RECHT OP BLASFEMIE

Facebookende na de moordaanslag op Charlie Hebdo, stootte ik op een illustratie met de slagzin “Recht op Blasfemie”.  Op Radio 1 had aartsbisschop Léonard  zich net uitgesproken “tegen een wettelijke inperking van godslastering” [1].  Marc Van de Voorde, onafhankelijk columnist en publicist, voorheen raadgever van CD&V-toplui en  voormalig hoofdredacteur van Kerk en Leven, columniseerde op deredactie.be dat christenen wél met zich laten spotten en voegde er op facebook aan toe dat het christendom nu godslastering toelaat [2].
Hoera? Absoluut niet.

Recht en gunst

Er is iets essentieels dat Léonard, Van de Voorde en de ijveraars voor  “Recht op Blasfemie” niet hebben begrepen. Het is nochtans simpel.
Het recht op vrije meningsvorming en vrije meningsuiting, houdt in dat elkeen zich ook vrij mag uitspreken over god en godsdienst en dus ook god en godsdienst mag bekritiseren.  Daar hebben u en ik geen toestemming  voor nodig. Dat de katholieke kerk nu  godslastering  toelaat en zich uitspreekt “tegen een  wettelijke inperking van godslastering”, getuigt integendeel van een onwaarschijnlijke hoogmoed. Totaal naast de kwestie, bovendien. Kijk, Excellentie: godslastering is mijn recht, niet uw gunst! Einde debat.

Blijkbaar moet nog eens zonder omwegen duidelijk  worden gemaakt dat ‘geloven’, bijvoorbeeld geloven in  Jahweh, God of Allah, een overtuiging is als een andere. Niet minder, zeker niet meer. Dat het katholicisme of judaïsme levensovertuigingenzijn, zoals vele andere. Niet minder, zeker niet meer.  Gewoon: zoals. Op gelijke voet.  Gelovigen kunnen vrij hun mening uiten en eenieder mag over hen een mening uiten. Het klopt niet om ‘geloven in een god’ als een apart type levensovertuiging voor te stellen, een bijzondere categorie die a.h.w. boven of buiten de grondwettelijke  vrijheid van meningsuiting zou staan.  Net ‘geloven’ als hors catégorie beschouwen, verklaart waarom er wetten op blasfemie bestaan. Specifieke wet die godslastering verbieden en bestraffen, terwijl  het belasteren van hippies, marxisten, heksen, vrijmetselaars, atheïsten e tutti quanti  wel normaal en aanvaardbaar wordt geacht. 

Geloof en overtuiging 

Léonard mag dan wel verklaren niet tegen een inperking van de wet op de godslastering te zijn (dat zou er nog aan ontbreken!), die theorie wordt in de praktijk door uitgehold door de Kerk, aangevoerd door de Paus in zijn janusrol van kerkhoofd en staatshoofd.  Een week na aanslag op Charlie Hebdo, verklaarde de Paus doodgemoedereerd dat men andermans geloof niet mag beledigen: “on ne peut pas provoquer, on ne peut insulter la foi des autres... Il y a une limite, et dans la liberté d’expression il y a aussi des limites" [2B]. Hij zegt niet: andermans “overtuiging”. Hij zegt overduidelijk andermans “geloof”.   Waardoor voor de zoveelste keer is aangetoond dat “geloo”f door de gelovigen als hors catégorie wordt beschouwd. Beledigen is niet toegelaten, provoceren evenmin.  Wie beleigt of provoceert, mag zelfs een “reactie” verwachten, aldus de paus. Bovendien zijn er grenzen aan de vrijheid van meningsuiting. Opgeteld: over andermans geloof kan men beter zwijgen. 

Oecumene

Uiteraard  hoorden de islamieten niets liever (de Joden ook, maar die zwijgen wijselijk - sic).  Ze hebben er nu een geallieerde bij en in deze woelige tijden is een objectieve bondgenoot mooi meegenomen. Het begrip “objectieve bondgenoot”  was Stalin lief en leidde, bijvoorbeeld, tot het niet-aanvalsverdrag tussen de Sovjet-Unie en Duitsland.  Gelovigen spreken liever van oecumene:  een soort wapenstilstand tussen diverse religies, wederzijds “respect” zeg maar, die  versterkend werkt voor alle betrokken religies.  

