel in verre landen met een “andere cultuur”, maar ook bij ons aanzet tot een gedrag dat echt wereldburgerschap precies onmogelijk maakt.

Terwijl de hypocriete “grenzeloosheid” onze Lebensraum vergroot en andere culturen en modellen degradeert tot curiosa (Werelderfgoed, culinair toerisme), is de schade ook bij ons niet te overzien. Als maar één model kan bestaan van economie, kennis, onderwijs, mobiliteit, intermenselijke betrekkingen, materiële productie etc., en als dat model derhalve iedereen gelijkschakelt en uitvlakt, dan trekken de mensen zich terug in hun cocon. In tegenstelling tot de ware wereldburger, zoeken deze klonen de kleinste gemene deler op. Want als we niet meer verschillen inzake moraal en ideologie (mensenrechten), economisch systeem (vrije markt), materiële cultuur (auto’s, computers) en intermenselijke betrekkingen - wat onderscheidt in dergelijke constellatie nog een Fin van een Portugees en een Hongaar van een Zweed? Of de Gentse Gentenaar van de Turkse Gentenaar? Dat is  simpel: een taal, wat zeden en gewoontes, een territorium. De optelsom van die restjes wordt heden ten dage “cultuur” genoemd, maar heeft met ware cultuur weinig en met beschaving niets te maken. 

Rond die kleinste gemene deler trekken we grenzen, muren zelfs, ter bescherming en ter verdediging van ons laatste restje “identiteit”, de laatste morzel “verschil”. Die we opblazen, uitvergroten en centeraal stellen. Dit is een conservatieve reflex, die niets van doen heeft met  het oudere ideaal der zelfontplooiing, zelfbeschikking en autonomie van een volk of een individu.

Deze terugval op de kleinste gemene deler doet zich niet enkel voor tussen volkeren of landen, maar ook binnen elke heterogene gemeenschap. Allochtonen zijn op technologisch vlak compleet ingeburgerd. Antwerpse Berbers en Oostendse Pakistani hebben, zoals wij, mobiele telefoons, draagbare dvd-spelers, auto’s en diepvrieskasten. Maar ook zij worden gelijkgemalen door dat ene model. En ook zij zoeken dus de kleinste gemene deler op, de hunne. Die bevat dezelfde elementen als de onze, maar valt nog conservatiever uit door de invloed van het geloof, hun sociale toestand en een in oorsprong agrarische moraal. Régis Debray merkt terecht op dat een ouverture physique (“zonder grenzen”) en een repliement psychique perfect kunnen samengaan.    

De promotoren van de zogenaamde  grenzeloosheid, oogsten bij ook hier, bij hen thuis,  paradoxaal genoeg een roep om verankering, ‘identiteit’, afwijzing, uitsluiting en moreel conservatisme. Enkel zo kan men in het overbebouwde Vlaanderen de belangstelling verklaren voor een tijdschrift als “Nest” of de tv-zender “Country Life”. 

De reden is niet dat slechts enkelen het hebben begrepen en de massa per definitie conservatief reageert. De gedeelde – want gestandaardiseerde - omgeving brengt ogenschijnlijk mensen samen, maar snelwegen en euro’s vergemakkelijken enkel de va-et-vient en niet de ontmoeting. Zoals de hub slechts een passage is en het netwerk een non-lieu. Met een GPS rij ik nooit verloren, maar weet ik nooit waar ik ben. 

Samenbrengen, uitwisselen en ontmoeten die vertrekt van zelfontplooiing, zelfbeschikking en autonomieimpliceert respect voor eigenheid die leidt tot ware diversiteit, tot een waaier aan modellen, tot de vermenigvuldiging van alternatieven. Dat is wereldburgerschap. Wereldburgerschap draait helemaal niet rond de materiële cultuur van nieuwe materialen, chips, computergeleide metrostellen, autosnelwegen, megafabrieken of olieplatforms.

De oefening die grenzeloze wereld of wereldburgerschap heet, speelt zich af in de immateriële wereld.  De wereld van cultuur, beschaving, wereldbeschouwing, taal en moraal. En laat dat nu net de moeilijkheid zijn en dus de ware oefening in tolerantie en het denken in alternatieven. 

DEEL DRIE: MUREN SLOPEN

Een pleidooi voor grenzen kan niets anders zijn dan een pleidooi voor een  territorium en een identiteit: omgrensd, niet ommuurd. 

Dat zijn voor de gemiddelde Vlaming zwaarbeladen begrippen die behoren tot zijn frustratie- en complexenwereld, meer bepaald tot zijn dubbelzinnige sublimatiegedrag van welstellende underdog, zijn zelfkastijding en schizofrene identiteit. Nogal wat “linkse” Vlamingen identificeren zich liever met een supra-entiteit die de geschiedenis tegen heeft en  hen weinig tot niets kan waarborgen inzake autonomie, zelfbeschikking of  emancipatie (België zoals het is), dan met de evidentie zelve, een evidentie waar Basken, Catalanen, Zwitsers, Fransen, Turken, Berbers, Zweden e tutti quanti geen last van hebben – wie wel eigenlijk? – de  evidentie van ergens bij te horen, van ergens te zijn, te beginnen met het ergenswaar men opgroeide, dus met inbegrip van een taal, een cultuur, een afbakening, een geschiedenis, een een organisatie, een sokkel… Als gevolg van die frustraties en complexen,  zong Arno ten faveure van België. En sloot t de Partij van de Arbeid een alliantie met de fascist Abu Jahjah.    

