Bonteria's

 

14 Lumumba in Bangladesh 

Ik heb het niet bepaald voor de dekoloniseringsbeweging die elk van ons, blanke Europeanen, wil belasten met een persoonlijk schuldgevoel. Te veel pastoor, te veel erfzonde, te veel vagevuur. Anderzijds, kan kolonisering niet hard genoeg worden veroordeeld – zoals elke andere vorm van onderwerping trouwens.

LEES HIER VERDER

13 Overstemming

Waarom gaat iemand naar het strand, vleit zich neer aan zee? Om te genieten van het zand, de geur van jodiuWaarom gaat iemand naar het strand, vleit zich neer aan zee? Om te genieten van het zand, de geur van jodium, de kloppende golfslag, de trek van de wolken, ja, wie weet- van het geschreeuw van een meeuw?

LEES HIER het volledige cursiefje
 

12 Geneeskundige rekenkunde

SETTING
Een ziekenhuis in Vlaanderen. Receptie. Scherm tegen COVID. Receptioniste aan de ene, patiënt aan de andere kant.

GESPREK
Ziekenhuis: Meneer heeft een eenpersoonskamer gevraagd?
Inderdaad, meneer heeft een éénpersoonskamer gevraagd, aangezien meneer al een paar decennia een hospitalisatieverzekering betaalt die zo’n duurdere formule dekt.  

LEES HIER de volledige tekst

11 De toren van kantoren

Het is zo ver. Parijs krijgt er een nieuwe toren bij, Le Triangle, de driehoek. 
De vorige burgemeester van Parijs, Bernard Delanoë, lanceerde het voorstel en zijn opvolgster, Anne Hidalgo, kreeg groen licht van haar gemeenteraad, al had ze daar stemmen uit de verdeelde oppositie voor nodig. Maar dat is een akkefietje, want Le Triangle, aldus mevr. Hidalgo, dat wordt een “œuvre d’art dans la ville”. Een vreemde uitleg, want Parijs is één en al œuvre d’art:

Klik hier voor het volledige artikel

10 Seks in Vlaanderen: Besmettingsgevaar!  

De eerste aflevering  van het nieuwe Witse-seizoen begint met een waarschuwing. Een vette 16 betekent dat deze Witse ongeschikt is voor minzestienjarigen. Dat staat er wel niet. Er staat in deze tijd van goedkope symbolen: 16. Maar iedereen kent de terminologie van de moderne  inquisitie: ongeschikt. Om niet te moeten zeggen: BESMETTINGSGEVAAR. In Vlaanderen kan zo’n bord voor je tv-kop maar één ding betekenen: er staat seks op het programma!

De EMMANUELLE van GUIDO CREPAX

En ja hoor: in beeld verschijnt een bloot vrouwenbovenlijf. Dat zie je aan de borstjes. Maar zonder hoofd.  Zij ligt op  haar rug. Het lijfdeel beweegt van rechts naar links en terug. Op het scherm. In de realiteit: van achter naar voren. Dan zie je een man: het bovenste deel, ook bloot. Hij staat recht. Heeft wel een hoofd. Dat hoofd toont aan dat hij gas geeft, het vrouwenlijf doet bewegen. De vrouw ligt op een tafel, zo blijkt langzamzerhand. Dan komen ze klaar, denk ik. Hij toch, zijn gelaatsuitdrukking wijzigt. In elk geval houdt het schuiven op.

Waar zijn de  kwezels die “tentsletje” uit het woordenboek wilden schrappen, zoals de joden ooit probeerden alle pejoratieve  uitdrukkingen met ‘jood’ uit de van Dale te halen? Of de Pilarenbijters van Baas Onder Eigen Hoofddeksel, willen die niet baas zijn in eigen Vagina? Of is daar ook een deksel nodig?

 Want deze scène is ronduit beledigend voor de vrouw. Tot daar dat ze op haar rug ligt, het is een variatie als een ander. Maar ze heeft geen hoofd, dus geen gezicht. Stel je voor dat zondagavondvlaanderen een vrouw ziet genieten van seks, zo vlak voor het slapengaan! Nee, vrouwen ondergaan, liefst op hun rug. Een genetisch werk van barmhartigheid.  Er valt  evenmin een spleetje of schaamhaar te zien, zelfs niet de bovenste binnenkant van haar dijen. Dat is geen vrouw, dat is een schuivend ding.

