Eeuwig Spanje 2: Fiere Telg

Eeuwig Spanje deel 2: 
España hoy: de fiere telg van een Katholiek Imperium

De Spaanse rechterzijde toont een absoluut misprijzen voor de andere en het andere. Gebeiteld in arrogantie, verkondigt ze elke dag opnieuw dat enkel de eeuwenoude en superieure “hispanidad” telt: Spanje, de Spaanse taal en de Spaanse cultuur. Andere meningen worden afgedaan als boosaardige aanvallen, fantasieën en leugens, die enkel bedoeld zijn om Spanje zwart te maken.  

Changing Of The Guards
Het is een truc als een ander: een ideologie die sinds mensenheugenis de scepter zwaait maar haar invloed ziet tanen of zwaar onder vuur komt te liggen, beweert dat de Anderen het op haar gemunt hebben. Valselijk en geheel onterecht. De klassieke machthebber die nattigheid voelt, verkleedt zich gauw als slachtoffer. Zo pakte Rik Torfs voor enkele jaren uit met de jammerklacht dat een katholiek de dag van vandaag amper nog voor zijn geloof durft uit te komen. Alsof vrijzinnigen en atheïsten klaar staan met hoongelach. Torfs en consorten zwijgen als vermoord over de macht en de controle die ze eeuwenlang hebben uitgeoefend: als Kerk, als CVP-staat of, zelfs heden ten dage, als zwaarste zuil. De kern van de zaak: eeuwenoude hegemonieën verdragen niet eens de gedachte van een changing of the guards. Ze zwaaien driftig en verongelijkt met de nieuwmodische term “fobie”.  

Vier fantasmas
Zo ook trekt de Spaanse rechterzijde  nu ten aanval tegen “hispanofobie”. In zijn nieuwste publicatie[1], poneert de jonge filosoof-columnist Pedro Insua (°1973) dat bepaalde groepen over Spanje “fantasmas” verkopen die op perversie wijze tegen haar worden gebruikt, met als uitdrukkelijk doel Spanje zwart te maken. Die “fantasmas” noemt hij ook “leyendas negras”, letterlijk “zwarte legendes”. Hij gaat dieper in op vier specifieke “fantasmas” waardoor Spanje – geheel onterecht volgens de auteur - wordt voorgesteld als een machine van geweld, dood en verderf:
Fantasma 1: door el-Andaluz te heroveren (de “Reconquista”), vernietigde Spanje een tolerante samenleving waar de drie godsdiensten van het boek het best met elkaar konden vinden [2];
Fantasma 2: aansluitend, verdreef het katholieke Spanje de Joodse gemeenschap;
Fantasma 3: Spanje pleegde in Amerika een genocide;
Fantasma 4: de Spaanse Inquisitie behoorde tot de wreedaardigste godsdienstvervolgingen ooit.  

Imperium
Het waanzinnige van Insua’s betoog is niet zozeer dat hij het gewelddadige verleden van Spanje ontkent of homeopathisch verdunt [2]. Zelfs niet dat hij het omgekeerde beweert, bijvoorbeeld dat Spanje alles in het werk stelde om “los Indios” dezelfde rechten te geven als alle andere Spaanse onderdanen (ja, dat leest u goed). Het waanzinnige van Insua’s boek  bestaat hierin dat iedereen die het oneens is met zijn visie op het verleden, ervan wordt beschuldigd het Spanje van vandaag in diskrediet te brengen. De redenering luidt eigenlijk dat het Spanje van gisteren doorwerkt tot op vandaag een ook morgen relevant blijft. Waarom? Wel, vooreerst speelt Spanje mee ”in de historische en universele context” (p.13) omdat het een Imperium was, dankzij haar “carácter imperial”. Bovendien, was Spanje daarvóór al een “politieke gemeenschap” (“sociedad política”, p. 23). Het hedendaagse Spanje, verschijnt zo als de rechtstreekse afgeleide, de simpele voortzetting van een  hechte samenleving (de “sociedad política”) die zich tot Imperium ontwikkelde door de Oude Wereld te overschrijden en een “beweging op mondiale schaal” teweeg te brengen.

Project Spanje
Maar wie fabriceert nu deze “fantasmas” en wie zet ze op perverse wijze in teneinde Spanje af te schilderen als een gewelddadig, wreedaardig land? Een goed demagoog als Insua blijft meestal in het vage over die Anderen, maar als er een schuldige wordt aangeduid, zijn het steevast de “separatistas”, de “autonomistas” en uiteraard de “indepentistas”, met de Basken en Catalanen voorop. Ook “Europa” gaat niet vrijuit, getuige daarvan de “Egmont” van Goethe! De uitvinders en verspreiders van deze “fantasmas” zijn in hun opzet geslaagd, aldus de auteur, want de Spanjaarden geloven onderhand zelf al die “leyendas negras”, die pejoratieve vertelsels. De “separatistas” (etc.), maakten van de invoering van de democratie meteen misbruik om middels het onderwijs te “indoctrineren” – aldus de auteur.