Laten we beginnen met muren te slopen. Wij spreken zo graag over die ene gevallen Muur en doen het voorkomen alsof daarna harmonie is ontstaan. Maar de NAVO- en OESO-predikers van de grenzeloosheid, hebben enkel onze grenzen opgeschoven en die van de anderen ingeperkt. Anschluß: die anderen werden zo een deel van ons, maar wij niet van hen. Ondertussen blijven we stekeblind voor het groeiende aantal muren: tussen Mexico en de VSA, tussen Israël en Palestina, tussen Marokko en het land van de Saharawi. Of vergelijkbare artefacten: de prikkeldraadomheining die de gewezen Spaanse kolonie Marokko scheidt van de Spaanse enclaves Ceuta and Melilla of ook nog de gigantische gracht (120 km. lang en 30km breed)  tussen Griekenland en Turkije. Daarbij verbleekt de Muur van Berlijn zowel qua lengte als aantal slachtoffers (Eduardo Galeano). 

Waar echte grenzen bestaan, hoeven geen muren of grachten te komen. Echte grenzen zijn filters. Ze zijn poreus, oversteekbaar, dynamisch, uitnodigend zelfs. Men kan grenzen verleggen en nieuwe creëren. Wie gaat, kan keren. Wie keert, kan getuigen. Grenzen definiëren, zijn ontmoetingsplaatsen en dus bron van creativiteit of durf.  In de wetenschap is dit een innoverende attitude, daarbuiten betekent het blijkbaar stilstand. Muren daarentegen sluiten uit, hun wezen is immobiel en onveranderlijk. Ze symboliseren angst en geslotenheid. Erger nog: als  muren worden afgebroken, zoals in Berlijn, verdwijnen meteen ook alle grenzen – met de gekende nefaste gevolgen (Gauchet in: Delsol; Houque).  

Laat grenzen ons definiëren, geen muren.

DEEL VIER: DE MYTHE VAN DE DIALOOG TUSSEN BESCHAVINGEN

Wie pleit voor dialoog of integratie, doet er goed aan het onderscheid tussen de materiële kant van de samenleving (technologie, handel…) en de immateriële kant (cultuur, levensbeschouwing) als leidraad te hanteren. Allochtonen en een verscheiden reeks samenlevingen hebben zich de materiële Westerse cultuur eigen gemaakt: niet enkel mobiele telefoons en draagbare telefoons maar ook andere ‘wonderen der technologie’ zoals stuwmeren, raketten, camerabewaking, wolkenkrabber, tanks en nucleaire kernkoppen. 

De materiële Westerse cultuur leidt blijkbaar niet tot een botsing der beschavingen, hoewel ze veel lokale cultuur heeft verdrongen of geliquideerd en het wezen der technologie alleen al sociaal-maatschappelijke kettingreacties op gang brengt. Een koppel blote borsten op een reclamebord wordt onmiskenbaar als Westers en des duivels beschouwd. Nucleaire technologie daarentegen, wordt moeiteloos geïntegreerd. En wanneer ruimtevluchten tot religieuze desoriëntatie leiden – want waar lag Mekka voor de rondtollende islamitische astronaut Sheik Muszaphar Shukor ? – dan zoeken schriftgeleerden oplossingen. Verdoofd ritueel slachten daarentegen, botst op de zogenaamde godsdienstvrijheid.

Zodra over ‘cultuur’ en ‘identiteit’ wordt gesproken, gaan de poppen aan het dansen. De hypocriete elite stelt de multiculturele samenleving dan ook voor als onontkoombaar, onvermijdelijk of onomkeerbaar, en bombardeert mogelijke tegenstanders en critici met “politiek correcte” argumenten zoals antiracisme, gelijkheid (!) of een alinea of twee uit de Verklaring van de Mensenrechten. 

Er moeten echter niet minder grenzen komen, maar meer.

De politiek correcte dialoog tussen beschavingen, wordt door Régis Debray rechtuit een “hedendaagse mythe”,  een “dogma” en het “opium van de elite” genoemd.  In tegenstelling tot het dynamische, overbruggende, ruimtelijke en onomkeerbare karakter van de materiële  cultuur (technologie), staat de lange termijn, de tijdsduur, het immateriële van cultuur. Cultuur is wat onze identiteit bepaalt en dus tot fricties kan leiden met de andere. Om echte dialoog mogelijk  te maken, moet elke partij eerst zijn eigenheid en dus de verschillen oplijsten.

Daarna kan men twee richtingen uitgaan.

1 Wie zijn identiteit superieur acht en zich derhalve afsluit door de andere uit te sluiten, is niet vatbaar voor grenzen, enkel voor muren. Dat is het rechtse discours van de meeste  nationalisten en wat de Fransen “communautarisme” noemen. Dan spreekt men van  ‘gevoeligheden’ en de ‘onaantastbare’ specificiteit. In wezen, ontzegt men aldus de andere zijn identiteit en herleidt men hem tot Untermensch.  

