: De Koperen Kop: een Sprekende Machine uit 1272

In 1272 bouwt de Engelse filosoof-wetenschapper Roger Bacon een bijzonder soort apparaat: een bronzen kop die kan orakelen. Zo beweert althans de Engelse schrijver John Cowper Powys (1872-1963) in “The Brazen Head”, een roman van dik driehonderd bladzijden die het midden houdt tussen mysticisme, geschiedenis, cultuurschets, filosofisch traktaat en fantasie. Toch slaat Powys’ verbeelding niet op hol: Roger Bacon (ca. 1214 – ca. 1294) staat in veel opzichten model voor een omwenteling die het gezicht van Europa compleet zal wijzigen: de twaalfde-eeuwse Renaissance. 

De titel van de roman – “The Brazen Head” - symboliseert de vele tegenstellingen en spanningen die deze vroege renaissance voortbrengt: ‘brazen’ betekent niet alleen ‘koperen’, maar ook ‘onbeschaamd’. De uitvinding van Bacon staat dus voor wetenschappelijke vooruitgang, namelijk een zelfgebouwd koperen apparaat dan kan praten. Maar de uitvinding staat tegelijk voor de weerbots van vooruitgang en wetenschap: een onbeschaamd apparaat, een apparaat van onbeschaamdheid (dat orakelt), ja, een apparaat als vrucht van de onbeschaamde mens, wiens creatief denken even grenzeloos is geworden als dat van god. Blasfemie en vervolging zijn niet ver af.

Twaalfde-eeuwse Renaissance

Het staat ondertussen niet meer ter discussie dat de Italiaanse Renaissance van de 15de eeuw een voorloper kende die door de Amerikaan Charles Homer Hawkins al in 1927 werd aangeduid als de twaalfde-eeuwse Renaissance. Drie eeuwen vroeger dus!

Wel wordt de Renaissance van de twaalfde eeuw nog te vaak – geheel onterecht - voorgesteld als een aanloopje naar, een variant van de 15de-eeuwse. Dat klopt niet: terwijl de Italiaanse Renaissance van de 15de eeuw de nadruk legt op het literaire en het esthetische, is de 12de-eeuwse veel meer begaan met filosofie, wetenschap en technologie.  

Ook wordt nog te weinig aandacht besteed aan de sociaaleconomische context van die twaalfde-eeuwse Renaissance, met name de nexus van een zachter klimaat (bijv. wijnbouw in Engeland), een sterke demografische groei, verstedelijking met nieuwe machtsstructuren, de eerste aanzet tot natievorming, een gestegen landbouwproductie, culturele bloei, kennisuitbreiding (de stichting van universiteiten), versterking van de burgerlijke macht (belforten), tot en met de tolerantie die voortvloeit uit de veelzijdigheid binnen het christendom, zoals het ontstaan van talloze ordes.

In tegenstelling tot wat nog altijd over de “duistere” middeleeuwen wordt verteld, kent die twaalfde-eeuwse Renaissance een forse ontwikkeling van wetenschap en technologie.

Nemen we het voorbeeld van de kathedralen. Kathedralen staan niet enkel symbool voor kerkelijke macht, esthetiek en bouwkunst met de nadruk op ‘kunst’, maar ook voor verstedelijking, de toenemende rol van ambachtslui, de luxe van toegepaste kunst, de opkomst van vrije en ongebonden beroepen (de vrije metselaars), een doorgedreven werkverdeling, de kennis van wiskunde (o.a. geometrie) en de compleet onderschatte technologie die dit alles mogelijk maakte. Het gaat niet enkel om de technologie van de bouw, maar ook om ontginning (steengroeven), mijnbouw en de productie van bijkomende energie, die op haar beurt berust op nieuwe types molens. Dit complex geheel veronderstelt dan weer banken en investeerders, inclusief verschuivende machtsverhoudingen, en zo verder.

Parallel hiermee zien we ontwikkelingen in meer wetenschappelijke zin, zoals de optica (de bril, het vergrootglas), het magnetisme (het kompas) of het gebruik van nieuwe brandstoffen (kolen).

Machines en apparaten vervangen handenarbeid.  

Jean Gimpel spreekt met overtuiging van de eerste industriële revolutie, een totale maatschappelijke omwenteling die vrij snel tot het overwicht van Europa leidt. De twaalfde-eeuwse Renaissance kunnen we dus beter niet verwarren met een soort geromantiseerde herontdekking van Griekse en Romeinse cultuur in strikte zin (esthetiek, literatuur), want deze Renaissance effent het pad voor de wereldomvattende industriële revolutie van de achttiende eeuw.

