Multiculturele Mercedessen

1 Kunst en Cultuur

Als multiculturalisme blijkt te werken, komen de voorbeelden telkens opnieuw uit  de wereld van kunst en cultuur, zoals scholieren die samen een toneelstuk opvoeren of het fameuze West-Eastern Divan Orchestra van Daniel Barenboim waarin zowel Israëlische als Arabische muzikanten spelen. Dat hoeft niet te verbazen, want onze materiële cultuur is nu eenmaal ongeschikt om mensen dichter bij elkaar te brengen.

2 Gedeeld materialisme

Vluchtelingen, vreemdelingen en migranten van waar dan ook, komen niet naar Europa afgezakt voor onze gerenommeerde gastronomie, wereldberoemde middeleeuwse stadskernen of hooggewaardeerde picturale traditie. Ze komen integendeel voor een ‘beter leven’, zoals dat sinds kort heet. Dat beter leven blijkt te bestaan uit huizen, auto’s, digitale toestellen, huishoudapparaten en andere uitingen van onze welvaart, dit wil zeggen van onze materiële cultuur, of nog preciezer: van onze materialistische cultuur.
Dat zo’n ‘beter leven’ voor velen blijft steken bij een streven, doet niets af aan de beweegredenen.  
Op dat vlak, blijken geen onverenigbaarheden te bestaan. Roma’s, Afghanen, Eritreeërs  of Ghanezen – allen aanvaarden snel en probleemloos onze materiële cultuur, hoe Westers en modern ook. Bij mijn weten bestaan geen minderheden die het gebruik van auto’s of smartphones op religieuze gronden veroordelen, culturele bezwaren zouden koesteren tegen wegwerpkledij uit ‘emerging countries’ of om etnische beweegredenen van leer trekken tegen het gokkapitalisme. Integendeel: geen Turkse Gentenaar die niet naar het laatste model van Mercedes verlangt, geen Sri Lankaan die satelliettelevisie weigert. 
De Westerse materiële cultuur, ons zuiverste materialisme, wordt niet gecontesteerd, maar is integendeel bijzonder gegeerd en wordt probleemloos gedeeld. 
Dat is niet enkel  de reden waarom al deze mensen komen, maar ook waarom ze willen blijven. 

3 Liberaal consumeren

Hoewel onze materiële cultuur probleemloos wordt gedeeld, brengt ze mensen van verschillende komaf absoluut niet samen, komt er geen multiculturalisme uit voort. Hoe kan je die paradox verklaren?   
Een eerste reden lijkt me dat ons materialisme in wezen bestaat uit consumentisme, dit is egoïsme gekoppeld aan passiviteit. Consumeren is consumeren, ecologische en prijsbewuste varianten à la Veggie Day en Testaankoop ten spijt. 
Een tweede reden, heeft te maken met het monopolie van het liberaal kapitalisme: één type economie met  één type bankwezen. Het enige alternatief dat hier ooit voet aan de grond kreeg, dat van de  coöperaties, is al lang gesneuveld. 
Ik ken geen migranten, vluchtelingen, vreemdelingen of vierdegeneratiebelgen die als dusdanig, vanuit hun etnische en culturele achtergrond, een economisch alternatief voorstaan.  

4  Samen artistiek creëren

Wat mensen met verschillende achtergronden daarentegen wel samenbrengt, is kunst en cultuur. Dat is zo mogelijk een nog grotere paradox, want daarin verschillen mensen precies heel erg van elkaar. Chinese en Europese muziek, Afrikaanse en Latijns Amerikaanse sierkunst, Arabische en Indochinese dans – de kloof is enorm. 
Hoe komt het dan dat Barenboim Arabieren en Israëli’s in hetzelfde orkest tot harmonie kan brengen? Dat blanke jongeren in het gesegregeerde Amerika van de jaren vijftig uit de bol gingen op zwarte muziek? Dat leraren telkens opnieuw multicultureel succes boeken met poëziesessies en toneel? Wanneer leraren godsdienst en zedenleer hun leerlingen samenbrengen, dan is dat niet om elkaars manifesto’s te lezen, maar om creatief aan de slag te gaan met woord, geluid en beeld. 

