DE MUZIKANTEN ALS AVANT-GARDE VAN HIPPIE

Hoe groot de verdiensten van politiek links ook zijn, marxist-leninisten, socialisten, trotzkysten e tutti quanti zijn en blijven aanhangers van machtsstructuren, hiërarchie en discipline. Zoals elk paradijs, wordt ook de hunne uitgezonden in uitgesteld relais – wachtend op les lendemains qui chantent en het ultieme stadium van het ware socialisme. De kritiek is bekend: hier lijkt links te veel op rechts. Initiatieven die het dagdagelijkse leven in een werkelijk alternatieve richting sturen, spruiten keer op keer voort uit andere omgangsvormen, verhoudingen, zijns- en leefwijzen – per definitie concreet, bruikbaar en vermenigvuldigbaar. En direct. Dit is hippie territory en op dit terrein toonden de artiesten het voorbeeld. 

BLUEGRASS EN BANJO

Aan de basis van de West Coast-muziek liggen rustige, traditionele genres zoals folk en bluegrass. Hippie is in hoge mate blank, zo ook haar muzikale oorsprong. Blues speelt wel een rol, vooral de folkblues – die op zijn beurt schatplichtig is aan de Europese en dus blanke traditie. In 1963, brachten  Robert Hunter en Jerry Garcia bluegrass, met Garcia op banjo! The Charlatans stonden eveneens op de eerste rij van de nouvelle vague. Hoewel bezieler George Hunter zijn folkgroepplannen snel inruilde voor een elektrisch geluid en de groep als een voorloper wordt beschouwd, kan je The Charlatans niet met high in the sky-gitaren associëren. Toen Charlatan Dan Hicks zijn eigen groep oprichtte – Dan Hicks and the Hot Licks – bleek ex absurdo hoe groot de folkinvloed nog altijd was. Jefferson Airplane, een andere grondlegger van de nieuwe muzikale beweging, klinkt in den beginne vrij gematigd: Martin Balin kwam uit de folk, op het repertoire prijkten composities van Judith Henschke (‘High Fling Bird’) en Fred Neil (‘The Other Side of  This Life’) en hun LP “Takes Off” draait op laagspanning. 
Niettemin was de trend gezet: ”blues psychédélique, folk électrique, country rock cosmique”, vormen voor Barney Hoskyns de gietvorm van de San Francisco sound in wording. Kosmisch geluid creëren helpt natuurlijk wel als je muziek hebt gestudeerd bij de avant-garde componist Luciano Berio - zoals Warlocks-drummer Phil Lesh! Overigens kende Charlatans-stichter Hunter - ontwerper is een betere term - geen fluit van muziek, maar hij begreep het gewicht van pose, attitude, uiterlijk en de inherente vernieuwing van het visuele; hij fotografeerde en filmde The Charlatans voor die tijd op buitensporige wijze.

NIEUW IDEEEN

De maatschappelijke vernieuwing die zich nu snel ontwikkelde – de Californische studenten en hun Free Speech Movement waren al een paar jaar bakens aan het verzetten – kon niet worden begeleid door brave banjo’s in zwart-wit. Hier paste een harder geluid, minder conventioneel, een vrijer geluid ook. Gemaakt door vrije muzikanten, tieners en jonge twintigers die zelf de norm zouden bepalen. Was “echte” folk akoestisch, dan werd er een versterker op gezet. Klonk blues uitsluitend “authentiek” met twaalf maten, dan lasten ze een solo in van hier tot ginder. Moest de compositie binnen het gelijnd muziekpapier passen, dan joegen ze de meetinstrumenten in het rood met rare geluiden. En componeren deden ze naar eigen inzicht, niet gehinderd door conventies inzake techniek.  
Als  muziek een vernieuwend effect moet hebben, moet ze meer doen dan begeleiden, opluisteren of  de sound track vormen van acties, betogingen en gatherings.  Ze moet ook aansluiting vinden bij de nieuwe vormen en ideeën. 
Hij bekeek het een beetje eenzijdig, maar Charlatan-stichter George Hunter had begrepen dat muziek alléén niet volstond. De groep had recht van spreken: Hunter moest het hebben van pose en uiterlijk (hij kon zingen noch spelen) en pianist Mike Ferguson was ook eigenaar van The Magic Theater for Madmen Only, zeg maar de eerste hippiewinkel ofte “head shop” in San Francisco. Sprekende, hoogst relevante voorbeelden, want de ontluikende hedonistische hippiecultuur rijmde lang niet altijd met de linkse actiecultuur van de studenten aan de overkant van de baai, in Berkely. Typisch is dat Jerry Garcia’s groep The Warlocks  de vaste groep werd op de acid tests (zeg maar lsd-feestjes) van Ken Kesey, vriendje van The Hell’s Angels, beatnik in oorsprong en vijand van de studentenbeweging. Op Country Joe & The Fish na, klasseerden de radicale studenten al die muzikanten in het andere kamp…