En zeggen dat niemand hiertegen protesteert. Waar is de Andere Man? Want deze scène is ronduit stigmatiserend voor de man. Hij heeft wel een gezicht. Helaas enkel om een zeker  machogehalte te waarborgen: de man mag weer eens  zijn ding afdraaien en  dat zie je aan zijn grimassen. Absoluut onduidelijk of hij geniet, zijn spierwerk staat eerder op Verplicht Nummer. Als ik het niet doe, gaat ze op een ander (dit is een ongewilde woordspeling).  Maar alles valt in zijn Vlaamse hypocrietenplooi: bij een vrouw zonder gezicht of kut hoort een pseudostier zonder penis of  ballen.  

Vijfenveertig  jaar na de Summer of Love zullen we nog eens de vraag stellen: what the fuck is wrong with a good fuck?  Waarom mogen we niet zien dat twee lijven van elkaar genieten? Of komt dat niet overeen met een interpretatie van het darwinisme die onze prestatiesamenleving moet goedpraten? En ons consumentisme: wat je wil, moet je verdienen en niets is gratis. Zwoegen, man. Zou het mislopen met de productiviteit van  burgers die geen plezierdriften sublimeren, maar genieten? Zouden minzestienjarigen iets opdoen door te zien dat seks leuk is, ja, dat hun ouders die meekijken dat beamen? Ouderraad: “Kinderen: vergeet niet te vrijen met je lief!”. Ouders van  het Nu.

Anno 2012 Is het lijfelijk genot in Vlaanderen nog altijd taboe. Wat wel kan op tv: hoererij. Vrouwen die met de gsm in de hand kronkelen als reumatische teefjes en tv-kijkende mannen opwinden tegen betaling.  Wat ook kan op tv: fantasieobjecten opvoeren, zoals de blinkende troela’s die en plein public hun “charmes” tonen om… meer blinkende auto’s te doen verkopen. Wat altijd kan ook tv: acrobatische neukrobotten. Heel gewoon op “muziek”zenders:  seksslaafjes, vrouwen aan de leiband van New-Yorkse pooiers-uit-de-goot. Kortom, op tv kan alles waar Freud  een therapie voor bedacht. De rest  is “erotiek” of “porno”.  Dat kan niet. Want bij erotiek is de vrouw vaak aan zet: Isabelle Dams, Emmanuelle Arsan, Charlotte Roche, Catherine Millet, Anaïs Nin. Een gevaarlijk idee. En porno toont dat mensen graag eens de beest uithangen zonder iemand kwaad te doen. Een gevaarlijk idee.

Zo geven we het goede voorbeeld aan onze orthodoxe medeburgers van joodse, protestantse en mohammedaanse overtuiging. Alvast één punt waar we het multicultigewijs ovedr eens zijn: geen lijfelijk genot in Vlaanderenland!   

Wat altijd kan op tv: bruut geweld. In een Baantjer kort nadien, zie je heel precies hoe een jongeman de keel van zijn rivaal oversnijdt. En hoe het bloed naar alle kanten spuit. De keel van zijn liefdesrivaal. Wat een idee over liefde. Dat kan wel voor minzestienjarigen. Maar ook dat zullen onze orthodoxe medeburgers van joodse, protestantse en mohammedaanse overtuiging leuk vinden. Een rivaal de keel oversnijden, doen ze, zoals wij, al eeuwen.

Als geweld op tv toch geen invloed heeft op het gedrag van onze jongeren, zou dat dan wel het geval zijn met leuke seks? En stel van wel: hoe gevaarlijk is dat dan?

Robert Long, Hugo Claus, Boontje, Jan Wolkers, ja, zelfs jan Cremer: kom terug!

Een fijne Valentijn, beste lezer.

Make Love, Not War

Post Scriptum:  probeer eens “parend koppel” met Google Afbeeldingen. Dat levert in hoofdzaak allerlei dieren op en hier en daar een koppel met kind. En heel weinig paring! Nu ben ik het zeker: kindjes komen uit bloemkolen.

Eddy Bonte (red. 13febr2012) OOK VERSCHENEN IN DE GROENE BELG nr. 659 , Onafhankelijk Belgisch e-dagblad - 13/02/2012 -www.degroenebelg.be

 

9 Waarom het geen crisis is (1): allemaal - laars.

Je kon er onlangs weer niet naast kijken, het was volop laarstijd. Appelaars, perelaars,  notelaars en kastanjelaars strooiden overvloedig hun vruchten in het rond, op straat en gazon, in park en berm. Maar daar trekken wij massaal onze neus voor op.

