John O'Leary

2 John O'Leary & Alan Glen All Stars

“Back to the Flamingo”, 29 oktober 2012 , Bull’s Head, Barnes (London);
“Tribute to Chess”, 7 november 2012, Eel Pie Club, Twickenham (London).     

Sinds een jaar of twee, verzorgen John O’Leary en Alan Glen thematische bluesshows volgens een simpele, maar boeiende formule: kies een bluesthema, stel een stevige kerngroep samen en inviteer een hoop vrienden op het podium. De twee frontmannen zijn niet de eerste de beste. John O’Leary is een zanger en mondharmonicaspeler die al lang zijn eigen groep leidt, maar referenties als Savoy Brown en John Dummer Band op zijn cv heeft staan. Gitarist, zanger en – eveneens - harmonicaspecialist Alan Glen is jonger, maar maakte twintig jaar geleden al furore bij Nine Below Zero. Hij speelde tot voor kort bij The Yardbirds en houdt er twéé groepen op na: The Incredible Blues Puppies en The Barcodes. Dit zijn de ringmeesters, dames en heren.

Steve Morrison & Alan Glen
Bill Hurley with guests Tracy Ray (left), Ali Maas (right)
Papa George and Nick Newall
Papa George & Paul Cox

Back to the Flamingo

In The Bull’s Head, sinds lang een jazzoord en dankzij Pete Feenstra sinds kort ook een blueskruispunt, verzorgen O’Leary en Glen  maandelijks een show die “Back to the Flamingo” heet, naar de fameuze danstent in Soho uit de jaren zestig. The Flamingo, dat was zwetige soul en rokende R&B. Geno Washington, Georgie Fame & The Blue Flames, Jimmy James & The Vagabonds, Zoot Money and The Big Roll Band, speelden er tot de vroege ochtend te dans. 

De tijden zijn wel een beetje veranderd (wij ook een beetje) en vanavond wordt vooral blues geserveerd: rechttoe, rechtaan, uptempo, maar nooit erover.  O’Leary geeft de richting aan: hij zingt en begeleidt zichzelf op harmonica op nummers als “Balls and Chain” (Big Mama Thornton) en  “Snatch You Back” van zijn grote voorbeeld Junior Wells. Met Big  Roll Band-veteraan Nick Newall op sax, ouwe rot Pete Miles op drums en Dave Lagnado op double bass, hoeft niemand bang te zijn voor verveling! Papa George (zang, gitaar) is de eerste gast. Zijn “Runaway Boogie” wordt begeleid door een slide van Alan Glen. Paul Cox, de man met de machtige longen, laat zich op “Don’t Lie To Me” bijstaan door de hoge tonen van gitaargast Emanuele Fizzotti. De Italiaan durft het aan op om op “Have You Ever Loved A Woman”, bekend van Freddie King, solo te gaan met een geslaagde staccato. Glen, Cox en Papa George sluiten samen af met “Further Up On the Road” van Bobby Blue Bland. 

Alan  Glen en Steve Morrison nemen geen pauze. Ze presenteren in plaats daarvan hun gloednieuwe cd, “Blues From South of the River”. Morrison zingt en speelt akoestische gitaar, Glen intervenieert op harmonica: de klassiekers “Hip Shake” en “You Gotta Move” klinken best goed. De tweede entr’acte heet Daniel Smith, rijzende ster aan het firmament van de boogie woogie-piano. Hou ‘m in de gaten.
Maar dan is het alweer tijd voor deel twee, waarin Paul Cox nogal wat ruimte inneemt. Hij inviteert zijn maat Bill Hurley op het podium, ja, de stem van The Inmates. Hurley sukkelt duidelijk met zijn gezondheid, maar hij heeft er zin in en zijn stem is intact. Op scène staan nu dus twéé paar superlongen en na “A Mess Of Blues” en  “Route 66”, doen de heren het in duet op “Some Kinda Wonderful”. Het feestje wordt afgerond met “Got My Mojo Working” en “Stormy Londay”. Niet zeer creatief natuurlijk, maar met zoveel talent voor de prijs van één een toegangsticket zullen we niet zeuren. De lokale zangeressen Ali Maas en Tracy Ray maken op mij geen indruk, maar het gaat er omdat Glen en O’Leary jong talent toch een kans geven.

