Roel Janssen: "1968" (recensie)

"1968" van ROEL  JANSSEN

Ik lees geen boeken over mei ’68 met als titel “31 dagen die ons leven veranderden?” (uitg. Houtekiet). Niet zozeer omdat de titel een negatief antwoord impliceert, maar omdat Mei ’68  vernauwen tot mai 68 betekent dat men het onderwerp niet heeft begrepen.

Mei ’68 van Parijs begon al vier jaar vroeger in Californië. Parijs sliep nog toen de Italianen en de Leuvense studenten op straat kwamen. Ik lees zo’n boek evenmin omdat de wervingstekst op de site van de uitgeverij spreekt over de “duidelijk zeer tegenstrijdige gevoelens” die mei ’68 nu oproept bij de protesterende jongeren van toen. Maar natuurlijk, lieve vrienden, mei ’68 was een complexe beweging, met veel tegenstrijdigheden, met veel pogingen, met oneindig veel lef en branie, ontstaan uit uiteenlopende aanleidingen en vorm gegeven in diverse culturen, van Leuven Vlaams tot de zwaarbewapende Japanse studenten die de politie naar huis mepten tot het Mexicaanse leger dat een bloedbad aanrichtte.   


Dan liever de publicatie van de Nederlandse journalist Roel Janssen. Als student voelde hij zich meteen door de gebeurtenissen aangetrokken en trok hij voorwaar naar Parijs om de revolte zelf mee te maken! Een verslaggever in wording dus. Een heel avontuur, ook al bezat Janssen toevallig een auto, want autosnelwegen waren er niet, en ja, Parijs, waar ligt dat eigenlijk? Janssen heeft er onvergetelijke momenten beleefd en de sympathie is gebleven, dat blijkt uit elke bladzijde van dit aangename, bijzonder leesbare en knap geschreven boek.
Jansen heeft het onderwerp wel begrepen: de revolte van mei ’68 is in wezen maar één van de vele opstanden en Parijs één van de vele plaatsen waar de oude orde werd uitgedaagd en naar de prullenmand werd verwezen. Janssen behandelt dus ook Mexico, Praag, Chicago, Amsterdam en zelfs de slachtpartij in My Lai – want de oorlog in Vietnam was een enorme ‘trigger’ voor de Amerikaanse studenten. Op p. 158 vat Janssen het goed samen: de jongeren vinden elkaar in de studentenbeweging, het zwarte radicalisme, hippie, de verlegging van grenzen (seks, drugs, maar ook in de muziek) en de kritiek op de gevestigde orde.

Janssen is een politiek journalist en elk voordeel is ook zijn nadeel. De auteur weidt in elk hoofdstuk uit over de achterliggende politieke en geostrategische structuren. Zo krijgen we heel wat literatuur over het Russische partijapparaat te verwerken vooraleer de inval in Praag aan bod komt. Dat lijkt me soms overbodig, maar dat kan ook komen omdat ik die materie beheers – als gewezen journalist. Voor mij mocht er meer nadruk liggen op muziek, seksualiteit, alternatieve levenswijzen, ontluikende ecologie, identiteit (toch wel!). Meer op hippie dan de zuiver politieke beweging. De media begrepen uiterst links beter dan de hippies, omdat ook uiterst links het spel van de macht en de partijpolitiek speelt. Daarom komt de politieke kant van ’68 meer aan bod. Het hoofdstuk over Amsterdam en Provo is daarom alleen al de moeite waard omdat het aantoont dat de revolte wel degelijk alle autoritaire, gevestigde waarden in het vizier nam, ook het gezin en de school, de inrichting van de stad, de persoonlijke gezondheid, de mobiliteit, tot en met de klassieke psychiatrie en psychologie. En omdat Provo (en Kabouter) alternatieven uit de grond stampten, zeer tastbaar en reëel. Over de persoonsgebonden alternatieven, zoals in de psychiatrie, lezen we hier helaas niet veel. Over de effecten op de kunstwereld nog minder.

Maar goed, Janssen geeft zelf aan dat hij het onderwerp benadert als een “journalistieke wereldreis langs de hotspots”en dat heeft hij uitstekend gedaan.
En voor de auteurs van “31 dagen die ons leven veranderden?”: mei ’68 is geen homogeen verhaal. Zeg dat Janssen het gezegd heeft.

© Eddy Bonte (redactie 30Apr2018)
Ook geplaatst in De Groene Belg  1503 van 10/05/2018  www.degroenebelg.be

REFERENTIE:  Roel Janssen: “1968”, uitg. Balans, 2018, 272 blzn., ongeveer €20.