In de sociale (!) wijk wat verderop staan drie huisjes met elk een appelaar in de voortuin. Niemand die ze plukt, zelfs niemand die zich bukt voor voedsel dat uit de lucht komt gevallen.  Nu en dan shot een jonge slungel een groenrode vrucht uiteenspattend verder het pad langs. Stuk voor stuk liggen ze te rotten. De perelaar in de voortuin van een villa honderd meter verder,  is hetzelfde lot beschoren. 

In de Kastanjestraat staan -  echt waar – kastanjelaars. Tamme.  De bewoners van de Kastanjestraat bukken zich evenmin, maar vegen de vruchten en hun bolsters netjes op een hoop.  Properteit eerst!  Er durft al eens een fietser stoppen, vreemd aan de wijk, dat spreekt. De  kastanjelaars en de notelaar aan het rond punt bij het centrum, kunnen zelfs daar niet op rekenen.  Zo in het zicht van alleman!  Een naburig dorp: ook de mispels en dozijnen kleine appels, wellicht van een vergeten ras,  rotten in het gras. Naast de Post en op 50 meter van een Carrefour Market. Wie gezien wordt, is gezien, denkt men misschien.  We willen toch niet lijken op onze voorouderlijke verzamelaars die leefden van de vruchtenpluk? [Zijn daar geen vreemden voor?]

Crisis in de sociale wijk (Foto Eddy Bonte) REDATIE 22NOV2011

Hoe kan het nu crisis zijn wanneer wij ons te goed voelen om te nemen wat de natuur geeft?Gratis, zuiver en op het gepaste moment.  Crisis wanneer wij  kastanjes, appels, peren  en noten onder hun  boom laten liggen om er honderd meter verder te kopen in de supermarkt?  Geïmporteerd, duchtig behandeld, overdadig verpakt en heen-en-weer getransporteerd, dus in alle opzichten onverantwoord en ongezond.  Hoe ziek is een gemeenschap die enkel producten vertrouwt die door food conglomeraten zijn voorzien van een etiket, een streepjescode en een uitstalraam met kunstlicht en artificiële bewaarmethodes? Geaccrediteerd als voedsel als het ware! Die enkel  als voedsel  beschouwt, wat moet worden gekocht. Hoe ziekelijk is een samenleving die voedsel gebruikt als gazondecor of wegborstelt  als viezigheid die trottoir en garageoprit bevuilt?  Veralgemeende smetvrees.

Cynisch genoeg is het door die houding dat men effectief de crisis over zich afroept.  De crisis van de consument -  in de tijd van Ralph Nader een kritische burger, nu afgegleden tot  freudiaans oertype van neurose - die blind en geblokkeerd aan de blinkende deuren (automatisch!) en glanzende uitstalramen (ontspiegeld!) angstig natelt hoeveel officieel afgestempelde winkelwaar hij voor zijn ontwaarde geld nog krijgt, en verkast naar de supermarkt die altijd net 5 cent goedkoper is, daar waar alle appels en peren tegennatuurlijk blinken, tegennatuurlijk evenveel wegen en op tegennatuurlijke momenten worden aangeboden in een tegennatuurlijke omgeving. Dit is de crisis van de gelaten consument, de consument van het teveel  die onafhankelijk handelen en iets zelf doen heeft ingeruild voor passief staren naar de winkelrekken.

© Eddy Bonte (redactie 14 oktober 2011) OOK GEPLAATST IN DE GROENE BELG nr. 613 van 23NOV2011 www.mediadoc.be ** Opnieuw verschenen in DE GROENE BELG, nr. 989 van 18sept.2014 ** De Groene Belg 613
Onafhankelijk Belgisch e-dagblad - 23/11/2011 -11 pagina's

 

8 Zo helpe mij god (God?)

De Spaanse koning doet virtueel troonafstand door god aan te roepen om de problemen van  zijn land op te lossen. Toprenner Contador annuleert het wezen van zijn jarenlange inzet door gods hulp af te smeken voor de eindoverwinning. En de haveloze Habiba blaast elke vorm van solidariteit op wanneer zij ons meedeelt dat haar lot, dit is haar toekomst, in gods handen ligt. In deze drie voorbeelden staat de mens vrijwillig het enige af wat hem onderscheidt van de rest van het dierenrijk: zijn zelfbeschikking. Ten faveure van een fantasme.