Wereld in overgang

Terug naar John Cowper Powys en zijn roman ‘The Brazen Head’, een mix van mysticisme, geschiedenis, cultuurschets, filosofisch traktaat en fantasie. Een beetje zoals de hoofdfiguur Roger Bacon zelf, een franciscaan die in ballingschap wetenschap bedrijft op empirische wijze, dus via het experiment, maar geheel in lijn met zijn tijd ook belang hecht aan astrologie, gnosis en alchemie. Sterker: Bacon beschrijft een aantal uitvindingen die hij nooit heeft verwezenlijkt en experimenten die hij nooit heeft uitgevoerd. Toch deels deductie, maar evengoed met een verbluffend resultaat: zo fantaseert hij een vliegtuig (letterlijk: een tuig dat kan vliegen met wapperende vleugels) en bedenkt hij de bril voor bijzienden. Het vliegtuig komt er niet, de bril wel.

Empirische kennis, zo meent hij, kan enkel het christendom versterken. Uitvinden acht hij de meest gepaste manier om zijn geloof te belijden, in elk geval gepaster dan ijle theologische debatten. Optica is zijn sterkste kant, ook in zijn fantasiewereld. Zo fantaseert hij over onmetelijk grote spiegels die het eigen leger groter kan doen lijken dan in werkelijkheid en zo de vijand in de war brengt.

Hoewel het verhaal zich afspeelt in abdijen en heerlijkheden in West Sussex, waar nog veel plaatselijke potentaten uit de echt duistere middeleeuwen rondlopen, wordt heel duidelijk een wereld in overgang beschreven:

er wordt volop gedebatteerd en bevindingen worden uitgewisseld, zodat wetenschappelijke kennis ontstaat;
kennis is internationaal en de geleerden komen vanuit Rome, Picardië, Parijs of ook nog Keulen naar Engeland;
de geleerden zijn geestelijken, d.w.z. wetenschap en religie horen bij elkaar zoals ‘mind and matter’; 
naast empirisme, spelen spiritualisme, mystiek, astrologie en alchemie nog altijd een rol;
de wereld wordt holistisch voorgesteld;
romances en huwelijken doorbreken de grenzen tussen heren en lijfeigenen, d.w.z. dat liefde op zich wordt erkend;
de lijfeigenen komen in opstand en putten hun ratio uit de leer van Christus.

Maagden

Centraal in het boek staat een in wezen onwetenschappelijke praktijk die bekend staat als “parthenogenesis”, oftewel maagdelijke voortplanting. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk de geboorte van Christus uit de maagd Maria.
De koperen kop, de strafste uitvinding van Roger Bacon, kan niet functioneren zonder menselijke inbreng. Het apparaat moet leven worden ingeblazen, menselijk leven, en hiertoe gebruikt Bacon de parthenogenesis op een wijze die groot schandaal veroorzaakt. Op verzoek van Bacon neemt de maagd Ghosta plaats in de nek van de koperen kop, haar benen gespreid en de rok naar omhoog, zodat haar naakte genitaliën en haar sappen (“life-drops”) in contact komen met het beeld. Pikant detail: niet alleen leent de maagd zich hiertoe met volle overtuiging, ze is ook nog eens van Joodse oorsprong. De episode wekt de indruk van een mystiek huwelijk tussen apparaat en mens, maar ook tussen christendom en jodendom, dus tussen het Oude en het Nieuwe Testament.  
Zowel de christelijke Bacon als de Joodse maagd, doen extatisch over “the new world, let me call it a new form of life in the world” die uit de kruising van mens en machine kan voortkomen. Maar is een machine die kan spreken nog wel een machine, of een “automatic Being”, een andere wijze van Zijn?

De hogere clerus ondersteunt lange tijd de renaissancistische denkbeelden van figuren als Grosseteste, Bacon, Petrus Peregrinus, Thomas van Aquino e tutti quanti, maar in deze roman, die zich helemaal in 1272 afspeelt, is het tij al gekeerd: Roger Bacon leeft verbannen en geïsoleerd in een abdij. Het belet hem niet De Koperen Kop te bouwen en zijn Opus Magnus te schrijven.

Tegenoffensief

Bacon slaagt dus niet in de verzoening van geloof en wetenschap, of, zo men wil, van het christendom en Aristoteles.  
De Kerk gaat integendeel in het tegenoffensief, helaas om de verkeerde redenen, nl. het behoud van de macht en de vrijwaring van haar dogma’s.