COMMUNITIES & TRIBES

Maar de nieuwe groepen die her en der werden gevormd, droegen wel degelijk hun steentje bij tot de kritiek op de Amerikaanse samenleving en het streven naar een alternatief. Niet door meer  inspraak te eisen in het bestuur van stad of universiteit en eigenlijk ook niet door folk te verrijken met psychedelische geluiden. Wel door alternatieve omgangsvormen, verhoudingen, zijns- en  leefwijzen te introduceren en zelf het voorbeeld te geven. 
In 1965 huurt ene Chet Helms een pand en zet een collectief op, The Family Dog. Hij kreeg het simpele, maar lumineuze idee om ballroom gigs te organiseren met plaatselijke muziekgroepen en het is daar dat de hippies elkaar ontdekten en een gevoel van hippie community ontstond. Linkse studenten houden zich op in een partij, hippiejongeren vormen een gemeenschap. Linkse studenten denken aan economische paradigma’s, hippies aan kledij, voeding, opvoeding, kunst en het spritiuele leven. Links is niet vies van een robbertje vechten of revolutionair geweld, hippie is pacifistisch. Typerend is ook dat hippiegemeenschappen tribes werden genoemd, “stammen”. 
 Heden ten dage zijn stammen fanatiekelingen die hun “krijgsheer” volgen, maar de hippies namen de antropologische betekenis over -  kleine, hechte, specifieke gemeenschappen – en voegden er eigen kenmerken aan toe: ruraal, zelfbedruipend, pre-industrieel, artistiek, afwijkend van de vigerende burgerlijke normen. De Human Be-In van 14 januari 1967, staat ook bekend als “the gathering of the tribes” genoemd. Het trefwoord op de affiche is Pow Wow. Pow Wow betekent samen-komen, overleggen, oplossingen zoeken, delen, kennismaken, uitwisselen, samen ervaren. Initiatiefnemer Allen Cohen zou nadien toegeven dat het ook zijn bedoeling was om de twee hoofdfracties van de counter culture bij elkaar te krijgen, de studenten en de hippies.  De Hell’s Angels, die nog even een zekere geloofwaardigheid van outlaws konden ophouden, gaven eveneens present. Toch is de affiche van de Human Be-In zeer hippie en dus ook wel tamelijk Beat. Michael McClure, Gary Snyder, Laurence Ferlenghetti en Alan Ginsberg vertegenwoordigen de cultureel-artistieke inbreng eigen aan het hippiedom, maar zijn eigenlijk allemaal “oudere” Beat-literatoren. LSD-head  Timothy Leary sprak de verzamelde ‘tribes’ toe en de anarchist Jerry Rubin was de enige politieke spreker van enige betekenis. En natuurlijk verzorgden plaatselijke groepen de muziek, zoals The Grateful Dead en  Quicksilver Messenger Service, groepen die buiten Frisco amper bekendheid genoten.

