Selectief verontwaardigd?

In de Vlaamse pers (1) wist Michaël Freilich, hoofdredacteur van het blad “Joods Actueel”, te vertellen dat veel protest tegen het optreden van Israël in Gaza blijk geeft van “selectieve verontwaardiging”. Dat begrip klinkt lekker in een demagogisch stukje, maar is verder even onbruikbaar als “disproportioneel geweld”. Het helpt de discussie dus geen meter verder.

Wanneer iemand als Freilich beweert dat de verontwaardiging van sommige personen en groepen over Israël in Gaza selectief is, dan wordt hiermee aangegeven dat deze personen en groepen ook verontwaardigd dienen te zijn (of hadden moeten zijn) over andere toestanden. En dat dus niet zijn of geweest zijn. Freilich verwijst naar het NAVO-optreden in Kosovo en vraagt zich af waarom “men” dààrover niet verontwaardigd heeft gedaan? (2)  

Hierdoor wordt gesuggereerd dat die andere toestanden vergelijkbaar zijn, dermate vergelijkbaar dat het niet correct is ze buiten bedschouwing te laten. Freilich e.a. insisteren op het “comparatieve”, maar deze (veronderstelde) vergelijkbaarheid is nu precies de zwakke plek van het argument “selectieve verontwaardiging”. 

Geen conclusie mogelijk

Want hoe luidt Freilichs conclusie nu eigenlijk? 

(1) Blijkt uit de vergelijking dat de selectieve verontwaardiging over Israël in Gaza onterecht is en Israël vrijuit gaat? In dat geval zou men beter niet van selectieve verontwaardiging spreken, maar argumenteren dat de aanklagers van Israël ten gronde fout zijn, punt.

(2) Of leert de vergelijking ons dat Israël in Gaza even afkeurenswaardig is als de NAVO in Kosovo?Anders gezegd: dat de selectieve verontwaardiging over Israël in Gaza alléén onterecht is, omdat wel méér vergelijkbare toestanden bestaan waarover men zich beter evenzeer verontwaardigd zou tonen? Kortom, dat de verontwaardiging over Israël misschien een proces op gang kan trekken dat nog wel meer interventies veroordeelt? 

Freilich is een verdediger van Israël, dus dat laatste bedoelt  hij niet. Maar het eersrte antwoord geeft hij evenmin. Er kan namelijk geen duidelijk antwoord komen: zoals gezegd, vormt het “comparatieve” precies de zwakke plek van het argument. 

Voor elke vergelijking die volgens de enen verontwaardiging dient op te roepen, zullen anderen meteen beweren dat de vergelijking in casu niet opgaat. En waarom is dat zo? Omdat men een ideologisch standpunt inneemt, waarmee men altijd de tegenstander of het tegengestelde standpunt oproept. Probeer dezelfde argumentatie maar eens uit op Rusland in Afghanistan, Irak in Koeweit, China in Tibet, de Britten in Noord-Ierland, en ga zo maar door. Luister comparatief naar beide partijen en zie waar je uit komt. Nergens.

“Selectieve verontwaardiging” is een argument van hetzelfde, even onbruikbare  type als “disproportioneel geweld”. Was de napalm in Viëtnam een voorbeeld van “disproportioneel” geweld? Quid de geallieerde luchtaanvallen op Dresden, de bomauto’s in Baskenland, de landmijnen in Cambodja? 

Recht en moraal

Om een gewelddadig conflict te beoordelen, kan men enkel verwijzen naar criteria en afspraken die door de betrokken partijen zijn aanvaard. Dan bevinden we ons op het enige juiste terrein, dat van het recht als emanatie van de moraal. Zo is overeengekomen dat clusterbommen niet kunnen en dat krijgsgevangen op een bepaalde wijze dienen te worden behandeld. Wie die akkoorden heeft aanvaard, moet ze naleven. Is dat niet zo, dan is een overtreding begaan en kan men met recht en reden een veroordeling uitspreken die nooit selectief kan zijn. 

Maar onomstootbaar waar of eeuwig objectief  is dit alles evenmin. Al die criteria, wetten en  verdragen, etc., zijn mensenwerk die ontstaan zijn in een welbepaalde context, dus uiting geven aan plaats, tijd en niet in het minst vigerendemoraal. Bijvoorbeeld: dat burgers (en kinderen) niet het slachtoffer mogen zijn van een gewapend conflict, is een recente opvatting die is gegroeid uit de beweging voor de mensenrechten; het is geenszins een eeuwig, immanent standpunt. Mensenwerk kan door andere mensen worden gewijzigd. Aanvaarden we het consensus-gebaseerde mensenwerk niet, dan rest als alternatief enkel nog  het onbetwistbare gebod van God. En dan bevinden we ons op het terrein van de geopenbaarde moraal, zoals onwrikbaar van bovenaf opgelegd door een god: helaas is dat precies het terrein waarop zowel Hamas als Israël zich nu bevinden. 

Zolang zij strijden volgens het dogmatische uitgangspunt  “With God On Our Side”,  rekruteren ze alhier even dogmatische medestanders die elkaar “selectiviteit” zullen blijven verwijten. Indien niet erger.  

© Eddy Bonte (red. 01/03/2009) 

Eerste publicatie op www.geencommentaar.nl 06 gebruari 2009 

NOTEN

(1) Bijvoorbeeld in de dagbladen De Standaard en De Morgen van  30/01/2009 (mede ondertekend door enkele politici en academici). 

(2) We gaan even voorbij aan de demagogie. Er is namelijk wél geprotesteerd tegen het NAVO-optreden in Kosovo en in hoge mate, vanwege hun anti-amerikanisme, door dezelfde zich progressief noemende groepen en personen.