In deze rubriek verzamelen we teksten opgedragen een Jan De Roek. Zie hiervoor het speciale Jan De Roek-nummer van IMPULS.
2 HOMMAGE door RODY VANRIJKEL
Op 4 maart 2009 vond in het Het Goudblommeke van Papier (Brussel) de “Hommage met herinneringen aan en gedichten van Jan De Roek” plaats . Rody Vanrijkel, medestudent van Jan aan de VUB, las er zijn hommage voor en sloot af met het gedicht ‘Ab Ovo’ , opgedragen aan Jan.
Lees verder
1 AAN JAN DE ROEK
Marcel Obiak (november 1971, met toestemming van de dichter) ©
de kop van het oktoberpaard
werd ten offer geheven
doch waar bevond zich het marsveld
ons hart slechts het omhulsel
van een hartslag ons lichaam
een vereenzaamd wereldeel maar
zelfs in de massieve stilte van
een bergkristal vibreert het ik met
de virtuositeit van een zeepaardje
geen haar op uw hoofd gekrenkt
zonder gelijktijdigheid
binnen vijfhonderd jaar
ontmoeten en ontmoeten we elkaar
gevederde stilte buigt
aan wellevendige handen :
we eren de beste vormen
we vermoedden en vermoeden
een nieuwe barnsteenweg
langs de verlaten kust
ons hoofddeksel en onze degens -
met alles onzichtbaar in het tijdelijke
tumult der herberg wisselden we kort
de namen als begroeting
één ogenblik meer brons dan mens
metend de kracht van het zwijgen
schattend de duur van de weerstand
wegend de waarde van de woorden
tastend naar een betekenis
minzaam deelden we onze herbergtafel
met de literaire literatuur vet gezeten
op de taalgrens tussen twee rijken van
rood en zwart en geen grijs, wrede vriend
dierbare vijand, we kruisten de degens
in gouden vriendschap groots
de nacht was koud
en tierde wartaal
met een zaklamp zochten we
naar een woord dat kon
schimmelen op de tronie
van een monster
ten einde raad kwamen we
bij claudius civilis terecht
binnen vijfhonderd jaar
vermoeden en vermoeden we
een nieuwe barnsteenweg
langs de verlaten kust
met gedichten verbouwd
in de pannen der duinen
zachtmoedig een ruisende
kindertaal aan de rokken
van het universum of
spokend wit de operatie
van een regenscherm op het strand
marcel obiak, november 1971.
Zoals gepubliceerd in het speciale nummer van IMPULS gewijd aan Jan De Roek. ©