Hoe verklaren we die paradox? Waarom leidt de differentiatie in kunst en cultuur wel tot multiculturele ontmoeting en samenwerking?  

Om te beginnen, spreken dansers, muzikanten en schilders dezelfde taal, zoals wiskundigen en chemici. Multiculturalisme begint bij een gedeeld idioom, een gemeenschappelijke taal  - niet enkel een symbolische of abstracte zoals notenleer of de tabel van Mendelejev, maar ook taal in zijn eerste betekenis: Nederlands, Swahili of Mandarijn. 

In de tweede plaats, wordt  iets gecreëerd. Gezamenlijk dan nog. Na hard repeteren, zijn de Palestijnen en de Israëli’s van Barenboims orkest klaar voor het concert. De Mexicaanse multi-instrumentalist Luiz Marquez voegt een dimensie toe aan de voordracht van de Vlaamse dichter Peter Holvoet-Hansen. 
Passief en egoïstisch consumeren is hier vervangen door samen creëren.

Tot slot: een creatief proces tot een goed einde brengen, vergt de inbreng van elkeen: kennis, ervaring, vaardigheid, persoonlijkheid. Artistiek-cultureel  samenwerken vooronderstelt namelijk dat elkeen betekenisvol is voor het hele proces en de uitkomst. De deelnemers sluiten zich niet op, want het resultaat wordt aan de buitenwereld getoond, vaak in interactie, en die buitenwereld  zorgt voor feedback. Van dialoog gesproken. 

Het hoeft dus niet te verbazen dat er zoiets bestaat als het Amsterdams Andalusisch Orkest. Dat de danser-choreograaf Sidri Larbi Cherkaoui, van Vlaams-Marokkaanse komaf, een ‘gemengd’ gezelschap leidt dat over heel Europa succes oogst. Dat de gevluchte Palestijnse Fatena al-Ghorra een veelgevraagde dichteres is in Vlaanderen en Nederland. En dat het gemengde en meertalige gezelschap van toneelspeler-regisseur Chokri Ben Chika, een West-Vlaming met een Tunesische stamboom, zowel bij ons als in Tunesië de gemoederen beroert. 

Niet het platte verlangen naar een blinkende BMW vormt het cement van een samenleving, wel de gemeenschappelijk creatie in kunst en cultuur. 

5  Steriel ‘respect’

Dat is, helaas, niet waar multiculturalisme meestal over gaat. De met veel poeha aangekondigde – en daarna als ‘mislukt’  afgevoerde  - multiculturele samenleving, wilde een brug slaan tussen mensen met verschillende tot tegengestelde  achtergronden, opvattingen, levenswijzen en dogma’s. Niet om daar samen mee  aan de slag te gaan zoals bij een artistiek proces, maar net omgekeerd: om alle tegenstellingen te laten bestaan door ‘respect’ en ‘tolerantie’ te eisen. Een overtuigde vrijzinnige en een diepgelovige moslim, kunnen in zo’n context niet veel meer doen dan elkaar gerust laten. Een West-Europees gezin dat  de gelijkheid tussen man en vrouw in de praktijk beleeft, kan enkel toekijken hoe vrouwen in die andere gemeenschap ongelijk worden behandeld. Naast elkaar wonen is niet samenwonen. 