DE BEDE VAN JUAN CARLOS

Het koningschap is niet bepaald een career move en dus moet men niet van elke vorst verwachten dat hij Salomon incarneert, maar een vorst die openlijk zijn onkunde, onvermogen en totale gebrek aan verantwoordelijkheid belijdt kan enkel aftreden. Neem nu Juan Carlos van Spanje. Naar jaarlijkse gewoonte (!), gingen de Koning en zijn Gemalin de offerande voor in de kathedraal van Santiago de Compostela. De koning richtte een smeekbede tot de heilige Santiago, opdat hij de cohesie van de Spaanse staat zou behouden, “solidarias” tussen de Spaanse deelgebieden  zou bewerkstelligen, de eenheid te vergroten opdat Spanje één grote familie zou blijven, een handje zou toesteken om zo snel mogelijk de zware economische crisis op te lossen, en tot slot om de autoriteiten en de gezagsdragers te verlichten opdat zij genereus het algemeen belang zouden dienen  [1] . Anders gezegd: Juan Carlos doet afstand van het wereldlijke gezag dat hij als primus inter pares belichaamt, alsook van de menselijke capaciteiten (bijv. verzoening) die de geloofwaardigheid van het koningschap symboliseren. In plaats van af te treden, legt hij het lot van het land en zijn inwoners in handen van een fantasme en geeft daarmee aan dat de mens niet in staat is zichzelf en zijn wereld te regeren. Geheel in lijn van die abdicatie, wordt de scheiding tussen kerk en staat – het principe dat de rechtsstaat mogelijk maakt – overboord gegooid. Niet door in god te geloven, maar door hem als Redder te betrekken bij het wereldlijk bestuur en aldus de mens uit te schakelen.

HET KRUIS VAN CONTADOR

Wereldbeker voetbal 2010. Talloze spelers slaan een kruis of kussen een of ander medaillon vooraleer het veld op te rennen. Zo smeken zij de overwinning van hun ploeg af, zoals Juan Carlos de redding van zijn land. Hun namen ben ik vergeten. Maar een andere naam ben ik niet vergeten. Zaterdag 24 juli, de tijdrit van de Tour de France en de beslissende rit: geletruidrager Alberto Contador, alweer een Spaanse gekroonde, staat amper acht seconden voor en moet deze rit winnen om de eindzege veilig te stellen. Hij rijdt op een speciale fiets en zit verpakt in speciale kledij. Drie weken al  heeft hij voor een derde eindzege stratego gespeeld met fietsen, voeding en zijn lichaam. En met psychologische oorlogsvoering. En net voor de start, slaat Contador een kruis. Een driedubbel kruis, zoals het hoort. Anders gezegd: de ultieme hulp en de overwinning komen van buiten de mens, van hetzelfde fantasme waar ook zijn koning last van heeft. Die abdicatie van het ik vormt niet enkel een kaakslag voor sponsors, trainers, technici en supporters – maar ook voor de topatleet zelf. Het kruisteken betekent dat hij de hulp inroept van externe machten, dat zijn overwinning niet de zijne is. Die houding heeft zware gevolgen. Als de goddelijke tussenkomst werkt, mogen we van fraude spreken,  want de resultaten van een atleet horen enkel het resultaat van diens inspanningen zijn. Dan is er gelijk sprake van oneerlijke concurrentie, aangezien niet-gelovigen (en wellicht  andersgelovigen) geen aanspraak op dit redmiddel kunnen maken. En als de tussenkomst niet werkt, waarom stuurt men de Contadors van deze wereld niet meteen naar de psychiater?

