De rebel: Antoine en Johnny Hallyday

In zijn autobiografie “Oh Yeah!”, herinnert Antoine (*) er enkele keren aan dat de jonge Johnny Hallyday een jeugdige, vernieuwende en rockende rebel was, maar algauw minderwaardig werk opnam – zie ook de evolutie van Elvis Presley tussen 1956 en 1962. Het rebelse was snel weg, zowel op het vlak van de attitude, de muziek als de boodschap. In 1966 nam Johnny met “Cheveux longs, idées courtes” zelfs stelling tegen de protestzanger Antoine, dus tegen de rebellie en de nieuwe jeugdcultuur. Later zou hij politiek gesproken zelfs duidelijk rechtse standpunten innemen, zie alweer Elvis.

Hoe zou dat nu komen? Johnny was een rebel van de vormelijkheid en de uiterlijkheid, van de attitude ook. Zijn lichaamsbewegingenen op scène ware rebels an sich.  Daarom ook werd de pelvis van Elvis op tv gecensureerd. Ook het ritme van Johnny’s muziek was rebels als dusdanig, zoals de “wilde” dansen (nog meer lichaam) die erbij pasten. Maar: zonder enige rebelse inhoud. Zoals Antoine opmerkt: de zangers vóór Dylan, Donovan en hemzelf zongen over de klassieke liefde tussen twee mensen. Antoine, Donovan, Dylan en heel de nieuwe generatie zong over vrede tussen alle mensen. Johnny keerde zich tegen Antoine omdat deze laatste bovenop het uiterlijke en vormelijke, ook nog inhoudelijk rebels was, dus dubbel rebels. Johnny hield het bij het esthetische, de verpakking.

In die zin is Johnny ook een artistieke rebel, want ook in de kunsten volstaat het de vorm te veranderen. Mondriaan en van Gogh waren revolutionairen van de vorm en de esthetiek, want voor de rest schilderden ze gekende thema’s (landschappen), gebruikten ze klassieke materialen (verf) en een klassieke drager (doek) met klassieke presentatie (ingekaderd / aan de muur). Alleen zagen hun velden, bomen en luchten er anders  uit. Zoals ook Johnny de klassieke instrumenten gebruikte, de klassieke liedjesstructuur volgde en de klassieke themata bezong - maar als rocker anders klonk dan de balladeer en de crooner..

Echte rebellen veranderen méér. Dylan brak met het klassieke instrumentarium van de folk door op te treden met een elektrische gitaar en een voltallige elektrische groep. Hij sprak zich uit tegen patriottisme en oorlog. Warhol leverde grafisch werk af op industriële schaal, geen individuele schilderijtjes. De Amerikaanse hippies veranderende de vorm, maar ook de aard van de betoging door stil te zitten (sit-ins) in plaats van te stormrammen en door bij elk protest een positief element in te lassen en het geheel rijkelijk te voorzien van het leven (dans, muziek, eten, lichamelijk contact) in plaats van de dood.

Eddy Bonte

(*) Antoine werd met zijn single “Les Elucubrations d’Antoine” in 1966 op slag beroemd en uitgeroepen tot Frankrijks protestzanger par excellence, de tegenhanger van Dylan en Donovan. De ironische passage die hij over Johnny Hallyday inlaste, leidde tot een heuse mediarel. Hallyday repliceerde met de single "Cheveuc longs, idées courtes". Jongeren – en de jeugdpers voorop - waren toen pro of contra Johnny of Antoine. Zijn “Oh Yeah! Souvenirs” (Arthaud, Paris, 2007) is heel vlot geschreven en roept de tijdgeest perfect op.  

ZIE DE "BONTERIA'S" IN DE RUBRIEK "OPINIES".