6 Economisch alternatief gewenst

Anderzijds, is het jammer dat alle multiculturele heil van kunst en cultuur wordt verwacht. Een initiatief in onze materiële wereld – economie, financiën - zou meer dan welkom zijn. Bijvoorbeeld: Afrikanen die het gemene best  boven het egoïstische profijt stellen en met die idee bij ons komen aankloppen voor steun, medewerking en verspreiding. Bovendien, is de multiculturele kracht van kunst en cultuur geen lang leven beschoren wanneer één economisch stramien, één materiële cultuur, de samenleving stuurt. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, zag het er naar uit dat de zwarte bevolking van de Verenigde Staten haar eigen cultuur zou uitbouwen, met muziek (blues, soul, jazz, funk) en literatuur (Cleaver, Seale, Leroi Jones, Maya Angelou, e.a.) in de hoofdrol. Het liberale kapitalisme en het consumentisme, wisten echter alle alternatieven van de kaart te vegen of te recupereren  - en niet alleen bij de zwarten. Van Afro-Amerikaanse cultuur als  onderscheidende component van een multicultureel Amerika, schiet zo goed als niets over. ‘Black is Beautiful’  en ‘Im Black and I’m Proud’, worden heden ten dage hooguit als omgekeerd racisme bekeken.  

7 Sociaal-educatief alternatief gewenst

Ook in de sociaal-educatieve sector, zouden alternatieven welkom zijn. Onderwijs en vrijetijdsbesteding, bijvoorbeeld, bevinden zich ergens tussen economie en kunst & cultuur.  Vreemdelingen, migranten, vluchtelingen en ‘allochtonen’ van de vierde generatie, blijken echter  ook op dit vlak geen enkel alternatief uit te bouwen – tenzij men de terugkeer van oude vormen zoals gescheiden onderwijs als alternatief zou beschouwen…  Zij hebben zich perfect geschikt naar ons onderwijssysteem, zolang er enige ruimte bestaat voor eigen godsdienstonderricht en hun religieuze uitingen, zoals hoofddeksels en voedsel. 
Dezelfde vaststelling geldt voor personenzorg en geneeskunde – met ook hier religieuze voorschriften als uitzonderingen die toch moeilijk voor alternatief kunnen doorgaan, zoals het verbod voor vrouwen op de behandeling door een mannelijke arts. Onze geneeskunde is in wezen een technologisch businessmodel (ziekenhuizen, apotheken) dat in hoge mate onder de vermelde materiële cultuur valt. 
Tenzij men parallelle circuits en oude vormen zoals de vrouw aan de haard als ‘anders’ zou willen voorstellen, biedt ook de sector van arbeid en tewerkstelling geen alternatief. 

8 Multireligieus

Jammer genoeg, blijft de term multiculturalisme bijna eenduidig verwijzen naar religie en haar praktijken. Niet naar religie als spiritualiteit, wat nochtans een inbreng zou kunnen zijn van bepaalde moslimgezindten en Oosterse filosofieën. Niet naar religie als emancipatie, zoals de bevrijdingstheologie in Latijns Amerika of de boodschap van Martin Luther King, ja, zelfs van de zwarte Nation of Islam als reactie tegen het blanke Christendom. Wel naar religie als repressief apparaat, dogma en vergeten we het niet, als uitleg voor de geschiedenis van mens en aarde. 

We mogen dus niet te vreemd opkijken wanneer wordt beweerd dat het multiculturalisme heeft gefaald, aangezien massaal werd ingezet op de splijtzwam bij uitstek: godsdienst. Een dubbel gereduceerde opvatting van godsdienst dan nog:  
vooreerst, wordt godsdienst  verengd tot ‘geloof’, wat elke samenwerking, inleving en dus multiculturele bruggen uitsluit. Geloven is nu eenmaal geloven;  
ten tweede, de opvatting dat godsdienst hetzelfde betekent als moraal, en dan nog de herleiding van moraal tot het onderscheid tussen goed en kwaad, derhalve ook het onderscheid tussen juist en fout en, uiteindelijk, tussen de gelovige en de zondaar, tussen ik en de andere, tussen wij en zij. 