2 Wie daarentegen zichzelf niet superieur acht en dus nieuwsgierig kan zijn naar de constituerende elementen van andermans identiteit, zal geen muren optrekken. Wel om grenzen vragen. Niet om daarna alles door de mixer te halen, maar net om zichzelf en de andere in zijn eigenheid te kunnen laten vanuit het eerste principe van de mensenrechten, namelijk de gelijkwaardigheid van mensen. 

Diversiteit wordt niet bevorderd door uitbreiding van onze materiële cultuur, want die doet net het omgekeerde: gelijkmaken en homogeniseren tot een geactualiseerde versie van de eendimensionale mens. 

De paradox blijft, zoals het een paradox betaamt. We blijven met het verschil dat ons bepaalt en tegelijk tot botsingen kan leiden. Debray pleit ervoor om bruggen te slaan;  niet om de multiculturele samenleving te installeren, maar om de diversiteit, dit is de waardering voor het verschil,  in co-existentie te bewaren. Diversiteit betekent waardering van het verschil en staat dus recht tegenover de superioriteit en de agressie die blijkt uit termen zoals “clash of the titans”, “botsing der beschavingen” of “achterlijke culturen”. Net als grenzen, roepen deze bruggen ook op tot een bevraging van de eigen identiteit.

Bruggen zijn dringend nodig, want  de “grenzeloze” economische globalisering, de tanks en vliegtuigen die onze devoir d’ingérence vervullen in naam van de vooruitgang en de mensenrechten, en de ontwrichting van talloze weerloze gemeenschappen, geeft vrije baan  aan integrisme, nationalisme en een ethische flashback. Hierdoor komt ons principe van diversiteit in co-existentie op de helling te staan. Strijd voor het culturele verschil en identiteit, bijvoorbeeld bescherming van de  moedertaal of  levensbeschouwing, worden dan geassocieerd met achterlijkheid en fanatisme. 

DEEL VIJF:  OMHEINING EN BODEM

Een grens veronderstelt een omheining. Een omheining is een noodzaak in plaats, maar ook in  tijd. Geen enkele gemeenschap kan zonder. Als de gemeenschap verbrokkelt, trekt men zich terug op de kleinste kern: een gezin, onder welke moderne vorm dan ook, omheind door een individuele omheining: een huis. Het hele toneeloeuvre van Harold Pinter is gebaseerd op deze ultieme territoriale en temporele omheining. Marketeers verkopen deze angst als cocooning. Gemeenschap, dorp, natie, staat, confederatie: de  omheining in plaats en tijd  is er een constituerend onderdeel van, geen overbodigheid. De Amerikanen botsten tijdens WOII op de heilige grond van de Japanners, de Engelsen op die van de Aboriginals en de Europese kolonisten op die van de Indianen. De gewijde plaats is tevens een gewijde tijd. 

Wanneer men de tijd en plaats veronachtzaamt door ze liquide te maken, verbrokkelen gemeenschappen en zijn gedwongen migratie, ontheemding en vluchtelingenstromen ons deel. De liquide samenleving maakt brandhout van de elementaire mensenrechten die wij beweren te verdedigen (Zygmunt Baumann).

De huidige technologie laat toe om plaats en tijd van elkaar los te koppelen en ze daarna te doen samenvallen. Zo verloopt de globale samenleving in real time, overal, voor iedereen en op continue wijze. Deze loze wereld leidt tot desoriëntatie, uitgezonderd voor de elite die de val kan ontlopen omdat ze zelf het systeem bedient – en voor de neurotici. (Paul Virillo). 

Op basis van een reeks ex nihilo’s, kan geen universaliteit of internationalisme worden opgebouwd. 

EEN CASE: GARDAREM LO LARZAC! 

Om aan te tonen dat opkomen voor zijn territorium niet noodzakelijk van nazistische gedachtegoed getuigt, zoals zoveel Vlamingen lijken te denken, kunnen we het voorbeeld van de Larzac aanhalen. De decennialange strijd voor het behoud en vrijwaring van de Larzac, een kalksteen plateau in het zuiden van Frankrijk waar de Tempeliers ooit heer en meester waren, is door een brede beweging van alles wat zich links, ecologisch, andersglobalist en alternatief noemt (en nog veel meer) altijd beschouwd als een oprechte en legitieme eis.  Die verwoorden ze ook nog eens in hun taal, het Occitaans: Gardarem lo Larzac!

Zo’n veertig jaar terug, wilden de Larzaciens geen grond afstaan  voor de uitbreiding van een militair kamp. Dat was een behoudsgezinde, corporatistische en egoïstische opstelling.  De steun die de boeren kregen, vooral van jongeren buiten de Larzac, ging echter om antimilitarisme en dat leidde tot zelfreflectie over het territorium en de identiteit. De strijd tegen onteigening zouden de boeren verloren hebben, de ontwikkeling van een alternatief echter bezorgde hen de overwinning.  En zo komt het dat de Larzaciens de voorbije vier decennia met succes streden tegen de Franse staat die het militaire kamp wilde uitbreiden, voedingsgiganten die er GGO’s wilden planten en nu de energiereuzen die de leisteen willen ontginnen. Onder leiding van José Bové, de bekendste boer van de Larzac, ontwikkelden de een reeks alternatieven:  zonne- en windenergie, biologische voedingsproducten, biologische landbouw,  allianties met volkeren die ook voor hun territorium opkwamen. Een bbq met producten van eigen streek brengt ook wekelijks honderden mensen samen rond politieke statements, muziek en kunst.

