Blanke Slavinnen of Tot Slaaf Gemaakte Witten?

VAN ‘BLANKE SLAVIN’ naar  ‘TOT SLAAF GEMAAKTE WITTEN’

Het kan geen kwaad om na te denken over de dekolonisering van ‘ons’ verleden, maar dan op voorwaarde dat de zaken correct worden benoemd en niet politiek correct. Immers: veel voorstanders  van de ‘dekolonisering van onze geest’ verdraaien, ja, ontaarden onze taal. Ze leggen hun nieuwe vocabularium op als het enige geldige taalregister, een taalregister met morele afdwingbaarheid bovendien, waardoor helder en zindelijk denken onmogelijk wordt gemaakt. Niet dat ik zeer verbaasd ben, want de taal onderwerpen, controleren en haar aard wijzigen, behoort tot de stelregels van elk denken dat de waarheid in pacht meent te hebben. En daar zijn de Correctii rotsvast van overtuigd.

DEEL 1 DE SLAAF 

Neem nu het dossier in de Nederlandse krant Trouw van 12/02/2021 over de vraag of Nederland excuses dient aan te bieden voor de slavernij. In dat dossier is voortdurend sprake van ‘witte’ mensen en ‘tot slaaf gemaakten’.

Welnu, in dat debat wil ik de term ‘slaaf’ gebruiken en niet het wartalige ‘tot slaaf gemaakte’. Het woord ‘slaaf’ is inderdaad in ongenade gevallen. Volgens de taalpolitie moet dat zijn: ‘tot slaaf gemaakte’ of ‘slaafgemaakt’.

Waarom? Wel, in ‘tot slaaf gemaakte’ licht de historische context op, wordt de evolutie van ‘vrij’ naar ‘onderworpen’ aangeduid. Een slaaf was ooit vrij en het proces van dwang vinden we niet terug in ‘slaaf’, wel in ‘slaafgemaakt’. Onze politiek correcte volksomroep de VRT heeft zich die leugen al eigen gemaakt: “Je kan ervoor kiezen om het woord ‘slaaf’ niet te gebruiken, maar wel ‘slaafgemaakte’. Op die manier benadruk je de dwang waaraan deze mensen onderworpen werden.”

Is er dan een verschil tussen ‘slaaf’ enerzijds en ‘bakker’ of ‘minister’ anderzijds? Zijn dat niet gewoon substantieven die iemands aard, status of beroep definiëren? Zouden we dan ‘minister’ dienen te vervangen door ‘tot minister gemaakte’? Kwestie van uit te drukken dat deze m/v  (LGBT? enz.) niet als minister werd geboren, maar van lokaal politicus opklom tot parlementair en daarna tot minister.

Nee, zo mag je dat niet zien, antwoordt de taalpolitie: ‘minister’ en ‘bakker’ zijn geen pejoratieve aanduidingen, een mens wil immers graag minister of bakker zijn, dat is een positieve keuze. ‘Slaaf‘ daarentegen niet, want niemand wil slaaf zijn. Iemand wordt slaaf door dwang, niet door geboorte! Anders gezegd: een woord mag worden verwrongen als het door een groep pejoratief wordt bevonden. Het lijden als leidraad, we komen al dichter in de buurt van de zeloten.  

Geachte Commissaris van de Taalpolitie, dat vind ik een zwakke, hele zwakke redenering.

01
Vooreerst:  overal waar slavernij bestaat, worden ook mensen als slaaf geboren. Slavernij was een courant  verschijnsel dat aansloot bij de sterke hiërarchie binnen een samenleving en tussen samenlevingen. Grieken, Romeinen, Maya’s, Egyptenaren: allemaal hielden ze er slaven op na. In bepaalde gevallen was slavernij wel degelijk ‘erfelijk’.  Generaties lang werden Afro-Amerikanen als slaaf geboren.

02
Ook het argument ‘dwang’ is povertjes gestoffeerd. Hoe moet dat dan met het woord ‘gevangene’? Een gevangene heeft toch niet bepaald uit vrije wil zijn vrijheid ingeruild voor een cel? Het zou van enige consistentie getuigen om van een ‘een gevangengemaakte’ te spreken, maar ook van veel domheid. Nu echter, geeft de taalpolitie niet thuis. 

03
Nee, het woord ‘slaaf’ drukt precies uit wat het dient uit te drukken en dat staat met zoveel woorden in … woordenboeken.  Ik zoek even ‘slave’ op in mijn ‘Longman Dictionary of Enlgish Language and Culture’ uit onverdachte tijden (1993) en daar vind ik: “a person who is legally owned’, ‘a servant without personal freedom who is treated like a piece of property”, gevolgd door een ‘cultural note’ waarin de hele context van de slavenhandel wordt uitgelegd.

