Wizz Jones & Grandpa Banana

4 november 2012, The Green Note, London  (UK)

Wizz Jones, lichtend voorbeeld van Bert Jansch en Eric Clapton, in een echte, kleine folkclub? Dat kan een mens niet laten liggen. Time Out vermeldde een tweede act: Banana. Banana? Het duurde even vooraleer mijn neuronen de nodige verbindingen hadden gelegd: die avond zat ik dus naast een stichtend lid van de hippieband The Youngbloods.

Banana (Californië) mocht eerst het podiumpje op. Hij noemt zichzelf nu Grandpa Banana en toerde in Engeland om zijn nieuwe cd te promoten, “Even Grandpas Get the Blues”. Wat zou dat worden, een Youngblood meer dan vier decaden na datum? Alleen op  akoestische gitaar. Luister opnieuw naar het album “Elephant Memory” van The Youngbloods, gooi er de flauwekul af (alles mocht en moest toen…) en hou de essentie over: een pastorale. Glooiende folk. Die pastorale sfeer voltrok zich opnieuw: aaibare folkblues of bluesfolk,  het naambordje doet er niet toe. Een ongecompliceerde, maar foutloze gitaar. Een zachte, vriendelijke stem. Grotendeels covers, soms van bekende componisten (bijv. “Riding With the King” van Hiatt), vaker van meer onbekende meesters (“Married to the Blues” van Joe New). Bij uitzondering een eigen nummer, zoals het heerlijke “Just Can’t Quit the Blues”, of een bewerking. We hadden ook recht op “Old Woman” van Joan Baez’ zus Mimi Fariña (die hij een kwarteeuw begeleidde), een Ierse ballade en, uiteraard, het hippielijflied “Get Together”. Banana maakte zelfs een licht walsende “If  You Gotta  Make A Fool Of Somebody” aanvaardbaar, ja, die hit van Freddie and the Dreamers. Op het podium ontbreken natuurlijk alle bekende gasten die zijn cd allure geven, zoals Ry Cooder of David Grisman. Maar ik heb ze die avond niet gemist. Een echte herontdekking. En een mooie cd.

Maar ik kwam eigenlijk voor Wizz Jones (Wales), de zeventiger die naast het grote succes greep, maar als inspiratiebron diende voor Clapton (zegt Clapton nog altijd) en de Britse nieuwlichters wier naam grotere weerklank zou vinden, met Ralph McTell, John Renbourn en Bert Jansch op kop. Jones opent met een medley van o.a. Davy Graham en Jesse Winchester, waarmee hij  direct de toon zet: melodie,  virtuositeit, folk boven blues, blues te verstaan als traditionele folkblues. Volgen: covers van figuren als Pete Atkin, Jackson C. Frank (“Blues Run The Game” ) of Blind Boy Fuller (“Weeping Willow Blues”). Je moet wat in het genre thuis zijn om deze man te kunnen appreciëren. Zelf schreef Jones niet zo veel, maar we hadden uiteraard recht op “Lucky the Man”, een nummer met een  tuning van eigen vondst. Kortom: wie een voorloper van de Britse folk-revival van vijftig jaar terug in goeden doen wilde zien, kon niet beter zitten dan in The Green Note.

Omdat beide artiesten het met elkaar kunnen vinden en uit hetzelfde vaatje tappen, kregen we de traktatie waarop we (ik alvast) hadden gehoopt: een jam. Eigenlijk samenzang en samenspel, zo vermijd je ongelukken when old soldiers meet. Een ballade (ik denk van Winchester) en twee klassiekers in derde versnelling later  (“Lonesome Train”, “Wild About My Lovin’”), keerden wij moe maar gelukkig naar onze B&B terug… .

Meer info: www.grandpabanana.com en www.wizzjones.com

© Text and Photos Eddy Bonte ** Eerste publicatie: www.keysandchords.com (red. 23JAN2014)