HET LOT VAN GOD

Ik weet wel dat al die kruisjes en gebeden als onschuldig bijgeloof worden afgedaan. Bijgeloof: ja. Onschuldig: nee. Niet het zichtbare bijgeloof  is hier van tel, wel de onzichtbare redeneringen en overtuigingen die leiden tot de abdicatie van het Ik. Zoals Habiba (leeftijd: 40) uit Sukkur in de Sindh het  perfect samenvat: “Ons lot ligt nu in Gods handen” [2].  Zij heeft geen kroon of  een ereschavot om te verdedigen, zij heeft zowat alles verloren wat een mens mogelijkerwijs kan verliezen. Habiba is één van de ontelbare Pakistani op de vlucht voor de vloed. Misschien komt er hulp, misschien niet. Misschien sterft ze aan ontbering. Misschien overleeft ze het. Zichzelf heeft ze hoe dan ook buitenspel gezet. En daarmee ook elke solidariteit, die per definitie verbetering inhoudt (maar de liefdadigheid en de digitale empathie intact laat). De kans is groot dat Gods handen de gedaante aannemen van mensenhanden, die van een imam, priester of lokale versie van de sjamaan. Van het type dat haar zover heeft gebracht dat zij afstand doet van haar toekomst, dus haar mens-zijn zelve, ten voordele van een fantasme.

Want dat is de betekenis van hun gebeden, kruisjes en doemdenken. Zo helpe mij God, want ik ben Niets.    

© Eddy Bonte (red. 13NOV2010)

NOTEN

[1] El Pais, 26 juli 2010. [2] De Standaard, 11 augustus 2010. Zij kon wegkomen met twee kinderen. Van haar man en vijf andere kinderen weet ze niets. Ze heeft have noch goed.

7 Waartoe dient de koekoek?

 

Sant-Llorenç de la Muga, Catalunya, april 2010.

Ik had hem – eigenlijk haar zoals zal blijken – in de vroege ochtend al gehoord en nu weer, in dat druilerige vooravondweer dat een mens niet direct associeert met Catalonië in april. In die boom naast het zwembad, had ik de dag ervoor een bijzonder opgewonden gekwetter gehoord, een natuurlijk alarmgeluid. En nu zag ik een koekoek uit die boom komen. Toen maakte ik de associatie.

Het was dus een zij, een koekoekin die een geschikt nest had gevonden – liefst van mezen of vinken – om haar ei in te deponeren. Toen dacht ik: waartoe dient eigenlijk een koekoek? Want: wat doet zo’n beest hele dagen? De koekoekenaar bevrucht de koekoekin tijdens de geijkte paringsperiode en heeft zich daarmee van zijn darwinistische taak gekweten. En de koekoekin legt haar ei in het nest van een andere, nietsvermoedende, kleinere en hulpeloze vogel. Ook zij heeft zich daarmee van haar voorbestemde taak gekweten. Dus: wat doet zo’n koekoekkoppel de overige, pakweg 50 weken van het jaar, wanneer het spelen en paren is afgelopen? Dat is een vraag die elke 21ste-eeuwse hardwerkende Vlaming moet bezighouden, want de koekoek past niet in het raam van ons efficiëntiedenken. Onmogelijk. En vooral: onverantwoord. Het leuke is wel dat we het antwoord op die vraag niet kùnnen bedenken, ook niet nà lectuur van The Origin of Species. Niet omdat het onverklaarbaar zou zijn –  de Schepper is nooit in mijn leven verschenen en hij is er mij dankbaar voor - maar omdat we mentaal niet in staat zijn een verklaring te bedenken buiten ons raamwerkje. Niet het mysterie moet verwonderen, maar onze eigen onmacht. Misschien is een koekoekskoppel, dat wel altijd met vakantie lijkt te zijn, wel een geschikt symbool om stil te staan bij onze vastgeroeste geest. En om eens wat meer aandacht te geven aan het ogenschijnlijk onnuttige – dat  bovendien ontoegankelijk is voor onze onstuitbare bekeringsrang tot het Westerse Denken. En aan de eeuwen mercantilistische hersenspoeling – mochten we die één moment kunnen overstijgen.

Eddy Bonte  (red.22APR2010) © Eddy Bonte
 

6 De ware terreur

 

Parijs, december 2008, een zijstraatje van de place de la Concorde: de smalle rue Boisny d’Anglas is over het eerste stuk afgezet met dranghekken. Altijd. Op de hoek met de place de la Concorde, een Franse gendarme. Op het einde, in een hokje: nog een militair, aanhorigheid niet zo duidelijk. Want stel u voor: op de linkerhoek staat de Amerikaanse Ambassade. En dus mag er niet op straat worden gelopen of gefietst. Het trottoir  langsheen de ambassade is eveneens Sperrgebiet. Voetgangers en fietsen moeten het andere trottoir op. Auto’s komen er al helemaal niet door

Het is avond en ik besluit een foto te nemen van de scène. Mijn flits gaat af en daar komt de  militair uit zijn hokje:verboden de ambassade te fotograferen! Pardon? Is dit niet de République française? Is dit niet simpelweg een openbare weg? En bovendien een espace publique, die per definitie alle ingezeten van de Republiek toebehoort, ja, waar burgers baas zijn?  Antwoord: Verboden de ambassade to fotograferen! 