In de driedelige van Dale uit 1999  wordt ‘slaaf’ op een gelijkaardige wijze omschreven als ‘een mens die aan een ander in eigendom toebehoort’. Ook nu staat er een culturele noot bij, nl. dat de betekenisovergang van ‘Slaaf’ naar ‘slaaf ‘ ontstond doordat Slaven massaal ‘tot slaaf werden gemaakt’ (sic!) door de … Duisters. En door de Turken, maar die zijn aan de aandacht van de Zeeuwse woordenboekmaker ontsnapt.  

De ‘Nouveau Petit Larousse Illustré’ van 1940 typeert ‘esclave’ met de volgende terminologie: “de condition non libre“, “ qui est sous la puissance absolue d’un maître“.

04
Het verwante ‘lijfeigene’ slaat de nagel op de kop: niet het veronderstelde geweld maakt de kern van de zaak uit, maar de status van rechtenloze. Het zal niemand ontgaan dat daar wellicht enige dwang mee gemoeid is, tenzij men als dusdanig wordt geboren. Krijgsgevangenen, bijvoorbeeld, werden vaak vanzelf als slaaf weggevoerd.

Een woordenboek is geen encyclopedie. Een woordenboek geeft de betekenis weer; een encyclopedie, of een mengvorm zoals de Larousse, verzorgt de duiding. Nee jongens, ‘slaaf’ is dik in orde.

05
De hele heisa komt natuurlijk overgewaaid uit Amerika, waar elke ernstige sociaal-politieke analyse wordt vermeden door elkeen in zijn eigen zandbak te laten spelen. Heel het politiek correct denken wordt namelijk gestuurd door de protestants-Angelsaksische cultuur. Van Perfectii naar Correctii is maar één stap. ‘Slave’ werd ‘enslaved’ en de rest is, euh, geschiedenis. Wij lopen nu ook lekker in het gareel.

Het principe ‘elk zijn eigen zandbak’ heet ‘cultural studies’ in Academia. ‘Identitarisme’ in het Frans. ‘Segregatie’ in de taal van de jaren vijftig en zestig. ‘Apartheid’ in het Afrikaans. Simpelweg een gecamoufleerde vorm van rechts, racistisch denken. Vandaar de dwang om te verwringen, te schrappen, te verbieden, te begraven, te censureren en te verbranden. 

DEEL 2 WITTER DAN BLANK 

In het dossier van Trouw wordt het woord vooral genomen door mensen die zichzelf nu ‘witten’ noemen.  Want ook ‘blank’ werd in de ban geslagen.

Totaal onaanvaardbaar, ‘te gek voor woorden’, zoals mijn vriend Jan M. Meijer het spontaan verwoordde. Ik ben nu dus een ‘witte’ mens. Nochtans is mijn huidskleur niet veranderd. De Europese kolonisatoren zijn ook ‘witten’, retroactief. De taal retroactief aanpassen betekent de geschiedenis herschrijven.

Even verduidelijken. In het Engels bestaan twee woorden voor ‘schildpad’, te weten ‘tortoise’ en ‘turtle’. In het Spaans en het Catalaans bestaan twee werkwoorden voor ‘zijn’, te weten ‘ser’ en ‘estar’. Dat is een heel normaal taalverschijnsel.  In het Nederlands, kennen we het koppel wit-blank. We kunnen zelfs een triootje doen met wit-blank-bleek. Voor huidskleur gebruiken we ‘blank’.  Volgens de taalflikken moeten dat nu echter ‘wit’ zijn. Waarom?

Daar krijg ik geen behoorlijke uitleg voor. Een witte muur is geen blanke muur. Een ‘bleekscheet’ geen ‘blankscheet’. Een ‘bleekgezicht’ geen ‘witgezicht’. Een kennis van me verantwoordde zijn gebruik van ‘wit’ i.p.v. ‘blank’ omdat hij vaak Afrikaans gebruikt en die taal hanteert inderdaad ‘witmense’ (en ‘swartmense’ en ‘bruinmense’). Begrijpelijk, maar niet ter zake. Nee, de taalpolitie kent alleen ‘wit’ en wel hierom: ‘blank’ zou een positieve connotatie bezitten tegenover ‘zwart’, terwijl ‘wit’ neutraler zou zijn. Het is nu eenmaal zo dat ‘blank’ vanwege het koloniale verleden een superioriteit uitstraalt tegenover ‘gekleurde’ mensen. Einde officiële uitleg. (gelukkig!)

Kijk, de zwarte bevolking van de VSA schakelde niet naar ‘Afro-Amerikaans’ over omdat ‘witten’ dat correcter vonden, maar omdat de Afro-Amerikanen  dat zelf wilden en het iets positievers uitstraalde. “Young, gifted and black. Black is Beautiful.” Goed, dan respecteer ik dat, ook al was ‘negro’ nog gebruikelijk bij Matin Luther King en mogen Afro-Amerikanen elkaar nu nog ‘negro’ noemen en wij niet. In ons geval echter, word ik, blanke, door derden verzocht mij nu ‘wit’ te noemen. Door ‘niet-witten’ ? En niet omdat we dan iets positiefs bereiken, maar net het omgekeerde: als boetedoening. Om mijn ziel wit te wassen. Waarom zou ik op die eis ingaan? 