Gardarem lo Larzac! herinnert ons aan de breuk tussen het individu en zijn territorium, een beweging die in Europa al een paar eeuwen aan de gang is en faliekant dreigt af te lopen nu het ultieme symbool van die beweging, de grootstad, niet meer onder controle is van de elite (de heren, de poorters en de bourgeois) die er haar macht (parlement, justitiepaleis),  lucratieve activiteiten (ambachten, fabrieken, kantoren) of ontspanning (opera) concentreerden, maar verworden is tot een conglomeraat van een identiteitjes die er zich kunnen verschuilen en zo alsnog een schijn van eenheid wekken. Het aantal nationaliteiten, culturen en talen dat in Gent, Antwerpen of Luik aanwezig is, soms sinds decennia, resulteert in de verste verte niet in een ‘gelaagde’ Gentenaar, Antwerpenaar of Luikenaar. Uit deze  multiculti springt geen dynamiek voort, enkel een parataxis van gesloten, gereduceerde en derhalve negatief ingevulde identiteiten. 

Het zou een mensenrecht moeten te zijn te daar te kunnen verblijven waar men als lid van een gemeenschap al eeuwen verblijft. En het zou een schending van dat recht moeten zijn wanneer men de grond van een gemeenschap afneemt. Niet alleen is het een schande dat Westerse kolonisten volkeren hebben geknecht en uitgemoord, het is een even grote schande dat honderden ontelbare territoria werden toegeëigend die al eeuwen aan gemeenschappen toebehoorden. 

Uitgaande van dit principe alleen al, kunnen veel grenzen worden hertekend. 

DEEL ZES: IDENTITEIT 

We behandelden zonet het eerste Vlaamse taboe: het territorium. Laten we nu iets zeggen over het tweede "taboe": de identiteit. 

Het grenzeloze Europa heeft in enkele jaren geleid tot het grootste succes van uiterst rechts sinds het einde van WOII. Het verband is direct en causaal. Is het daarom nog geen pleidooi voor de terugkeer naar gesloten samenlevingen die hun identiteit puurden uit de vijand (de natiestaten), quasi religieuze begrippen (het vaderland) of de bedrieglijke utopie van Blut und Boden, het staat in elk geval vast dat  andere grenzen gewenst zijn. En dringend. In plaats van vast te houden aan de verstarde mythologie van de nationale staat, die voortdurend verwijst naar een gemeenschappelijk verleden en een abstracte verbondenheid, opteren we voor het criterium nationale identiteit als dynamisch en consistent begrip. “Nationaal” kan verwijzen naar een volk (Basken), een gemeenschap (Rom), een klassieke natie of dito staat (Frankrijk).

Wat Vlaanderen aangaat, kiezen we dus niet voor de mythologie (1302 en het roemrijke verleden), de abstracte verbondenheid (“Wees Vlaming die God Vlaming schiep”) of het antagonisme (de anti-Waal als kern van Vlaming-zijn). Niettemin bestaat er zoiets als de Vlaamse taal en cultuur en die is gelieerd aan een “omheining”, een grens die plaats en tijd definieert. Het is dus hypocriet niet te willen spreken van een territorium of een geschiedenis . 

Identiteit is een dynamisch begrip, omdat het volk of de gemeenschap in kwestie zich op gezette tijden moet herdefiniëren tegenover de andere, te beginnen met de buren. “Vlaming zijn om Europeeër te worden” (A. Vermeylen)  illustreert perfect deze dynamiek (Kastoryano).

Identiteit is een overkoepelend begrip, dat de persoon en de gemeenschap omvat in velerlei aspecten. Het gevaar duikt dan op  wanneer identiteit wordt gereduceerd tot één of een paar karaktertrekken, bijv. religie of etnie. Het probleem van de Rom is niet zozeer dat ze geen territorium hebben (in feite hebben ze vele territoria, zoals elke diaspora), noch dat ze zich opwerpen als uitzondering, maar wel dat ze een te smalle identiteit hanteren: de etnie. Deze eigenschap overvleugelt alle andere, zodat de Rom hun etnische identiteit als tegengesteld zien aan burgerschap. Hetzelfde probleem doet zich voor wanneer men opkomt als “de moslimgemeenschap”, “de Joodse gemeenschap”,  met abstractie van andere kenmerken.

In deze mate dat een individu een politieke, sociale en cultureel-persoonlijke identiteit kan bezitten bijv.: (resp. burger van een land; lid van een vakbond of een genootschap; als homo of marxist), zo ook bezit een gemeenschap of een confederatie van gemeenschappen een samengestelde identiteit. 

