Zoot Money & Friends

Bull’s Head, Barnes (Londen), 31 oktober 2012.

Neem me niet kwalijk, maar met hooguit twintig andere liefhebbers van Zoot Money mogen genieten in een kleine club, vind ik dus een voorrecht. Zeker als ook een origineel lid van The Big Roll Band present geeft, te weten de onverstoorbare saxofonist en fluitist Nick Newall. Het lijkt wel een privéconcert.

Zoot Money at the Bull's Head, Barnes, 31OCT2012

Met ontembare energie, clowneske streken en vooral een onweerstaanbare mix van soul en R&B, lieten Zoot Money & The Big Roll Band in de jaren zestig een broeiende danskeet als The Flamingo telkens opnieuw vollopen. Daarna dook hij de counter culture in met de gekkenbende genaamd Dantalion’s Chariot, bepaalde korte tijd mee het geluid van Eric Burdon’s New Animals en bracht een paar solo-LP’s uit die in geen enkele weirdo-collectie mogen ontbreken, zoals “Transition” en “Welcome to My Head”. Bijvoorbeeld.  

Ook vandaag doet zanger-toetsenist Zoot Money zijn image nog eer aan: hij verschijnt in een paarsachtige overall met bijpassende pantoffels. Gesteund door zijn Big Roll Band-maat Nick Newall (sax, dwarsfluit), oudgediende Paul McCullum op vijfsnarige bas en twee jongere rekruten - Steve Laffy op drums en Ronnie Johnson op lead - steekt Zoot van wal met een lange intro die niet doet vermoeden dat we vele minuten later bij “Bright Lights, Big City” zullen uitkomen, weze het een heel persoonlijke versie van dit klassieke bluesnummer. Hij schakelt daarna over op “Wild Women and Desperate Man”, een nummer dat al jaren op zijn repertorium staat. Telkens je denkt dat Zoot met een jazzimprovisatie bezig is, haalt de leadgitarist ongemeen scherp uit met een solo die niet zou misstaan op een trippy langspeler uit de jaren zestig-zeventig, of keert zijn orgel terug naar de dampende mix van soul en R&B die hem beroemd maakte.

Het omgekeerde kan ook. Verdorie, dat is toch “Sweet Little Rock and Roller” van Chuck Berry? Te laat, op dat eigenste moment pompt hij een geut Glen Miller (!) uit zijn orgel. Nog altijd even onnavolgbaar. Het eerste trage nummer is “Nothing Can Change This Love” van Sam Cooke, gevolgd door Booker T-soul en “It Never Rains But Pours”, een improvisatie die crescendo gaat tot het plots pauze blijkt te zijn. Deel twee verschilt in niets, hoewel het orgelwerk de bovenhand lijkt te halen en we met  nummers als “Walking the Dog” nadrukkelijker in zijn beginperiode belanden. Maar goed, dat is nu eenmaal zijn handelsmerk. Uiteindelijk zet hij ons toch nog een hak met de ballade “Fog On the Highway” van Miller Anderson, om te eindigen met een van zijn bekendste nummers: “Big Time Operator”. En al die tijd, beste vrienden, kan Zoot het smoelentrekken niet laten. Hij verslikt zich al eens in zijn eigen stemsprongen en vergt het uiterste van zijn muzikanten door erop los te fantaseren, alle genres dooreen te klutsen en moeiteloos van tempo te veranderen. Kortom, Mr. Money heeft zich weer eens geweldig geamuseerd en wij ook.  

Meer info: http://www.zootmoney.org

Text and photos are © Eddy Bonte. FIrst published in www.keysandchords.com [red. 3april2013]