One Brussels. En One Flanders?

In een Brusselse cultuurinstelling, verzorgt een Brusselse politicus de inleiding tot de voorstelling van een boek waarvan protagonisten in Brussel wonen. Ze zijn er beland of geboren, maar de meesten komen in oorsprong van ver, heel ver. Gevlucht, weggetrokken, de teerling geworpen - en uiteindelijk in Brussel terecht gekomen. En er gebleven.

Dat vindt de Brusselse politicus fijn, een boek over dat type mensen. Want, zo legt hij uit, de protagonisten van ons boek staan niet alleen: in Brussel wonen 180 nationaliteiten. Brussel is de meest internationale stad van Europa en de tweede meest internationale / kosmopolitisch stad ter wereld! Enkel Dubai scoort beter. Dat vindt hij, op de intonatie afgaand, een goede zaak. In zijn stem klinkt zelfs enige trots, of toch tevredenheid. Kosmopolitisch! De Brusselse politicus maakt ook meteen duidelijk dat niet die 180 nationaliteiten an sich hem na aan het hart liggen, want die zouden natuurlijk ook allemaal netjes nààst elkaar kunnen leven / wonen of, in het beste scenario, elkaar tolereren. Dat vormt alsnog geen gemeenschap. Om van  een gemeenschap te kunnen spreken, moeten al die mensen / nationaliteiten iets gemeen hebben.

Cement Brussel

En wat is dat? - zo luidt de vraag? Ik zoek bij mezelf snel naar een antwoord, maar de vraag is retorisch. De Brusselse politicus verlost ons meteen van overbodige antropologische denkoefeningen: het juiste antwoord luidt “Brussel” ! Dat is wat al die mensen / nationaliteiten gemeen hebben: “Brussel”.  Brussel is “het cement”. Zoals de protagonisten in het boek dat hij lovend inleidt. En vooraleer ik bij mezelf het antwoord vind op de vraag welke dan die bindende gemeenschapsfactor van “Brussel” zou kunnen zijn, maakt de Brusselse spreker een conceptuele sprong en voegt de invalshoek ‘human interest’ toe. Hij verklaart: we vergeten dat nog iets anders ons bindt. We verblijven hier allemaal met onze eigen, individuele verhalen van angst, wensen en hoop. Op het einde van de dag, blijkt dat wij allemaal gewoon mensen zijn, ondanks de verschillen inzake geloof, taal, cultuur. Dat verbindt ons, het simpele feit dat we gewoon mensen zijn.

Klinkklaar, maar onzin

Ik ben nog niet bekomen van de dubbele kapstok waaraan de man zijn verhaal heeft opgehangen,  “Brussel” en mens-zijn, of hij verbindt de twee moeiteloos, in één haal: door in deze stad te wonen, zijn we allemaal van Brussel, wij mensen allemaal.

Ik bedenk dat die ‘human being approach’ het verhaal van de kosmopolis toch wel wegdrukt,  dat de stad er niet echt toe doet, omdat we, in fine, mens zijn. Maar dan lees ik op het scherm achter hem zijn geprojecteerde beleidsslogan: “one.brussels”. In het Engels, maar overduidelijk: “one.brussels“. De moraal van het verhaal: Brussels – in het Engels -  is de verbindende factor.

Klinkt goed, maar het is klinkklare onzin.

Want, wat is dat dan “Brussel” of “Brussels”? Hoe verbindt een stad mensen? Met zijn  honderdduizenden panden, tientallen wijken, honderden straten, hopen parkjes of squares,  ontelbare restaurants,  een diversiteit aan musea, even ontelbare winkels,  te veel toeristen, een ringweg, spoorwegstations, universiteiten…  Of is Brussel  een verpersoonlijking? Zoals in: “Moskou verklaarde gisteren” / “Washington heeft besloten” / “Peking maakt zich sterk”. Is Brussel dan een persoon, een geest, een hersenspinsel? Hoe kan “Brussel” 180 nationaliteiten verbinden, plus evenveel talen en enkele dozijnen levensovertuigingen en wereldbeelden? Wat verbindt mij met die 179 anderen? Wiskundig bekeken zijn er 180x180 verbintenissen mogelijk  - op basis van het criterium nationaliteit alleen al. Pak nog 10 levensbeschouwingen en neem nu dat ze elkaar allemaal verstaan middels  één van de 10 meest courante wereldtalen die in Brussels enige relevantie bezitten (Chinees, Engels, Spaans, Arabisch, Frans, Portugees, Turks, Pools…). Ik laat nog even het criterium “etnie”  achterwege. Een vermenigvuldiging durf ik nu niet meer te maken. Kortom, de kans is klein dat “Brussel” verbindt. In de realiteit, willen de meeste “nationaliteiten”  (talengroepen, godsdiensten, wereldbeelden, etnieën) hun eigen Brusseltje uitbouwen. Hun eilandje, wijk, bidplek, restaurant, winkel en tv-kanaal. Een Brusseltje is voor hetzelfde geld een Parijsje of een Londentje.  

One Flanders

OK, we zijn allemaal mensen met angsten en wensen. Maar hoe uiten we die? Dat is nu net wat mensen van elkaar onderscheidt. Nogal wat mensen wenden zich met hun angsten en wensen tot een hoger wezen. Anderen doen dat net niet. Er zit nogal wat verschil op die bovenmenselijke creaturen en verschijnselen. Zo veel dat ze elkaar in de haren vliegen. Er zit ook nogal wat verschil  op de sociaal-politieke opties – ook als die niet samengaan met religie. Ook daarom vliegen mensen elkaar in de haren, of bestoken ze elkaar met bommen. Ook binnen een ogenschijnlijk grote familie, bijvoorbeeld de christelijke of islamitische. Of de liberaal-economische. Denk aan de eerste Wereldoorlog, toen Europese landen die tot dezelfde christelijk-kapitalistische ‘beschaving’  behoorden, elkaar uitmoordden. Bij mijn weten, woedde de strijd tijdens WO2 in eerste instantie niet tussen communisme en  kapitalisme, die twee varianten van de industriële samenleving. De lont droeg het opschrift: Kapitaal.

En ik zwijg nog oer onze kleinmenselijke kantjes. Mensen in Brussel  leven met angsten en wensen, maar evengoed met jaloezie, hebzucht, nijd, agressie, dominantie, bezitterigheid. Er zitten vrijbuiters bij, maar ook uitbuiters. Hippies, zigeuners, eenzaten en apparatsjiks. Zachtzinnigen en zwakzinnigen. Luiaards en wroeters.
 Kijk rondom u. 

En al die mensen worden verbonden door Brussels? In het Engels.

Laat ik een parallel trekken. Stel dat een Vlaamse politicus in Vlaanderen tijdens een culturele manifestatie over mensen die van heinde en verre kwamen en in Vlaanderen hun stek vonden, dat die politicus op een scherm laat projecteren: One Flanders. Eén Vlaanderen.

© Eddy Bonte (red. 02/05/2020)
Eerste publicatie in  e-zine De Groene Belg 1860 van 03/03/2020. 

P.S.:  Opdat de auteur en het boek in kwestie niet  zouden worden verward met de Brusselse politicus, en omgekeerd, heb ik alle namen weggelaten. Bekijk het metaforisch, of allegorisch.