In onze  West-Europese gemeenschap, die al eeuwen heterogeen is (en niet sinds de komst van zogenaamde andere culturen),  bezit elkeen meer dan één identiteit: een politieke, een sociale en een cultureel-persoonlijke. Zo ook heeft een gemeenschap een samengestelde identiteit. 

Een individu is eerst een burger: dat is zijn politieke identiteit met bijhorende organisatie, rechten en plichten, bijv.  stemrecht, gelijkheid voor de Grondwet;

Hij is daarnaast, bijvoorbeeld, een werkman: dat is zijn sociale identiteit, met bijhorende organisatie, rechten en plichten: hij is een vakbondsman die mag staken of onderhandelt met de werkgever. Dit is een aanvulling op de politieke identiteit en is er niet mee in tegenspraak. Hij blijft eerst burger, conditio sine qua non van zijn sociale identiteit;

De burger bezit tot  slot een “culturele” identiteit (A. Touraine): hij is homoseksueel, vrijzinnig, hippie, veganist. Dit is een aanvulling op de politieke en sociale identiteit en is er niet mee in tegenspraak. Hij blijft eerst burger, conditio sine qua non van zijn sociale identiteit;

Zo is het ook met een gemeenschap: Vlaanderen is een territorium, een staatsstructuur, een taalgemeenschap, een geschiedenis, een culturele canon – uiteraard dynamisch.  Men kan het ook ex absurdo aantonen:  de Willl Tura’s en Arno’s onder ons die aan Belgavox meedoen, meten zich meteen een supra-identiteit aan, in casu een  Belgische. Maar wel een identiteit. Eveneens ex absurdo: ik ken geen Vlamingen die Rubens een nul vinden, Vesalius een kwakzalver of Mercator een bedrieger . Ik ken veel Vlamingen die in het buitenland trots zijn op Eddy Merckx  en beschaamd over Leterme of een Dutroux.  En zich stukjes van andermans identiteit aanmeten, in casu een Belgische of toch supra-Vlaamse: Philippe Gilbert, Adolphe Sax, Hergé…

De identiteitsproblemen beginnen wanneer men de volgorde niet respecteert  (politiek – sociaal – cultureel ) en-of de complementariteit veronachtzaamt, zo de identiteit reducerend tot één of een paar kenmerken die daarna worden uitvergroot tot nucleus. 

Wie eerst en-of  enkel over zichzelf spreekt als een  “een minderheid”, een boeddhist, een Joodse Antwerpenaar,  een obesitaspatiënt, een vegetariër, een Hell’s Angel, etc., en daardoor  meent rechten te kunnen afdwingen (zelden plichten!) als burger, slaat de bal volkomen mis. Daarom mondt de vermenigvuldiging van belangengroepen niet uit in democratische vooruitgang, maar enkel in een versterking van vele eigenbelangetjes en kleinschalig corporatisme. De volgende stap is namelijk dat zo’n “identiteit”  moet worden gelijkgesteld met échte identiteiten en daarna dat ze wordt beschermd, voorrang krijgt, subsidies ontvangt en verder mag vegeteren zonder interactie met de rest van de samenleving. 

DEEL ZEVEN: HET VERZET

Tijd voor het alternatief. Dat bestaat uit twee delen: enerzijds verzet, anderzijds de uitbouw van andere grenzen gebaseerd op andere criteria voor andere belangen en andere belanghebbenden.

Eerst het verzet. Het wordt dus tijd om het verzet te organiseren.  Wat te doen?

Het verzet tegen de homogenisering, waarbij het persoonlijke enkel slaat op de binnenbekleding van uw massaal geproduceerde personenwagen en de overeenkomst  van de badkamertegels met uw persoonlijkheid. 

Het verzet tegen de pseudo-diversiteit van de “culturele achtergrond” van nieuwslezers, acteurs in debiele soaps, presentatrices van zielige spelletjes… en voor de ware diversiteit: van kwaliteitsverschillen, van oriëntatieverschillen, van fundamenteel andere inhoud, van paradigma’s en concepten. Waar is de emancipatie wanneer Gentse Turken en Luikse Italianen positief gediscrimineerd worden om mee te spelen in debiele “reality”-reeksen? 

Het  verzet tegen de blender. Laten we het verschil benadrukken en, zoals Debray suggereert, nu en dan op één oor doof zijn. De ingrediënten respecteren. De producent van “Midsomer Murders” , Brian True-May, werd geschorst omdat hij verdedigde waarom in zijn reeks alleen maar blanke Engelsen voorkomen om aldus het Engelse platteland symboliseren. 

Het verzet tegen de farizeeërs die in naam van nep-gelijkheid, verschillen wegpraten die er wel degelijk zijn: tussen de stad en het platteland, tussen een man en een vrouw, tussen een Eskimo en een blanke Canadees, tussen West-Vlaams en Algemeen Nederlands, tussen IQ 135 en IQ95, tussen ASO en BSO, tussen een Romaanse kapel en de  Blauwe Moskee, een echte documentaire en infotainment, tussen Luc Tuymans en de toeristenportrettist op Montmartre, ja tussen de zwarte medemens en wij. De slachtoffers van die egalitaire preken zijn bekend: de minst weerbaren die zichzelf verloochenen en de farizeeër volgen, zoals de zwakkelingen naar Zaratoestra opkijken. Het kanonnenvlees. Maar verschil wil niet zeggen superioriteit. Een drempel wil niet zeggen onbereikbaarheid.