John O'Leary, Tim Haines, Alan Glen
Laurie Garmann, Fran McGillivray, Mike Burke, Alan Glen

Tribute to Chess

Ook in the historische Eel Pie Club, brengen de All Stars van John O’Leary en Alan Glen thematische avonden. Dit keer werd geopteerd voor een “Tribute to Chess” en aangezien zowat iederéén met naam voor Chess heeft opgenomen – van Chuck Berry over Koko Taylor tot Willie Dixon – is de formule breed genoeg om iedereen te bedienen.  En verrassingen in te lassen.

The All Stars openen veelbetekenend met Elmore James en Junior Wells. Daarna treedt een overweldigende reeks gasten aan, te beginnen met kerels die je niet elke dag meer te horen krijgt. Pete French (o.a. Cactus) zingt een sublieme versie van “I Ain’t Superstitious”, Don Craine (Downliners Sect) brengt Bo Diddley en Jimmy Tucker en voor “Walkin’ By Myself” treedt Ali McKenzie van The Birds aan, de eerste groep van Ron Wood geleid door zijn oudere broer Art. Tussendoor even het sublieme gitaarwerk onderstrepen van Tim Haines: hij staat bekend als reggaegitarist, maar strooit hier kwistig heavy chicago en Jeff Beck. Knap. Tussendoor nog even een ereteken opspelden voor de hortende harmonica van de wat schichtige Laurie Garmann, de virtuositeit van de toetsenist Bob Haddrell, de efficiënte drums van Pete Miles en de altijd alerte en spaarzame saxman Nick Newall.  Je zou bijna vergeten dat Glen en O’Leary hier de leiding hebben, maar daarover laten ze in de tweede set geen twijfel bestaan: Fran McGillivray roept Koko Tayor tot leven (met haar man Mike Burke op gitaar), terwijl de All Stars het voortouw nemen op John Lee Hooker, Robert Johnson en BB King. Bill Hurley en Paul Cox zijn ook nu van de partij, Daniel Smith neemt het klavier even over, het hele podium staat zowat vol…  Na T-Bone Walker en Chuck Berry, eindigen met de rituele samenzang van, u raadt er goed, “Mojo”.  

Gaat dat zien.

Text and photos are © Eddy Bonte (red. 5DEC212)

John O'Leary http://www.johnolearyb.com
Alan Glen: zie pagina Alan Glen 
Eel Pie Club  www.eelpieclub.com
Bull's Head Barnes www.thebullshead.com

Pete French
Tim Haines
Ali McKenzie

2. John O'Leary: As Blue As I Can Be

ITMM CD 4093 cd-recensie

Van Chicago naar Belgrado over Londen? Met een universeel geworden muziekvorm als de blues moet dat kunnen, zeker als de naam John O’Leary is. Toch, u kent hem wél: deze mondharmonicaspeler par excellence is mede-oprichter van Savoy Brown, de onmisbare schakel in de John Dummer Band (met broer en zus Kelly) en de Brunning Hall Sunflower Band, de man die met Champion Jack Dupree een album opnam. Hij heeft eindelijk zijn eerste soloplaat uit. Hij trok er helemaal voor naar Belgrado, waar hij kort tevoren een lokale bluesgroep had ontmoet: de Point Blank Blues Band o.l.v. de redelijk fantastische gitaarmartelaar Dragoljub Crncevic.  Binnen de kortste keren hadden ze heel Chicago gedownload, want dat is O’Learys specialiteit: chicagobluesharmonica in de traditie van James Cotton of Junior Wells. Zoals zijn helden, heeft hij er een handje van weg om de harmonica tot opperinstrument te bevorderen zonder het groepsgeluid onrecht aan te doen. Naast een paar klassiekers (“Divin’ Duck” en “Nineteen Years  Old”), serveert O’Leary twee nieuwe nummers van Crncevic en een half dozijn originals van eigen makelij. Dit is ook de eerste plaat waarop O’Leary zingt en zijn geflambeerde stem past uitstekend. Wij zagen O’Leary live met een andere bezetting, maar met hetzelfde stomende resultaat. Zijn bluesideaal? The American way. Zijn eindproduct? Een kingsize pak Chicago zonder filter, met minder geshuffel en meer funk- en jazzritmes. Wie stil kan blijven zitten, moet dringend zijn dosis slaapmiddelen herzien. 