’s Anderendaags, volle dag, stralend blauwe hemel. Ik pik deze geperverteerde vorm van militarisme niet en neem drie foto’s (zonder flash uiteraard) zonder dat iemand er op let. Maar  wanneer ik ostentatief het bordje dat de voetgangers dat ene trottoir opstuurt wil fotograferen, komt een halve kleerkast met kale kop naar me toen. In het Amerikaans Engels:Verboden de ambassade to fotograferen! Bevind ik me dan niet op Frans grondgebied, op een espace publique, op de openbare weg? “Ik werk op de ambassade” , zegt de kortgeschorene, en de Amerikaanse ambassade is…American territory. Die mag je niet fotograferen. Ik vaar uit. Ah, man, op Google Earth kan je alles zien.

Dat weet het burgerspionnetje ook wel. Daarom gaat het hier om terreur. Doen alsof American territory altijd belaagd wordt, zelfs door een passant met een goedkoop fototoestelletje. De vijand is overal, misschien ben ikzelf wel de vijand en wist ik het niet. America saves.  Halve bodyguards als ‘stillen’ de straten laten afschuimen om amateurfotograafjes met een goedkope Sony te intimideren. terwijl Google Earth je alle details toont. Terwijl elke bediende in de vele kantoren aan de overkant dag en nacht kan fotograferen. Idem vanuit het luxueuze Hôtel Crillon recht tegenover de ambassade, dat, als de logica wordt toegepast, vol moet zitten met kaalgeschoren spionnetjes, micro’s en camera’s.


Dat is de ware terreur: iedereen doen geloven dat het gevaar  anoniem en incognito overal loert, om dan de burger zonder verdere uitleg te beschermen, ook tegen zichzelf, terwijl er niets aan de hand is! Continue dreiging als perceptie, die zelf terrorisme wordt. Het mondiale terrorisme van bepaalde fanatiekelingen, fungeert als alibi om intern een eigen versie van het terrorisme te installeren. In naam van de “veiligheid” worden lichaam en geest van elke burger continu geterroriseerd. Jean Baudrillard noemt het toepasselijk “de vierde wereldoorlog”: “la nouvelle guerre froide, celle de la sécurité armée, de la dissuasion perpétuelle d’un ennemi invisible” (1).  Zo wordt elke burger mentaal uit het zadel gelicht, tot hij het geloof kwijt is in de maakbaarheid en autonomie van zijn hoogsteigen persoon en van zijn hoogsteigen omgeving, zodat hij zich willoos overgeeft aan  het Systeem dat Waakt en Zorgt. En allen één maakt naar zijn eigen beeltenis.  

Eddy Bonte  (red.28122008) . Foto's © Eddy Bonte

(1) Jean Baudrillard: “Power Inferno”, Galilée, 2002, pp. 59-60. Zie ook het werk van Zygmunt Baumann, specifiek “Liquid Times” en “Society Under Siege”.

 

5 Rechten, voorrechten en goesting

Het is altijd gevaarlijk een lid van groep in naam van die groep rechten toe te kennen als daar niets tegenover staat. Al snel wordt het recht als een voorrecht opgevat en kort daarna wordt het verward met zijn goesting doen. En is men allang vergeten dat het recht werd toegekend om de nieuwe recht-hebbende te beschermen tegen een andere groep… De onderdrukte werpt zich op als dictator, zij het met een ander alibi. Dat komt ervan als een zwakkere bescherming krijgt en zich in dat statuut nestelt i.p.v. zich te ontvoogden dankzij de beschermende uitzonderingsmaatregel.

Voorbeeld 1: twee “zwakke” weggebruikers, fietsers, rijden lustig rechtdoor…over een zebrapad. De voetgangers, voor wie het zebrapad is bedoeld, kunnen opzij springen… De ene “zwakke” tegen de andere.

