The Hippie Idea

In Search Of The Lost Chord. 1967 And The Hippie Idea.
 

Hoewel de auteur al op jonge leeftijd in de “music business” aan de slag ging en bij maatschappijen als, bijvoorbeeld, Warner Bros., Swan Song en Atlantic, hoge posities bekleedde, uit hij zich hier onverbloemd als hippie en breekt hij een lans voor het gebruik van LSD en marihuana.

Het jaar van The Summer of Love, 1967 dus, betekent voor Danny Goldberg het culminatiepunt van “the hippie idea”. Daarna spoelde de beweging weg, maar niet “the idea’. De zoektocht naar “the lost chord” gaat verder, ja eindigt nooit. Is hippie dan niet tegenstrijdig met CEO spelen? Niet echt, want Goldberg bekent zich duidelijk tot de spirituele, zenboeddhistische fractie van hippie.
In deze mengeling van memoires, autobiografie en cultuurgeschiedenis, staan twee met elkaar verbonden begrippen centraal: 1) the hippie idea 2) the lost chord.

THE LOST CHORD

De hippies, en dus ook Goldberg, waren op zoek naar wat in het Engels “the lost chord” heet, letterlijk: het verloren akkoord. Een queeste, dus. De term verwijst naar een orgelist die op een bepaald ogenblik het meest sublieme, verheven, harmonieuze akkoord vond. Heel even vervulde het hem met schoonheid en perplexiteit tegelijk. Toen vlood het akkoord heen. Het meest sublieme is ook het meest kortstondige en efemere, dat men nooit kan terugvinden. Voor Goldberg was 1967 dat hemelse moment. Dàt akkoord kon ook nooit worden teruggevonden, omdat het bestond uit een reeks uiteenlopende, soms aan elkaar tegengestelde klanken wier herkomst ook al onduidelijk bleef. Een unieke vorm van energie, was het resultaat. Maar het subliemste akkoord te hebben meegemaakt, is  een onuitwisbaar privilegie dat een leven kan markeren.
Wie niet open stond voor het sublieme of er bang van was, maakte het dan maar kapot: de profiteurs, de dealers, de pooiers, de junks, de verloren gelopen tieners zonder achtergrond of toekomst. En allen die het leven beschouwden als een belegging en een materiële opeenstapeling - en derhalve elke spiritualiteit ontbeerden. De welmenende, soms naïeve, hippies hadden zoveel kwaad en domheid niet verwacht en lieten zich omver kegelen. Tegen het eind van de jaren ’60, stond hippie buitenspel als maatschappelijk fenomeen. Maar niet als “idea”.

THE HIPPIE IDEA

Dit brengt ons bij het tweede centrale begrip: “the hippie idea”. Om meteen korte metten te maken met elke poging tot dogmatisme: er is niet één hippie idea, de hippie idea is een samenstelling van allerlei componenten: kralen, kleuren, spiritualisme, peace and love, terugkeer naar de natuur, enzovoorts. Dat alles, maar nog veel meer: the hippie idea is in wezen de kracht die daarachter verscholen ligt,  een ondefinieerbaar samenhorigheidsgevoel, de Griekse “agape” oftewel universele, onvoorwaardelijke liefde. Heel kort bestond de tijd dat hippies elkaar meteen herkenden en zonder meer erkenden en aanvaarden: tekens, woorden, aanrakingen, een zekere stijl en woordenschat.

De hippies beseften maar half hoeveel dreiging uitging van hun [ἀγάπη] – agape - door Goldberg “communal sweetness” genoemd. In een wereld van contracten en advocaten, bestaat geen onvoorwaardelijkheid. Die universaliteit van de agape bedreigt meteen ook het egoïsme en het eigenbelang. Het immateriële stuit op onbegrip bij de massa die de zogenaamde zin van haar leven net ontleent aan de koopbare dingen. Ook klassiek links, kon niet met Hippie overweg en wel om exact dezelfde redenen: links kan niet leven zonder economische doctrine van stapelbare vooruitgang. En hippie valt niet te combiberen met een doctrine.  
Al met al was hippie niet te vatten: te kleinschalig, te divers, te immaterieel, onduidelijk omschreven, zonder einddoel of voorgeschreven weg. Gevaarlijk dus.

WILDE TUIN

Maar hoewel Goldbergs uitgangspunten en levensbeschouwing duidelijk zijn vanaf de eerste pagina, heeft hij geen filosofisch traktaat afgeleverd, noch wat vermakelijke memories van een CEO bijeengeharkt. Welnee, Goldberg neemt je mee op een soort wandeling door hippieland, dat veel lijkt op een immens park met veel plantsoenen wildgroei. Ondersteund door zijn immense ervaring,  uitgebreide vriendenkring en kennis van zaken, maak je kennis met de hoofdfiguren, Black Power en Flower Power, de muziek, de spiritualiteit, de hang naar authenticiteit, de drugs (in de zin van “geestesverruimende” middelen), de uiterlijkheden (kralen en kleuren), de “scene” in het Oosten en het Westen van zijn immense land, de voorgangers (Beat Generation) en het verval.

Danny Goldberg schreef eigenlijk een ode aan zijn levensbeschouwing, met één grote levensles: Hippie werkt een leven lang door, acid niet. Het godsbegrip is nooit ver weg, we bevinden ons nu eenmaal in de States. En omdat Goldberg een regelrechte, blanke en bemiddelde Angelsakser is, heeft hij één ding over het hoofd gezien, nl. dat in de protestantse leefwereld alles wordt gemeten in centen en procenten. Binnen de kortste keren, hadden de hippieverkopers in San Francisco zich omgeturnd (sic) tot gemiddelde middenstanders. Dat, en de spijkerharde, onbuigbare moraal van veel protestanten, ook van de altruïstische Diggers, nam Hippie in een tang. Maar die blinde vlek, nemen we Goldberg niet kwalijk, daarvoor heeft hij een te aangenaam boek aan de wereld geschonken.

© Eddy Bonte (redactie website: 12/01/2019)

Referentie
Danny Goldberg: In Search Of The Lost Chord. 1967 And The Hippie Idea. Icon Books, UK, 1967