Het verzet tegen die ene wereld, die hypocriete oecumene, en pro vele werelden.

Het  verzet tegen de afhankelijkheid, die er niet op vermindert als ze wereldwijde onderlinge afhankelijk wordt: afhankelijk van  voedsel, energie, werktuigen (computers), grondstoffen, brains zelfs (de “excellentie” van onderzoek). 

Het verzet tegen het gebrek aan afstand, die ons weerloos maakt (real time).

Het verzet tegen de tirannie van “het mogelijke = het noodzakelijke”: niet alles wat technologisch mogelijk is, is nastrevenswaardig. Als al het mogelijke ook wordt gerealiseerd, waar is dan de oriëntatie, de strategie en dus de weloverwogen keuze?

Het verzet tegen het onvermijdelijk en onontkoombaar geachte onder het motto “of we dat nu willen of niet” (de ultieme  legitimatie van de vluchtelingenstromen, de multiculturele samenleving, de snelle technologische veranderingen).

Het verzet tegen de inkrimping en een campagne voor de uitbreiding van: talen, zeden en gewoonten, vervoerswijzen, eetculturen, communicatievormen, geneeskundige praktijken, menselijke  verhoudingen, informatiedragers, culturele varianten, biodiversiteit, niches, oases en habitats. 

Omdat ik recht heb op grenzen als ik iemand wil zijn.  Recht op afstand  als ik mezelf wil evalueren. Recht op een plaats als ik mezelf wil definiëren.

Zegt Debray: “Une frontière reconnue est le meilleur vaccin possible contre l’épidémie des murs” (“Eloge des frontières”, p. 90). 

KLAD VANAF HIER red. 31JAN2012

DEEL ACHT: DE ALTERNATIEVEN

Uit al dat verzet, kan een gevarieerde reeks alternatieven worden afgeleid. Opgebouwd rond de begrippen zelfontplooiing, zelfbeschikking en autonomie. 

Zij hebben tot doel gemeenschappen uit te bouwen die waarlijk democratisch zijn,  d.w.z. effectief  worden bestuurd door de leden van de gemeenschap en niet via delegatie. Hoe kan één persoon via delegatie nu 200 miljoen of een miljard mensen vertegenwoordigen? Hij vertegenwoordigt hoogstens ’s lands belang, d.w.z. ’s lands heersers.  Ware democratie betekent: betrokkenheid, samenspraak, participatie. Binnen kleine gemeenschappen maakt democratie meer kans.  Dat was de bedoeling van de vele gemeenschappen die ontstonden in het kielzog van hippie en mei 68, maar ook bij andere, vroegere utopische denkers.

Dergelijke gemeenschap is zelfbedruipend en trekt dus economische grenzen: dat  een voedingsgigant verdient aan de import van boontjes uit Afrika en dat daardoor Afrikanen  werk hebben, lijkt me onvoldoende als verantwoording: de afhankelijke en vervreemde Afrikaan (‘dépaysagé’) voedt hiermee enkel een valse behoefte. Autarkie is gesloten, zelfbedruipend is open en het gevolg van verantwoordelijkheid en autonomie. Zelfbedruipend zijn is een oud ecologisch principe dat in onze liberale wereld wordt afgedaan als achterlijk, niet-competitief en autarkisch. Leg mij eens uit waarom de regio Sint-Niklaas peren uitvoert naar China en ik in de GB van Sint-Niklaas peren moet kopen uit Frankrijk. Waarom Catalonië appelsoorten uitvoert naar Europese landen die dezelfde variëteiten kweken, maar waar de oogst… een maand (!) later valt. Waarom ik in Gavere geen plaatselijk bronwater kan krijgen, terwijl de streek stikt van de bronnen. Meer zelfbedruipend: niet onder dwang van schuldbesef over onze ecologische voetafdruk, maar omdat het een logisch principe is dat ingaat tegen afhankelijkheid en voortvloeit uit autonomie. 

Zo’n gemeenschap draagt verantwoordelijkheid voor zichzelf   i.p.v. het nieuwe credo “of we dat nu graag hebben of niet” aan te hangen. De fruitpluk kan niet zonder buitenlanders (Andalusië, Vlaanderen…),  terwijl vacatures voor ongeschoolde arbeid massaal open staan. In een kleinere gemeenschap zou dit niet worden getolereerd, maar beschouwd als profiteren. In Catalonië is 19% van de actieve bevolking werkloos, maar loopt de appeloogst “gevaar” wanneer er onvoldoende Roemenen op af komen en/of wanneer de pluk samenvalt met de ramadan (zoals in 2011). 