ONDER GELIJKEN

De muzikanten waren niet enkel via optredens in ballrooms en gatherings verantwoordelijke voor het gemeenschapsgevoel. Alle artiesten waren bereikbaar, het waren gewoon inwoners van San Francisco. Belangrijker was dat ze de barrière tussen de muzikanten en de toehoorders opzettelijk negeerden of afbraken en ook zo het gemeenschapsgevoel aanscherpten. Een optreden was geen event, het was een gathering, een bijeen-komst. Op zo’n bijeenkomst ontmoette men gelijkgestemden die elkaar ontdekten als leden van een community. De muziek fungeerde niet als  auditief behang, muziek was de kern van de zaak, de katalysator zelve. Vanuit die optiek, waren Groepen als The Mystery Trend, Jefferson Airplane,  The Great Society, The Dead of The Charlatans per definitie niet commercieel. Ze beantwoordden niet aan het imago van de Artiest met hoofdletter, ze stonden niet buiten of boven de toehoorders of toeschouwers –  in wezen was iedereen deelnemer. Je kan gerust stellen dat deze muzikanten de symbolische functie van de kunstenaar in de gemeenschap weer opnamen, een rol die sinds de Romantiek nochtans was veranderd in die van het getormenteerde, geïsoleerde, zonderlinge, door ongrijpbare Muzen voortgedreven Genie – vaak niet of fout begrepen. Tegelijk haalden ze een hoofdpijler van de Westerse industriële samenleving naar beneden: de hiërarchie. Links bevecht de onrechtvaardige verdeling van macht of de onderdrukkende effecten van hiërarchie, hippie kant er zich simpelweg tégen. 
Van community gesproken: zowel de Dead als Jefferson Airplane beschikten over een ruim pand dat tegelijk dienst deed als repetitieruimte en waar voortdurend volk binnen en buiten liep. In mei 1968 (!) kocht de Airplane een pand met zeventien kamers in Fulton Street, nabij Golden Gate Park. Het huis zou volgens Hoskyns al vrij snel dienst doen als ultiem rockpaleis. Zeg maar: communes. Volgens Chet Helms waren muzikanten en fans (die term is niet echt correct in deze context) gewoon “peers”, gelijken dus.

APATHIE?

Kortom, in de begindagen toonden de muzikanten duidelijk het grote voorbeeld: zij waren het alternatief zelve. De notie van “peers” is cruciaal: een samenleving zonder hiërarchie en in elk geval gemeenschappen zonder Leider, was één van de grootste betrachtingen van hippie. Een gezin zonder dominante vader, een gemeente zonder omnipotente burger-vader, een muziekgroep zonder “lead”gitarist of “lead”zanger: het ideaal klinkt enigszins freudiaans, maar is in elk geval in hoge mate  tegengesteld aan het linkse politieke model (het marxisme-leninisme noemde zichzelf wetenschappelijk, ontwikkel daar maar eens een alternatief voor…).  
Links – en zeker de New Left – verweet de hippiegemeenschap politieke apathie, maar dat is niet helemaal terecht. Anti-autoritaire initiatieven, zoals crèches, ontstonden in de schoot van hippie. Stokely Carmichael, de beruchte Black Panther-activist, verdedigde de stelling dat van individualisme geen sprake kon zijn zolang de onderdrukte groep (in casu: de Amerikaanse negers) nog geen groepsidentiteit had opgebouwd. Van dominant en repressief denken gesproken!
De vorming van aparte  gemeenschappen is in casu bovendien een aanklacht tegen deconsumptiesamenleving, terwijl de verhoging van materieel welzijn tot de klassiekers van links behoort. Politieke apathie of niet, alle groepen uit Frisco gaven gratis concerten, keer op keer.  Zo brachten ze een cultuur van delen, ervaren, uitwisselen, vrijgevigheid en solidariteit in de praktijk – dus toch weer net linkser dan je zou verwachten…
Alain Dister, de de Franse fotograaf die het allemaal meemaakte en meebeleefde, noemt de muzikanten de “woordvoerders” en de “chroniqueurs” van de beweging.

© Eddy Bonte (red. 30mrt2012)
Dit artikel werd eerst gepubliceerd in www.keysandchords.com van 22 maart 2012

REFERENTIES

Alain Dister: “Oh, Hippie Days! Carnets américains 1966-1969»,  Fayard (coll. J’ai Lu), 2011.

Barry Hoskyns: «San Francisco 1965-1970. Les années psychédéliques”, Le Castor Astral, 2006 (oorspronkelijk: «Beneath the Diamond Sky. Haight-Ashbury 1965-1970», Simon & Schuster, NY, 1997).

Website Dan Hicks, eerste drummer The Charlatans: www.danhicks.net

Website Mike Wilhelm, leadgitarist van The Charlatans: http://www.flyingsnail.com/Scrapbook/Mike_Wilhelm-The_Charlatans.html

Hippiecultuur en -archief: http://www.hippy.com