Mijnheer de Commissaris van de Taalpolitie, vanwaar zo veel onzin?

01
'Wit’ neutraler dan ‘blank’? Of je mij nu ‘blank’ of ‘wit’ noemt, er wordt in beide gevallen naar dezelfde huidskleur verwezen. In het Frans, het Engels, Catalaans, Duits en Spaans blijft alles wit-wit. Uw pseudotaalkundige uitleg geldt enkel voor het Nederlands. Hoe leg je dat nu aan anderstaligen uit in een discussie over dekolonisering? Dat wij witter wassen dan zij? Ja, dat zij nooit zo wit kunnen wassen, tenzij ze een soortement synoniem uitvinden?

02
De meeste niet-witte Belgen uit Kongo kennen geen Nederlands. Het zal hen alvast een zorg zijn.

Dat wordt een leuke! Misschien kunnen de Engelsen zichzelf ‘the pale- faced’ noemen, dat klinkt niet slecht, zoiets als de ‘bleekgezichten’ in cowboyverhalen. 

03
De kleurwissel werkt ook retroactief. De kolonisatoren waren ‘witten’, geen ‘blanken’. Dat scheelt. Wat hebben de afstammelingen van de ‘tot slaaf gemaakten’ nu aan zo’n woordenkermis?

04
De complete onzin blijkt verder ook uit de nieuwspraak ‘gekleurde mensen’, een ergerlijke vertaling van ‘coloured people’. Komt uit de VS, natuurlijk. Het Nederlands is een rijke taal en sinds lang kennen wij het eenvoudige woord ‘kleurling’. Simpel, in één woord. En zo vergenderd tot ‘kleurlinge’!

05
Uit de vermeende tegenstelling ‘wit’ versus ‘gekleurd’, kunnen we twee onzinnige conclusies trekken:

Eén: ‘wit’ valt buiten de categorie ‘gekleurd’ en is dus geen kleur. Vreemd, want ‘wit’ wordt door de Correctii nu net boven ‘blank’ verkozen omdat het beschaafder contrasteert met ‘zwart’;

Twee: indien ‘wit’  = ‘neutraal’,  dan volgt hieruit dat ‘wit’ het ijkpunt is en het gekleurde de rest. Niet fraai.

06
Is het u verder opgevallen dat we al heel de tijd in zwart-wit aan het denken zijn en niet bepaald in kleur? Wij houden alleen Zwart Afrika voor ogen, maar de Engelsen hebben veel meer aan hun hoofd: Indiërs, Sri Lankanen, Aziaten  allerhande, Aboriginals, Jamaicanen en nog meer mulatten en mestizo’s.  

Onze Iberische vrienden zitten in hoofdzaak met ‘Indianen’ uit Midden- en Zuid-Amerika opgescheept. En dat zijn geen Roodhuiden. Ondertussen heeft daar zoveel vermenging plaatsgevonden dat een palet amper volstaat. En in Afrika bestaan véél meer huidskleuren dan enkel zwart. 

07
Het meest opvallende aan dit gegoochel is wel dat het steeds weer om de huidskleur gaat. Mensen indelen en veroordelen op basis van huidskleur, is een vorm van discriminatie die we racisme noemen. Is het nu echt de huidskleur van de conquistadores die het verschil maakte, of hun roofzucht, oneerlijkheid, agressiviteit en superioriteitsgevoel, aangevuurd door de rooms-katholieke Kerk? Die kenmerken zijn het die leiden tot een echte analyse van het probleem: de Spanjaarden die in het begin van de jaren 1500 hun overzeese plundertochten en genocide startten, staken in die eeuw ook delen van Europa in brand. Daar kunnen we in de Lage Landen bij de Zee van meespreken.  À propos: de meeste Spanjaarden zien er niet bepaald ‘wit’ uit, maar vertonen een donkere teint. De kleurenvergelijking met ‘native Brazilianen’ wordt boeiend.

De  Belgische kolonisatoren die in de negentiende eeuw ‘Congo’ leegroofden en tussendoor een paar miljoen inboorlingen liquideerden, behoorden tot dezelfde klasse die in eigen land de massa’s der arbeiders en boeren uitbuitte en velen de dood injoeg,  kinderen incluis.  

Zijn daar woorden voor? 

© Eddy Bonte www.eddybonte.be . (redactie website 27FEB2021). Eerste publicatie in De Groene Belg 2082, onafhankelijk e-zine - 13de jaargang - 25/2/2021 - 10 p.