Dergelijke gemeenschap is samenhangend en coherent: geen samenraapsel van 170 nationaliteiten waarmee niets wordt aangevangen omdat ze naast elkaar lopen en deels onverenigbaar zijn.  Een territorium en een identiteit, dat is: ‘terroir’, klimaat, levensomstandigheden, mentaliteit, cultuur, taal, levensbeschouwing. Men moet de Amazonevolkeren gerust laten in hun globaliteit. Hun woongebeid is niet enkel een kwestie van opmeetbare hectares en detecteerbare grondstoffen. Hoeveel zijn de voorouders waard uitgedrukt in vierkaren meter? Zij moeten niet naar een parlement op onze leest geschoeid. Evo Morales herstelt de eeuwenoude “democratie” die nog gebruikelijk is bij bepaalde indianenvolkeren. Vlaanderen is niet enkel grond, niet enkel een taal, niet enkel een verleden, niet enkel een culturele canon…

Zo’n  gemeenschap is authentiek. Waarom moet iedereen leven zoals wij? Denken zoals wij? Onze werktuigen gebruiken? Volgens ons waren er maar twee mogelijkheden, kapitalisme of communisme. Dat was al een serieuze vergissing.  En nu is er maar één model, dus in wezen géén model. Men moet met twee zijn om te vergelijken en met drie om op te bouwen. Geen varianten op het Westerse model (India) en evenmin interne varianten op een cultureel dominant model (“Vlaamse” soaps zijn gewoon soaps).

Zo’ gemeenschap is fysiek.  Een vraag: in welke mate valt de voorkeur voor het virtuele en dus de afbouw van het fysieke en de fysieke aanwezigheid samen met de Westers-christelijke en de Oosters-islamitische afkeer van het lichamelijke? Alles kan, behalve de aantrekkingskracht van de fysieke ontmoeting (dat is sex, porno of in ‘t beste geval erotiek). De virtuele wereld met virtuele ontmoetingen en virtuele financiële markten blijven echter sowieso voor werkelijke schade zorgen, ook als we ze “collateral” noemen. In Libië vielen  echte bommen die echte lichamen verminkten en die echt stonken in de straat… Laten we meer contact houden, het fysieke opwaarderen.

Zo’n gemeenschap bouwt op. Laat ons afstappen van het goedkope antagonisme, wat in het parlement of de gemeenteraad enkel leidt tot spelletjes die de democratie torpederen en de burger doen walgen. Er bestaan veel manieren om te overleggen en tot besluitvorming te komen, de formule “meerderheid-tegen-minderheid gebaseerd op antagonisme”  is versleten en zeker niet exporteerbaar. Niet omdat “links” en “rechts” loze begrippen zouden zijn, wel omdat we de representatieve fase sinds mei 68 voorbij zijn. Wie de democratie organiseert als een boksmatch, krijgt enkel toeschouwers – en enkele bookmakers. 

Zo’n gemeenschap plaatst zichzelf buiten het instrumentele: onlangs stelde de BBL een “tool” voor om de waarde van ecologische systemen te meten. Zo zou elk bos een zekere waarde krijgen. Dat doen we al met lucht en we kennen de gevolgen: handel in emissierechten. We moeten ook stoppen met de economische versie van l’art pour l’art: brengt een activiteit iets op, dan is dat gelegitimeerd.  Daarom is de ‘waarde’ van de vernietiging van het Amazonewoud en enkele duizenden Indianen ondergeschikt aan de vele arbeidsplaatsen en de productie die deze vernietiging en genocide met zich mee brengt. Zoals een oorlog. 

EDDY BONTE (red. 01feb2012) 

Een licht verschillende versie verscheen eerst in de De Groene Wereldburger, een speciale editie van e-krant De Groene Belg, nr. 630, van 17 december 2011. INFO  [email protected]

ALGEMENE LECTUUR & REFERENTIES

Baumann, Zygmunt: Le présent liquide. Peurs sociales et obsession sécuritaire, Ed. du Seuil, 2007.

Bellon, André, e.a.: Mémento du républicain, ed. Millet et une nuits, 2006

Debray, Régis: Un mythe contemporain: le dialogue des civilisations, CNRS Editions, 2007.

Debray, Régis: Eloge des frontières, Gallimard, 2010. 

Delsol, Chantal, e.a.: L’universel & la politique des identités, Ed. de l’Eclat, 2010.

Friedmann, Thomas: The World is Flat (2005, vertaald)

Fukuyama, Francis: The End of History (1992, vertaald  als “Het einde van de geschiedenis en de laatste mens”)

Houque, Patrick (éd.): Le Territoire. Des espaces et des hommes, Collection “Regards maçonniques sur”, Erasme Editeur, 2002.

Lucia: Les Lumières contre elles-mêmes? Avatars de la modernité?, ed. Kimé, 2009

Touraine, Alain: Un nouveau paradigme. Pour comprendre le monde aujourd’hui, Fayard , 2005.

Virillio, Paul: La vitesse de libération, Galilée, 1999. 

Virillio, Paul: Ce qui arrive, Galilée, 2002.

Virillio, Paul: Ville panique. Ailleurs commence ici, Galilée, 2004.

REFERENTIES DEELONDERWERPEN

Muren
Galeano, Eduardo, Behind the Moroccan Wall of Shame, in: : Mail & Guardian Online, June 5 2006, www.mg.co.za         

X.: Grècia construeix un fossat a la frontera amb Turquia, in: El Punt Avui, 5 d’agost 2011.