Dat er volop zoete broodjes worden gebakken, blijkt uit het stadpunt van Heinrich Bedford-Strohm, hoogleraar in de “Systematische Theologie” en voorzitter van de  Evangelische Kerken in Duitsland. Onder de  wervende titel “Respekt! Auch für Atheisten”, breekt de hoogleraar een week na de moord op Charlie Hebdo een lans voor wederzijds “respect” in alle richtingen, dus ook richting atheïsten. En vanuit de atheïsten richting alle religies [3]. Hij zegt net terug te zijn van een reis door Zuidoost-Azië, waar hij “Partnerkirchen” bezocht. In Signapoer werd hij hartelijk ontvangen door de imam, die er in zijn moskee  voor elke  wereldreligie (!) “eine eigene Vitrine”  met bijpassende heilige boeken op na houdt.  En dan komt de aap uit de mouw. Wat Duitsland voor de christenkerk heeft gedaan, zou het ook dienen te doen voor de Islam, aldus prof. Bedford-Strohm, en dat betekent in casu: een openbare leerstoel islamitische theologie, want zoiets komt de “kritische Selbstreflexion der Religionen” ten goede en zo ook de brede samenleving. Kortom: niet minder religie, maar een ruimere aanwezigheid van meer religies! Waarbij wordt gerekend op het respect van  de atheïsten. 

Belastering of belediging?   

De betekenis van het begrip “blasfemie” is twee keer verschoven. 

In oorsprong, slaat godslastering enkel op god en het heilige en het is dan ook enkel van toepassing op de gelovigen. Dat is  ook logisch: waarom zouden gelovigen zich druk maken om de spot van ongelovigen? Die zijn in het beste geval onrein, in het slechtste geval amper mensen: wilden, primitieven, honden…. Joden en islamieten hanteren in deze een duidelijk en dualistisch begrippenapparaat: niet enkel voor voeding, maar ook voor mensen. 
Sinds geruime tijd, kan ook een ongelovige als “godslasteraar” worden bestempeld.  

Overigens, deed zich een gelijkaardige betekenisverschuiving voor met het begrip “ketter”:  in oorsprong is dat iemand die zijn geloof is afgevallen, bijvoorbeeld de Katharen in de ogen van de Heilige Stoel of de Vlaamse protestanten volgens de lezing van de Spaanse Inquisitie. Nu slaat “ketter” ook op een ongelovige die de kerk of het geloof “verkettert”. 

Via deze semantische weg, breidde de repressieve actieradius van de kerk zich sterk uit. 

De tweede verschuiving is recenter en gevaarlijker, want  hierdoor valt “blasfemie” samen met kritiek op elk mogelijk aspect van een godsdienst. De betekenis is vernauwd tot “belediging”, de ommezijde van “respect”. Zo nam de Paus (zie hiervoor) ) het woord ‘blasfemie’ niet in de mond, hij sprak van “provoceren” en “beledigen”.  Wanneer beledigen niet mag, valt alles en iedereen langzaam maar zeker binnen de repressieve actieradius. 
Vooreerst, staat op de connotatie van “belediging”  geen grens. Iedereen kan zich persoonlijk beledigd voelen.
In de tweede plaats, valt te verwachten dat velen geen risico zullen nemen en het “beledigen” zullen vermijden. Zo worden de zelfcensuur en stilte geïnstalleerd, maar ook de hypocrisie – wie zwijgt, is daarom niet noodzakelijk van gedacht veranderd. 
Uiteindelijk, ontstaat een soort consensus die positief wordt verwoord als “respect”. “Respect” is in deze echter niet hetzelfde als actieve tolerantie. Het is, integendeel, gewoon “belediging” op zijn kop, d.w.z.  niet-beledigen, niet vrij zijn mening uiten, andermans idee per definitie goed vinden, alle commentaar ontzien. Op dat moment is politiek correct denken en handelen de norm.  

Zeloten aller landen

Twee voorbeelden van nu die aantonen dat het hek van de dam is zodra “niet mogen beledigen” de richtlijn wordt.  
Vorig jaar, toonde de National Portrait Gallery (Londen) een omvangrijke retrospectieve van de fotograaf David Bailey. Op de website van de Gallery stond - en staat - te lezen:  “Please note that the exhibition includes images of nudity” [4]. Deze tentoonstelling droeg als titel “Stardust” en focuste dus op alle beroemdheden, sterren en  fotomodellen die Bailey in zijn lens ving. Daar horen strakke kontjes (m/v), blote billen en dito borsten bij. Ironisch genoeg,  was nog het meeste bloot te zien in een antropologische reportage van Bailey, niet bepaald zijn gewoonte.  Dit gebeurt in 2014.In een wereldberoemd instituut. In de wereldstad Londen. In een land dat zich zo beroemt op zijn multicultureel beleid (agenten met tulband e.d.). Het is nog maar goed veertig jaar geleden dat  uitgevers van undergroundbladen in Londen in de bak belandden voor “obscenity”.   
En nu doen we in onze broek en hangen we bordjes uit voor het geval dat. 

