EXCLUSIEF: ONUITGEGEVEN TAPE MET CHARLIE WATTS!

BLUES BY FIVE (home-made tape, 1960)
Geoff Bradford (gtr), Brian Knight (voc), Andy Hoogenboom (bas), Keith Scott (piano), Charlie Watts (drms).

Omdat hij weet dat ik een Stones-fan ben, geeft Bradford me zomaar een kopie van een zelfgemaakte opname uit 1960 met als drummer…Charlie Watts. Van die tape bestaan precies drie kopies. En er staan welgeteld drie nummers op.
De eerste echte groep van Bradford heette Blues by Six. Maar op deze zelfgemaakte opname uit 1960, heet de groep Blues by Five. Waarom weet Bradford ook niet meer. Het doet er niet toe. De kwaliteit is niet je dat, maar het is wél een historisch document: je hoort namelijk hoe vijf Britse muzikanten die opgegroeid zijn met jazz en nu de blues hebben ontdekt, verwoede pogingen doen om Chicago uit hun speakers te schudden. Dat lukt maar half. “Blues in F” is eigenlijk gewoon jazz, met een hoofdrol voor de piano van Keith Scott. Dan valt de ritmesectie in, terwijl Bradfords gitaar op de achtergrond blijft en hij de snelheid van bas, drums en piano volgt. Eigenlijk is dit instrumentaal nummertje een mix van boogie woogie en witte fifties jazz. Op de volgende twee nummers (“What Will Little Lucy Do” en “Young-fashioned Ways”) valt de poging tot Chicagoblues beter mee. Je hoort al wat rock’n’roll, een neiging tot Jimmy Reed ook, een swing op halve snelheid. De piano speelt alweer een prominentere rol dan de gitaar, hoewel Bradford in “Lucy” een solo ten beste geeft die op een authentieke rock’n’roll-plaat niet zou misstaan. De stem van Brian Knight is ook nog op zoek naar een correct geluid en klinkt hier noch jazzy, noch bluesy. 

ANDERE ONUITGEGEVEN OPNAMES

Op het einde van ons gesprek, overhandigt Bradford me een paar cassettes met onuitgegeven materiaal. Later stuurt hij nog een paar CDr’s op met opnames die amper zijn huiskamer of die van een vriend of twee hebben verlaten. Terwijl we wachten op een mogelijke retrospectieve op Rollercoaster Records, recenseert  Keys and Chords hier alvast deze onbekende opnames. Exclusief! 

GIN BOTTLE FOUR (studio-opname, 1969)

Geoff Bradford (voc, gtr), Brian Knight (voc, harm), Mick Bartlett (jug), Roger Churchyard (fiddle).

Wanneer Geoff Bradford na zijn zenuwinzinking in 1965 (zie deel 1 – red.) opnieuw naar de gitaar grijpt, houdt hij zich verre van Chicago en elektrische blues. Hij neemt  opnieuw de akoestische gitaar ter hand, speelt  simpelweg jug music in pubs en laat zich genoegzaam wegzinken in de groep. Na het trieste eind van zijn carrière als beroepsmuzikant en na alle glitter die tot duisternis leidde, telt enkel zijn liefde voor de muziek nog. En dan grijpt Bradford altijd terug naar de vooroorlogse periode. Voor Bradfords gitaartechniek hoef je niet te luisteren naar deze opnames uit 1969, opgenomen in de privé-studio van toenmalig Pink Floyd-associé Ron Geesin. Gin Bottle Four speelt feelgood-muziek met  veel viool en veel harmonica. Als Bradford al eens uit de achtergrond opduikt, pik je er zijn rag- en boogiestijl  zo uit. Zeer onderhoudend, niet spectaculair en vooral sprekend voor de geestestoestand van onze virtuoos. 

BRADFORD, KNIGHT & JOYCE (onvolledige Capital Radio-sessies, 1975 of 1976)

Geoff Bradford (voc, gtr), Brian Knight (voc, slide, harm), John Joyce (12 string gtr, mandoline).

