Birdwood at The Eel Pie

The Eel Pie Club, Twickenham (London), 23 april 2015.

Een combinatie van The Birds en The Artwoods, aangevuld met Downliners Sect. Is dat geen droom van een Britse R&B-groep uit de jaren zestig? Wel, deze droom staat nu voor mij op het podium van de club waar het allemaal begon: The Eel Pie.

Naar aanleiding van het overlijden van Art Wood in 2006, de leider van de legendarische R&B-groep The Artwoods en oudere broer van Ronnie, geraakten Ali McKenzie en Derek Griffiths aan de praat over muziek. Ali McKenzie is de originele zanger van The Birds, de eerste groep van Ronnie Wood. Derek Griffiths is de originele gitarist van The Artwoods, de band van Art Wood dus. Ze besloten hun krachten en hun liefde voor de rhythm and blues te bundelen en opnieuw een groep te vormen, toepasselijk Birdwood genaamd. Twee leden van The Downliners Sect, zegen ook toe: Keith Grant Evans, de originele bassist, en huidige drummer Mark Freeman. Toetsenist Chris Parren (o.a. The Strawbs) vervolledigde de kerngroep.  

RASMUZIKANTEN 

Zal het wonder zich ook op het podium  voltrekken? Ja, het wonder voltrekt zich. Ik ga er van uit dat de bekendste nummers van The Birds en The Artwoods worden hernomen, maar Birdwood stippelt zijn eigen R&B-pad uit en dat is een eigenzinnig en heel breed pad. Ik hou toch even mijn hart vast wanneer ze inzetten met een klassieke rocker, “Bony Moronie”, en als vervolg opteren voor  de superklassiekers “Got My Mojo Working” en “Kansas City”. Maar die aanpak werkt. Vooreerst is McKenzie is werkelijk uitstekend bij stem: hij zingt en gromt en grolt naargelang het hem uitkomt en verkoopt de nodige show, hangend of draaiend aan de microstaander, annex de nodige mimiek en gepaste pasjes.  Hij is het die de band dirigeert. Gitarist Griffiths valt amper op, hij speelt geen noot te veel en volumeknoppen of effectpedalen zeggen hem niets. Griffiths is een rasmuzikant en dat geldt evengoed voor de klokvaste en nooit opdringerige ritmesectie Freeman-Evans.  Op het achterplan, ontpopt de bescheiden Chris Parren zich tot een ware klaviervirtuoos.

EIGEN DRAAI 

De aanpak werkt ook omdat Birdwood zo slim is om al die klassiekers een eigen draai te geven. “Kansas City” wordt een vertraagde shuffle waarop het orgel van Parren onverwacht de hoofdrol opeist, terwijl “Little Red Rooster” een jazzy uitvoering krijgt. Tot slot, werk t de aanpak van Birdwood omdat ze R&B breed opvatten en toch de samenhang weten te beweren: “Will You Love Me Tomorrow”, bekend van The Shirelles en Helen Shapiro, valt niet uit de toon, evenmin als “One NIght  With You”, dat in ons gemeenschappelijk geheugen staat gegrift als een hele trage slow van Elvis. Keith Grant Evans achter de microfoon voor zijn afwijkende versie van “Blowin’ In the Wind”, is wellicht de vreemdste keuze van de avond, maar ik kan ook daarin geen graten vinden.  

De verrassingen zijn ook niet mis: gast Don Craine, de originele zanger van The Downliners Sect, durft het aan Hank Williams te brengen, vooraleer in zee te gaan met Bo Diddley en diens “Who Do You Love”.  Hij wordt bijgestaan door verrassing nummer twee: saxofonist Nick Payne (o.a. Georgie Fame en Bill Wyman’s Rhythm Kings) die zich hier een fantastisch harmonicaspeler toont. Kort daarna vormt hij een duo met verrassing drie, baritoonsaxofonist  Terry Marshall. Beide blazers komen uitstekend van pas voor de finale, want die bestaat uit een reeks soulnummers van, bijvoorbeeld, James Brown en Eddie Floyd. “My Babe” wordt de afsluiter, maar daarmee is het R&B-spectrum van Birdwood niet voltooid. Er kan nog één bisnummer van af en alle muzikanten gaan nog even loos op “What I’d Say” van Ray Charles.  

Een fraaie prestaties van deze Britse R&B-pioniers,  waarvan de korte versie nu ook op een cd te verkrijgen is.

© Eddy Bonte

EERSTE PUBLICATIE/ http://www.keysandchords.com/birdwood-bull-23-april-2015-bull-the-eel-pie-club-twickenham-london.html  ** Op deze site 18/08/2016