Wie in Tate Modern (Londen) de overzichtstentoonstelling van Sigmar Polke bezoekt, volgens Tate zelf “one of the most insatiably experimental artists of the twentieth century”, wordt  minstens twee keer gewezen op mogelijk “aanstootgevend” werk [5]. De ene waarschuwing slaat op dierenleed, omdat in een filmpje dat de auteur in het begin van de jaren ’70 in Pakistan draaide, een aapje kunsten uithaalt voor een betalend publiek. De tweede waarschuwing slaat nergens specifiek op, zodat we er een zaalwachter bij riepen. Hij wijst op een schilderwerk dat een seksuele daad uitbeeldt, meer bepaald een man die een vrouw van achteren neemt. Niet meteen Polke’s favoriete onderwerp, maar ook nu druipt het cynisme er van af, ligt de kritiek op burgerlijk gedrag er vingerdik op. Wie twee keer kijkt, is zijn seksuele fantasie op slag kwijt. 
Waarom doet men eigenlijk nog de moeite om “een van de meest onverzadigbare experimentele artiesten” tentoon te stellen? 
Blijkbaar stoort niemand zich aan Polke’s politieke werk, een pijler van zijn oeuvre, zoals “Polizeischwein”, dat een varken uitbeeldt met een politiekepie op. Of het magistrale “Gegen die zwei Supermächte, für eine rote Schweiz” -  de titel alleen al. 

Zo verenigen zich de zeloten: wat hen niet aanstaat of bij hen verboden is, moet voor iedereen worden verboden.  En als het kan ook strafbaar worden gesteld middels aangepaste wetgeving.  We hebben in dit land ervaring opgedaan met de katholieken. Aangezien katholieken abortus ontoelaatbaar vonden, was abortus voor iedereen verboden en strafbaar. Alsof een katholiek lijden zou als een niet-katholiek abortus pleegt. Het betekende wel dat één overtuiging zijn moraal oplegde aan heel de gemeenschap en afwijkend gedrag werd bestraft. Zolang de katholieke moraal effectief vertaald werd door een democratische meerderheid – herinner u de tijd dat de christendemocraten alleen regeerden –  bestond ook legitimiteit, inclusief de legitimiteit van de tegenstanders!
Heden ten dage, gaat het om allerlei minderheden, het liefste verenigd in werkgroepen of zelfverklaarde bewegingen. 
Zij geen bloot, niemand bloot. Zij geen varkensvlees, iedereen halal. Wij geen foie gras, jullie geen foie gras.  Voor mij is euthanasie zonde, alle voorstanders zondaar.

Op deze manier wordt niet naar samenleven gezocht, en nog in het minst naar multiculturaliteit, want precies het omgekeerde wordt bewerkstelligd – tenzij we “multicultureel” verstaan als een nooit eindigende reeks uitsluitingen. Meer kan men wellicht niet verwachten van wie een moraal  van het Verbod aanhangt. 

De betekenisverschuiving van “laster” naar “belediging” laat niets of niemand ongemoeid.  We eindigen opzettelijk met een ouder voorbeeld. In 1977, werd de Engelse uitgever van Gay News voor de rechter gedaagd op basis van de wetgeving op blasfemie. De “blasfemie” bestond uit een gedicht waarin een Romeins centurion zijn liefde voor Jezus verklaart [7].  

Vrije meningsuiting is, of is niet. 

© Eddy Bonte (eerste publicatie op deze site), redactie 04febr2015) 

NOTEN

[1] Mgr. Léonard, Radio 1, 7 januari 2015.
[2] Marc Van de Voorde: “Ja, Christenen laten met zich spotten”, www.deredactie.be, 09/01/2015.
[2B] “Sur la liberté religieuse et la liberté d’expression: ''Il s’agit de deux droits fondamentaux... Allons à Paris, parlons clairement. Chacun a le droit de pratiquer sa religion, sans offenser, librement... on ne peut offenser, faire une guerre, tuer au nom de sa religion, au nom de Dieu. Ce qui se passe actuellement nous touche. Mais nous pensons toujours à notre histoire, combien de guerres de religion nous avons fait... nous aussi nous sommes pécheurs pour cela. Mais on ne peut pas tuer au nom de Dieu, c’est une aberration... Chacun a non seulement la liberté, le droit mais aussi l’obligation de dire ce qu’il pense pour aider le bien commun... mais sans offenser. Il est vrai que l’on ne peut réagir violemment, mais si un de mes amis insulte ma mère, je lui mets un coup de poing! C’est normal, on ne peut pas provoquer, on ne peut insulter la foi des autres... Il y a une limite, et dans la liberté d’expression il y a aussi des limites", aldus de officiële vers in: http://www.vatican.va/news_services/press/vis/vis_fr.html
[3] Heinrich Bedford-Strohm : “Respekt! Auch fur Atheisten”, in:  Die Zeitt,  15/01/2015.
[4] Website van de National Portrait Gallery, tentoonstelling “Stardust” van D. Bailey.
[5] Website van Tate Modern, Londen, trefwoord Sigmar Polke: “ This exhibition includes some works of a challenging nature. Please contact us for furtherinformation”. 
[6] E. Bonte: “De tandem van mei ‘68”, in:  “Hoezo, democratie?” (red. M. Easton & K. Vandekerckhove) , EPO, 2001.
[7] Hij kwam er van af met een voorwaardelijke straf (de wet werd afgeschaft  in… 2008).