Illustratie 2: een paar voetgangers steken schuin de binnenring over, zo’n meter of vijftig van…het zebrapad. De auto’s kunnen remmen. Wat zouden die voetgangers ervan denken, mocht die auto even op het trottoir komen rijden? Wat een idee ! Die personen zouden zich beroepen op hun tijdelijk statuut van voetganger – en dat is nu eenmaal een zwakke weggebruiker. Zo wordt de toegekende uitzondering een springplank voor méér uitzonderingen en eisen. Die worden zelfs niet altijd meer gevrààgd: men doet zijn goesting en lapt zelfs elementaire verkeersregels aan zijn laars. Gezwind rijden ze in de foute richting, steken een kruispunt diagonaal over, rijden door het rood licht, steken rechts voorbij, peddelen op het trottoir.

Hoedt u voor de zelfverklaarde sukkelaar die geen moeite doet om zich te ontvoogden, omdat zijn sukkelaarschap hem een stijgende reeks automatische rechten oplevert zonder emancipatorisch handelen als tegenprestatie.

(25/11/2007, red 30122007)
 

4 Wij zijn allen onbekwaam

Gavere, naast het postkantoor. Wat zien ik? Een boom met daaronder vruchten. Een appelaar zo blijkt, en op de grond liggen hopen appelen van een soort die ik niet ken weg te rotten. Niemand raapt ze op. Vijftig meter verder: de plaatselijke GB, waar iedereen zijn appelen koopt. Echte, officieel goedgekeurde. Een paar soorten, allemaal dezelfde grootte, allemaal gelijk opgeblonken, allemaal abnormaal gezond: geen wormen, geen plekken, geen enkele afwijking. Appelen koop je op de daartoe bestemde professionele plaats: de winkel.

Barcelona, metrostation Fontana, rond middernacht. De loketten zijn vorig jaar verdwenen en vervangen door machines die bankkaarten aanvaarden. Maar er is wel security: nu reizigers en bedienden niet meer met elkaar kunnen praten en hun zelfgebouwd sociaal netwerk werd afgepakt, zorgen ook hier professionals voor ons.

Het valt me al een tijdje op dat kinderen enkel spelen met speelgoed dat uit een winkel komt en zelf geen speelgoed meer maken of de natuur niet meer als speelgoed gebruiken. Wat men allemaal niet kan doen met een touw, een boom en de hoepel van een kapotte fiets. Als het niet uit de winkel komt, als het geen officieel statuut van verkochte waar heeft – dan bestaat het niet.

De dag van vandaag moet alles van een professionele bron komen, anders wordt het gewantrouwd en gemeden. In De Standaard (27/09/2007), zie ik een advertentie voor het tv-programma “Kok op kot”. Topchef Elfving, zo lees ik, zal voorgoed “een eind maken” aan de slechte eetgewoonten van de kotstudent. Ouders zijn onbekwaam verklaard: alleen een professionele kok kan weten wat goed is. Dat de studenten enige kookbekwaamheid zouden kunnen bezitten, is al helemaal een perverse gedachte. De chef als redder en verlosser, al is het een keukenchef.

(25/11/2007; red. 30122007)

 

3 Traditie bewaakt.

Saint-Sozy aan de Dordogne in le Quercy, een dorpje van twee keer niks zoals Frankrijk er nog altijd vele honderden telt. Op hét plein een alimentation-presse. Met verscheidene publicaties over de keuken van hier, vooral van toén hier. Zelfs in het Engels. Recepten uit  de traditionele boerenkeuken van de streek: confit de canard, vin à noix, foie gras (de echte en de valse van canard). Eenden, ganzen en noten in alle bewerkingen. Enfin, authenticiteit en traditie alom. Maar wel met camerabewaking.

(Saint-Sozy, 2 augustus 2007)
 

2 Kerremelksmeus

De patron van hotel-restaurant La Renaissance in Saint-Sozy komt na de maaltijd een babbeltje slaan. Wij zijn zeker tevreden over zijn regionaal menu du Quercy à hoop en al €14, een kwartje liter wijn inbegrepen. “Het is een typisch streekmenu”, legt hij uit, “alleen de soep ontbreekt”. Een soep met heel veel groenten. Dat eten de mensen hier altijd, zeker op een feestdag of als er bezoek komt.