Meer info: John O'Leary http://www.johnolearyb.com

Text and photos are © Eddy Bonte (red. 5DEC212) 
Eerst gepubliceerd in Back to the Roots magazine, zie ook www.backtotheroots.be

1 Alan Glen & John O’Leary All Stars: Tribute to Cyril Davies.

Eel Pie Club, Londen, 12 mei 2010.

Is het mogelijk een spannende bluesavond te puren uit een opeenstapeling van de allerklassiekste klassiekers, zoals “Mojo Working”, “Smokestack Lightning” en “Hoochie Coochie Man”? 

Ja, als je de crème de la crème van de Londense bluesscene op één podium propt. Jaja, als die ook nog eens komen spelen uit overtuiging, in casu om hulde te brengen aan de veel te vroeg gestorven Engelse bluespionier en chicagobluesfreak Cyril Davies (1932-1964). Hoe kan men deze mondharmonicaduivel beter eren dan de leiding van zo’n avond toe te vertrouwen aan de even getalenteerde harmonicaspecialisten Alan Glen (o.a. Nine Below Zero, Yardbirds)  en John O’Leary (o.a. John Dummer, Savoy Brown). Hun vriendenlijste oogde indrukwekkend: saxofonisten Art Themen (o.m. Alexis Korner) & Nick Newall (o.a. Zoot Money), Papa George (slide), Peter Miles (drums, o.a. Jo-Ann Kelly), Costa Tancredi (bas, o.m. Eric Clapton), Bob Haddrell (klavier, Barcodes), Paul Cox (stem), gitaristen Don Crane (Downliners Sect), Tom Nolan & Robin Bibi, enzovoorts enzoverder [1] .

Tijdens een feestje van dik twee uur, werkten de All Stars zich door een reeks bluesklassiekers met de geliefkoosde  chicagsound van Davies als leidraad en – uiteraard – met de mondharmonica als ijkpunt. Glen en O’Leary kregen overigens bekwame steun van de onbekende harpisten Laurie Garman en Dave Raffell. Het leuke aan dit  type evenement is natuurlijk dat muzikanten die nooit een bühne delen, nu samen musiceren, vooral al improviserend. Het samenspel tussen de saxen van Newall en Themen enerzijds en de harmonica van de schuchtere Garman anderzijds, werkte wonderwel. Ook leuk is dat veel artiesten hun vertrouwde solopad verlaten; zo ontpopte de rustige slider Papa George zich tot een rockende leadgitarist! Tegelijk creëerde vooral Glen ruimte voor een jazzy accent in de begeleiding en de solo’s, in het bijzonder middels de drums van Dino Coccia, het klavier van Bob Haddrell, de loungy stem van Earl Green  en de expliciete jazzsax van veteraan Art Themen. Een toets soul kon er ook nog bij, dankzij de sax van Nick Newall, oorspronkelijk lid van Zoot Money’s Big Roll Band, en de heerlijke, totaal onderschatte stembanden van Paul Cox, die een indrukwekkende “Stormy Monday Blues” de zaal in keilde. Uiteraard kon het herkenningsnummer van Cyril Davies niet ontbreken: diens compositie voor harmonica, “Country Line Special” uit 1963, werd door Alan Glen en Tim Hain creatief omgebouwd met een reggaedeun én een tekst over de bluesboom in Engeland [2] ! Een eivol podium beëindigde het feestje met een spetterend “Rock Me”.   

 Text and photos are © Eddy Bonte (red. 5DEC212) (MEI2010)

[1] Stonden langer of korter op de scène:  Raphael Callahan (gtr, zang), Pete French (zang), Paul Cox (zang), Don Crane (gtr), Tom Nolan (gtr), Robin Bibi gtr), Papa George (gtr), Earl Green (zang), Roy Parsons (bas), Costa Tancredi (bas), Tim Hain (zang, gtr), Dave Raffell (hnca), Laurie Garman (hnca), Bob Haddrell (klavier), Dino Coccia (drs), Peter Miles (drs),  Nick Newall & Art Themen (sax), John O’Leary (zang, hnca) en Alan Glen zang, gitaar, harmonica). 

 [2] Alan Glen & Tim Hain brachten de herwerkte versie uit als cd-single onder de titel: “Eel Pie Special”, Eel Pie International, www.timhain.com.  Het label op deze cd lijkt als twee druppels water op de originele Pye International single van “Country Line Special”! 

John O'Leary http://www.johnolearyb.com
Alan Glen: zie pagina Alan Glen 
CYRIL DAVIES: www.cyrildavies.com