9 Vrijzinnig multireligieus

Het multiculturalisme krijgt dan vreemde gezichten, vooral bij vrijzinnigen en humanisten die vinden dat hun levensbeschouwing tot dezelfde categorie behoort als godsdiensten. Tot op vandaag, doen humanistische verenigingen derhalve niet liever dan op bezoek gaan bij andere “culturen” en “levensbeschouwingen”,  tot en met het bijwonen van erediensten – de katholieke uitgezonderd natuurlijk. Omgekeerd echter, gebeurt er niets. De HVV-voorzitter wordt niet uitgenodigd om zijn visie bij moslims uit te leggen, Sikhs zakken niet af het plaatselijke vrijzinnige lokaal. Om de zeer eenvoudige reden dat  zij van oordeel zijn dat hun geloof absoluut niet tot dezelfde categorie ‘levensbeschouwing” behoort als de vrijzinnige en in geen geval als ‘een’ levensbeschouwing tussen vele andere – wel integendeel… 

10 Opnieuw kunst en cultuur

De platte materiële cultuur van Mercedessen, Converse-schoeisel, t-shirts van Boss, playstations, digiboxen, microgolfovens en junk food, is steriel. Het doofstomme beleid van “respect” op eenvoudig verzoek, leidt  tot frustratie en politiek correct gedrag, lees: huichelarij. De eisen van religieus ‘multiculturalisme’, monden uit in agressie en totale verdeeldheid. 
Kunst en cultuur daarentegen, brengen zelfrespect, zelfontplooiing, vreugde, dialoog en inleving te weeg. 

Waarom wordt dan niet meer op kunst en cultuur ingezet? 

Daar ligt het paard gebonden. Een gedicht, een muziekstuk, een toneelopvoering, een beeldhouwwerk: altijd is meer dan één interpretatie mogelijk, nooit is de betekenis eenduidig. Daarom ontstaat het gesprek, de dialoog, de uitwisseling, de vergelijking, de inleving, de samenwerking en uiteindelijk wederzijds begrip. Zonder alles samen te smelten, zonder de andere uit te gommen, zonder censuur of verbod. En evenmin door alles blauw-blauw te laten uit zogenaamd ‘respect’.  Steriliteit, dat is bij kunst en cultuur per definitie onmogelijk: eenmaal de reflectie en de creativiteit op gang zijn gekomen, is er geen weg terug. De zwarte Amerikaanse Ruthie Foster kreeg tijdens haar allereerste optreden in ons land een driedubbele staande ovatie. De schitterendste momenten bestonden uit gospels. Het publiek bestond nochtans uit Vlaamse bluesliefhebbers zonder ervaring met de Afro-Amerikaanse erediensten. De ovaties waren ook niet bedoeld als steunbetuiging voor een kerk, maar voor de Fosters boodschap en de doorleefde, authentieke manier waarop de boodschap werd gebracht. Wat Foster als zwarte Amerikaanse te vertellen had, kon elke Vlaamse bluesliefhebber zelf interpreteren en naar zijn eigen situatie vertalen. Net daarom had Foster hun hart en ziel geraakt: niet omdat ze een lezing zou opleggen, maar net wel omdat ze de lezing van haar muziek aan de luisteraar overlaat.

En daar ligt het paard gebonden. De politiek correcten die “respect’ eisen en pro-actief censureren om een “belediging” te vermijden, kennen maar  één mening, zoals ze maar één economie kennen en één bestuursvorm. Die mening geldt  bovendien als ‘juist’ en als ‘waar’. Tegenspraak is niet mogelijk. Hoewel ze de mond vol hebben van diversiteit en ‘super’diversiteit, huiveren zij in werkelijkheid van het  meerduidige, het onvatbare, de nexus. Omdat de intense persoonlijke beleving aan hun controle ontsnapt. 

Geen wonder dus dat de rijksmusea  in Nederland systematisch de benamingen, omschrijvingen en bordjes van alle schilderijen screenen op politieke correctheid en aanpassen.  Stel u voor dat kunstliefhebbers uiteenlopende tot tegengestelde meningen zouden kunnen hebben over eenzelfde doek. Dat hun blikken zouden verschillen. Of, horresco referens, dat een esthetische gewaarwording ontstaat die los staat van de ethische voorschriften. 

De zangeres Julie Felix zegt het in een interview zo: “Music is in tune with the spiritual (…) it goes on like the force of life itself. Different people tune in to that force in different ways’. 

© Eddy Bonte   

redactie 22 april 2016. Eerste publicatie in De Groene Belg nr. 1141 van 10 april 2016, contact  [email protected]