Toeristen zoeken elders altijd het zogenaamd traditionele, authentieke. “Paysan” kunnen we ook goed rekenen. Zie de vele kookboekjes over de streekkeuken die je in elke Maison de la Presse en elk warenhuis niet kan mislopen. Maar thuis? Thuis volgen ze de culinaire rubriek in de weekendbijlage en eten alles, behalve wat typisch Vlaams is. Of het zou door een BV-Kok moeten worden aangeprezen, zoals een paar jaar terug de “kerremelksmeus” van een West-Vlaamse sterkok die het recept natuurlijk van zijn “metje” had. Toerisme als compensatie. Of is thuis zo on-authentiek dat we het in den vreemde zoeken? 

(Saint-Sozy, 2 augustus 2007)
 

1 De Rebel

In zijn autobiografie “Oh Yeah!”, herinnert Antoine (*) er enkele keren aan dat de jonge Johnny Hallyday een jeugdige, vernieuwende en rockende rebel was, maar algauw minderwaardig werk opnam – zie ook de evolutie van Elvis Presley tussen 1956 en 1962. Het rebelse was snel weg, zowel op het vlak van de attitude, de muziek als de boodschap. In 1966 nam Johnny met “Cheveux longs, idées courtes” zelfs stelling tegen de protestzanger Antoine, dus tegen de rebellie en de nieuwe jeugdcultuur. Later zou hij politiek gesproken zelfs duidelijk rechtse standpunten innemen, zie alweer Elvis.

Hoe zou dat nu komen? Johnny was een rebel van de vormelijkheid en de uiterlijkheid, van de attitude ook. Zijn lichaamsbewegingenen op scène ware rebels an sich.  Daarom ook werd de pelvis van Elvis op tv gecensureerd. Ook het ritme van Johnny’s muziek was rebels als dusdanig, zoals de “wilde” dansen (nog meer lichaam) die erbij pasten. Maar: zonder enige rebelse inhoud. Zoals Antoine opmerkt: de zangers vóór Dylan, Donovan en hemzelf zongen over de klassieke liefde tussen twee mensen. Antoine, Donovan, Dylan en heel de nieuwe generatie zong over vrede tussen alle mensen. Johnny keerde zich tegen Antoine omdat deze laatste bovenop het uiterlijke en vormelijke, ook nog inhoudelijkrebels was, dus dubbel rebels. Johnny hield het bij het esthetische, de verpakking.

In die zin is Johnny ook een artistieke rebel, want ook in de kunsten volstaat het de vorm te veranderen. Mondriaan en van Gogh waren revolutionairen van de vorm en de esthetiek, want voor de rest schilderden ze gekende thema’s (landschappen), gebruikten ze klassieke materialen (verf) en een klassiek (het schildwerk). Alleen zagen hun velden, bomen en luchten er anders  uit. Zoals ook Johnny de klassieke instrumenten gebruikte, de klassieke liedjesstructuur volgde en de klassieke themata bezong.

Echte rebellen veranderen méér. Dylan brak met het klassieke instrumentarium van de folk door op te treden met een elektrische gitaar en een voltallige elektrische groep. Hij sprak zich uit tegen patriottisme en oorlog. Warhol leverde grafisch werk af op industriële schaal, geen individuele schilderijtjes. De Amerikaanse hippies veranderende de vorm, maar ook de aard van de betoging door stil te zitten (sit-ins) in plaats van te stormrammen en door bij elk protest een positief element in te lassen en het geheel rijkelijk te voorzien van het leven (dans, muziek, eten, lichamelijk contact) in plaats van de dood.

(*) Antoine werd met zijn single “Les Elucubrations d’Antoine” in 1966 op slag beroemd en uitgeroepen tot Frankrijks protestzanger par excellence, de tegenhanger van Dylan en Donovan. De ironische passage die hij in dat nummer over Johnny Hallyday inlaste, leidde tot een heuse mediarel. Hallyday repliceerde met de single "Cheveux longs, idées courtes". Jongeren - en de jeugdpers voorop - waren toen pro of contra Johnny of Antoine. Zijn “Oh Yeah!Souvenirs” (Arthaud, Paris, 2007) is heel vlot geschreven en roept de tijdgeest perfect op.  

(Saint-Sozy, 3 augustus 2007).

Alle teksten en illustraties © Eddy Bonte, tenzij anders vermeld. 

Bonteria's nrs. 1,2 3 en 7 verschenen ook in De Schakel