Identiteit en nationalisme

Kastoryano, Riva: L’Europe face aux intégrismes, in: Le Monde, 26 octobre 2010. (identiteit als dynamisch begrip).

Autonomie

Smeysters, Henk: “Autonomie. Hoe word ik een persoonlijkheid in een turbulente wereld, Garant, 2011, gaat over valse, want in zichzelf gekeerde en niet-communicatieve autonomie die er eigenlijk geen is.

Valls Torruella, Neus: Assistencialisme pels pobres, opressions modernes, in: Directa, 23 noembre 2011, legt uit hoe Amazonevolkeren onder Kirchner insitutioneel “hulp” ontvangen en aldus worden aangemoedigd om hun territorium en zelfredzaamheid (ze leefden van jacht en pluk) op te geven. De auteur noteert: “S’evapora totes les pràctiques autogestionades i comunitàries”. 

Alternatieven

Galand, Pierre: Y aurait-il une mondialisation vertueuse et une globalisation perverse?, in:  Espace de Libertés, nr. 400, september 2011.
De Spaanse gemeente Marinaleda draait al 32 jaar op basis van zelfbeheer, zie bijvoorbeeld El 15-M busca soluciones en Marinaleda, in: Pùblico, 27 november 2011.

Economie-Wereldpolitiek

Herrera, Joan: Mercadocracias, in: Pùblico, 25 de juliol 2011.
Hidalgo, Diego: Crisis, culpables y soluciones, in: El País,7 de Julio 2011.
Innerarity, Daniel & Solana, Javier: La humanidad amezanada, in: El País, 12 de Julio, 2011.
Michéa, Jean-Claude: Le complexe d’Orphée. La gauche, les gens ordinares et la religion du progrès,  ed. Climats, 2011 (zoals gerecenseerd in Philosophie Magazine, september 2011)
Sen, Amartya: L’euro fait tomber l’Europe, in: Le Monde, 4 juillet 2011.

Globaal en lokaal

“L’universel permet d’émanciper le particulier”, in: Bellon, André, e.a.: Mémento du républicain, ed. Millet et une nuits, 2006, p. 48.
Gauchet, Maurice: “L’enjeu de la reconnaissance, c’est l’interconnaissance, c’est la perméabilité des identités singulières les unes pour les autres, leur ouverture les unes sur les autres”, in: Delsol, Chantal, e.a.: L’universel & la politique des identités, Ed. de l’Eclat, 2010, p. 24.

Gezondheid

Laia Bruguera: La tradició remeiera dels Pirineus es posa al dia, in: El Punt, 4 juliol 2011 (over de etnobotanica van de Catalaanse Ana Sirvent).
Smedts, Sjouke: Westen exporteert diabetes en obesitas, in: De Morgen 27 september 2011.

Monoculturaliteit

Carod-Rivera, Josep-Lluís: Ara, contra l’occità, in: El Punt Avui, 31 de juliol 2011. (weerstand van Madrid tegen erkenning van een minderheidstaal). 
X.:  Producer ‘Midsomer Murders’ op non-actief na racistische opmerkingen, in: De Morgen, 16 maart 2011 (het racisme in kwestie: volgens producer True-May is de “Englishness” de sleutel tot het succes van de serie, die overigens ook populair is bij  etnische minderheden). 

Multiculturaliteit

Roche, Mare: Londres, un modèle de mixité urbaine fragilisé par la crise économique, in: Le Monde, 11 août 2011( over de juxtapositie van culturen)
Delputtte, Lode: Europalia 2011 zet diversitit van Brazilië centraal, in: De Morgen, 20 september 2011, is een sterk staaltje van newspeak: in Brazilië worden culturen al eeuwen uitgeroeid omwille van het gewin. Het “erg afwisselend land” met een “dynamische, fors door de moderniteit getekende cultuur”, slaat dan helaas, enkel op de officiële Cultuur. 

Arbeid en geïmporteerde werkkrachten

Bosch, Emma: Commença la campanya de recollida de poma a Girona, in: El Punt, Avui, 5 d’agost 2011.

Puig, A. & Torrents, J.: L’atur cau a Girona en 1.000 persones I deixa la taxa al 21,6%, in: El Punt 30 de juliol 2011. 

X.: La recollida de poma perilla si no es poden contractor romanesos, in: El Punt, 30 de juliol 2011.

Territorium

Jong, Esther de: In Papua blijft men streven naar autonomie, i: Trouw, 8 november 2011

Rouaud, Christian, over de film Tous au Larzac: “Rarement un conflit social aura été à ce point ancré dans une terre, rarement un lieu de lutte aura attiré autant de gens sur quelques km2”,  in:  Gardarem lo Larzac, nr. 299, mai-juin 2011. 

Vilanova, Santiago: Revolta a la conca del Xingù, in: Présencia 29 de juliol – 4 d’agost 2011 (bijlage bij El Punt). 

X.: “Opnieuw hoogradioactief afval door Vlaanderen”, in: De Morgen, 11 oktober 2011. 

Integratie en materiële cultuur

Islamitische astronaut: http://www.wired.com/science/space/news/2007/09/mecca_in_orbit