De cassette die Bradford me overhandigt, komt eigenlijk van John Joyce, een minder bekend figuur in dit verhaal. Joyce overleed in februari van dit jaar (2004) en zou net ervoor nog meer tapes van Radio Capital-sessies hebben bovengehaald. Deze cassette dateert van 1975 of 1976 en wijst alvast op twéé sessies: de uitzending begint namelijk met “Bourgeois Town,” aangekondigd als het einde van de vorige uitzending. Deze opnames zijn dus hoogst onvolledig en het laatste nummer wordt afgebroken. Het is wachten op de Capital Radio-tapes die Joyce had beloofd, want op één ervan zouden Cyril Davies, Alexis Korner, Brian Knight én Bradford spelen! Ondertussen doen we het met deze zes nummers. Snel, kort, afgebeten en metaalachtig, een slidin’ jazz: dat is in ’t kort het gitaargeluid dat Bradford tijdens deze nachtelijke live in the studio-sessie produceert. Het blijft akoestisch werk, maar de stijl is Chicago. En tien jaar na datum, bewijst Bradford op “Bourgeois Town” of “Meet Me in the Bottom” nog altijd een van de beste te zijn.  Zijn voorliefde voor rural blues blijkt dan weer op “Alimony” van Tommy “Hi Heel Sneakers” Tucker of zijn folkachtige versie (hij heeft ook een funked up-versie) van Sleepy John Estes’ “Drop Down Mama”.  Voor het eerst komt ook Bradfords bluesstem tot zijn recht: licht nasaal, gerekt, een bonus voor de weeklacht… Maar hoe apart Bradford is, komt het best tot uiting als je zijn vijf nummers vergelijkt met het solowerkstuk van Brian Knight: op  diens versie van “Country Blues” (Muddy Waters) hoor je veeleer klassieke slide, traag met veel effectjes, veeleer een uitstekende kopie dan een eigenzinnige mix. 

GEOFF BRADFORD & TRIO (1986)

Geoff Bradford (gtr), Carmen  Manley (voc), Gary Atkinson (drms) and  Russ Kitto bass).

Op 18 april 1986 duikt Bradford de Londense Heartbeat Studios in met drie nobele onbekenden. Hij neemt vijf nummers op in een stijl die we nog niet hebben gehoord: authentieke, swingende, maar toch lichte jazz die qua toon en volume naar lounge en late late entertainment neigt. De ritmesectie is van een diepe bescheidenheid, terwijl Carmen Manley alle vocalen voor haar rekening neemt, zodat Bradford zich op de elektrische gitaar kan ocncentreren. Hij kan hier zijn syncopestijl met tonnen kwijt, bijvoorbeeld op het instrumentaal  nummer “Pontiac” of op “That’s A Plenty”. Op “Empty Bed Blues” hoor je het minimalisme waarvan Peter Green al getuigd had, maar vooral “Big Boss Man” valt op: hier weet Bradford al zijn voorliefdes te mixen: country en Chicago, jazz en blues, beheerst en ferm tegelijk. 

GEOFF BRADFORD & WIZZ JONES (2001) 

Wizz Jones is voor ons een nobele onbekende, maar behoort in Engeland simpelweg tot de  vaste waarden van het folk- en bluescircuit. Jones en Bradford hadden nog nooit samen gespeeld, toen ze in 2001 in  The Palladium van Bideford een optreden verzorgden. De opnames waren bedoeld voor een live-album, maar behoren vooralsnog tot de vijfde, laatste en meest recente reeks onuitgegeven opnames die Bradford me toevertrouwde.  Samen en apart verzorgden twee heren met twee gitaren een leuke akoestische bluesavond.. Wanneer Bradford het rocknummer “Rockin’ Pneumonia” inzet, hoor je meteen waar talent uit bestaat: de rock wordt weggesneden en de boogie vertraagd, terwijl hij er een reeks ter plekke gefantaseerde ragakkoorden tussengooit. Wanneer hij ook nog “Red’s Piece” en “Rag Mama” brengt, weet je het: deze opname schrijft wel geen geschiedenis, maar getuigt nogmaals van een onbekend en miskend talent.

All texts are © Eddy Bonte. Eerste publicatie "Andere onuitgegeven opnames" op deze site 11sept2009. Eerste publicatie onuitgegeven opname met Charlie Watts in Keys and Chords 7/2004, www.keysandchords.com 

 

MEER INFO:

Geoff's site: http://www.geoff-bradford.co.uk