Als apparaat kent de Koperen Kop geen enkele menselijke gelaatsuitdrukking, uit ze geen gevoelens en hangt ze geen enkel dogma aan. Net omdat de Kop geen enkele menselijke uitdrukking of emotie vertoont, kan hij worden gebruikt “as a medium for any one single human emotion”.

Bacons directe tegenstander Bonaventura, overigens ook een franciscaan, meent dat de uitvinder geen controle meer heeft over zijn eigen creatie. De Kop is voor de Kerk een uitvinding te ver. Het tegenoffensief is echter tot mislukken gedoemd, want de wetenschap is al ver gevorderd. Zo is bewezen dat de aarde rond is. De anatomie van het oog legt de overeenkomsten tussen mens en dier bloot, een voorafspiegeling van Darwins ideeën.
Overigens, maakt het concept ‘vooruitgang’ onverbrekelijk deel uit van de lineaire tijd die eigen is aan het christendom – in tegenstelling tot de circulaire tijdsopvatting in veel andere culturen.
 
Het offensief van de kerk kan dan ook enkel bestaan uit geweld en vervolging.

De waan

De kerk verzet zich om de verkeerde redenen tegen wetenschappelijke aanspraken, maar vooral tegen de wetenschappelijke aanmatiging die god buiten spel zet, hier de machine die kan orakelen, dus zich kan uitspreken over de toekomst en het lot van de mens. Daarvan is Powys zich terdege bewust: hij breekt het christendom af, maar zijn roman is ook een waarschuwing tegen de mens die zich god waant. Peter Peregrinus, de vooraanstaande onderzoeker van het magnetisme, wordt hier opgevoerd als de Antichrist die de wetenschap misbruikt. Met een zelfontworpen, penisvormig voorwerp gemaakt van het permanent magnetische zeilsteen, richt hij niet enkel zichzelf en zijn duivelse bondgenote ten gronde, maar ook de Koperen Kop. Zijn geperfectioneerde zeilstenen wapen werkt echter enkel en alleen bij een hoge geestelijke concentratie van de gebruiker die op vernietiging uit is. Anders gezegd: een menselijke creatie functioneert enkel en alleen met inbreng van een menselijke eigenschap, een soort samensmelting, mystiek huwelijk bijna, van de mens zoals hij is en zijn eigen projectie: de uitvinding. De koperen kop is niet werkzaam zonder de levenssappen van een maagd, de zeilsteen kan niet zonder menselijke wil. Volgens Robert Grossteste, bisschop én wetenschapper, niet toevallig de leermeester van Bacon, beschikt de mens over de faculteit om vrij te beslissen en is die “libertas arbitrii” de uitkomst van ratio en wil.
De mens kan dus ook beslissen het slechte uit te voeren.

De koperen kop is inderdaad een onbeschaamde kop. Zoals zijn uitvinder. Orakelt het ding dan eigenlijk? Het hele verhaal door geeft het beeld geen kik. Het spreekt alleen heel even, net voor het wordt vernietigd door de zelfverklaarde Antichrist. De zin is niet af. Alsof het orakel niet mag worden uitgesproken. We moeten ons tevreden stellen met “Time was. Time is. And Time will …”. De enige, onvolledige uitspraak verwijst naar de Tijd, met hoofdletter, de Tijd die is, de Tijd van het verleden die herinnering kan oproepen en die Tijd die – ja, de Tijd die wat? Op dat moment wordt de Kop vernietigd. Wellicht wilde de Kop iets verduidelijken over de Tijd van de toekomst, dit is de Tijd die kan verbeelden en voorspellen, de Tijd eigen aan de fantasie en de intelligentie van de mens. Ook de tijd van de overmoed?   

Voor alle duidelijkheid: Roger Bacon bedacht o.a. een luchtballon (een koperen voorwerp gevuld met warme lucht) en mechanisch voortgedreven boten en karren, maar geen ‘brazen head’. Die eert komt John Cowper Powys toe.

Eddy Bonte 

Referenties:

John Cowper Powys: The Brazen Head, 1956.
Jean Gimpel: La révolution industrielle du Moyen Age, Ed. du Seuil, 1975.
Walter Ysebaert: diverse publicaties over de Middeleeuwen, zie https://researchportal.vub.be/en/persons/walter-ysebaert

Eerste publicatie in DE GROENE BELG 2363 van  van 15JUN2022 (redactie op deze site van 16 JUNI 2022  

+ + + +