Is dit betoog zelf een “fantasma” van een enkele filosoof-schrijver, onder andere medewerker van de rechtse krant El Mundo? Niet bepaald! Tijdens een radiogesprek, meende de voorzitster van de Banco Santander, Ana Patricia Botín, dat de “Catalaanse crisis” enkel kan worden opgelost wanneer alle Catalanen opnieuw het “project Spanje” genegen zullen zijn, want dat is een “groots project” [3]. De Catalanen worden niet geacht een eigen gemeenschap te vormen of hun interne onenigheden politiek op e lossen, nee, het volstaat dat ze zichzelf afschrijven en opgaan in het “project Spanje” [4].

Societat Civil Catalana
Staat onze negationistische filosoof alleen? Zeker niet. De “Societat Civil Catalana” is een burgergroepering die strijdt voor een grotere rol van het Spaans in Catalonië, bijvoorbeeld  door onderwijs in het Spaans in te voeren op eenvoudig verzoek van de ouders. De huidige minister van Buitenlandse Zaken, Josep Borell, van Catalaanse origine, militeert al jaren in het openbaar voor deze Societat. Een groepje felle Catalanen, verstoorde onlangs een academische bijeenkomst over Cervantes, georganiseerd door deze Societat. Eigenlijk niet zo’n best idee. Volksvertegenwoordigers van de pro-Spaanse politieke partij “Ciudadans” repliceerden door in het Catalaanse parlement met exemplaren van de Don Quixote te zwaaien. Leuke stunt, maar irrelevant, want  de boze Catalanen hadden het enkel op de Societat gemunt en helemaal niet op Cervantes en zijn Quixote. Wel gaven de Ciudadans en de Societat Civil Catalana met hun stunt aan dat de Quixote tot de Spaanse cultuur zou behoren, terwijl het al een paar eeuwen zijn plaats heeft veroverd als universeel verhaal dat toevallig in het Spaans is geschreven.

Een mausoleum
Nee, onze schrijver-filosoof, staat absoluut niet alleen. Spanje is het enige land in Europa – en ver daarbuiten – dat tot op heden een mausoleum onderhoudt voor haar dictator. Franco’s schrijn bevindt zich in de Valle de los Caïdos, de Vallei der Gesneuvelden, een monument dat effectief kan worden bezocht. Het behoort tot het Spaanse patrimonium en wordt dus door de burgers betaald. Natuurlijk is het ook een bedevaartsoord voor franquisten. Sterker nog: het mausoleum is gebouwd door krijgsgevangenen. En nog sterker: in de jaren ’50 werden – zonder toestemming van familieleden – duizenden lijken van gevallen republikeinen naar de Valle overgebracht, zodat Franco zijn monument kon laten doorgaan voor een eerbetoon aan de gesneuvelden van beide kanten – terwijl de jacht op de verliezers en de opposanten onverminderd verder ging. In totaal herbergen de catacomben meer dan 33.000 lijken of de overschotten ervan.
Premier Sánchez heeft nu bevolen om het lijk van Franco te laten opgraven en elders  begraven. Wat de liberale krant El Païs de opmerking ontlokte dat het wellicht beter is om de dingen te laten voor wat ze zijn, in plaats van Franco weer in de schijnwerpers te plaatsen. Hoe dan ook een hele klus, want ook een basiliek (!) maakt deel uit van dit de Valle – een basiliek die tot op heden wordt beheerd tot de Spaanse kerk.

Maar dat is het nu net: Franco is alive and kicking. Nog altijd kan je in Spanje straten, pleinen en standbeelden tegenkomen die Franco en zijn regiem oproepen. Duizenden lijken van opposanten (republikeinse soldaten, gefusilleerde burgers, enz.) zijn nog altijd zoek, zodat vele Spanjaarden niet weten waar, hoe of waarom hun opa, oma, grootoom, enz. aan zijn  einde kwam. Franco werd door geen enkel gerecht veroordeeld. Niemand (niemand dus) van het franquistische regiem werd voor het gerecht gedaagd of anderzijds gestraft: samen met de herinvoering van de monarchie, aangeduid door Franco, behoort deze amnestiewet tot één van de zware prijzen die werd betaald voor de herinvoering van de democratie. Een waarheidscommissie? Nooit van gehoord, daar staat in Europa niemand bij stil.

El español
De jonge partij Ciudadans, ontstaan in Catalonië en geleid door de jonge Catalaan Albert Rivera, bestond het om in mei, net voor de val van Rajoy, een nieuw platform op te richten om de hispanidad uit te dragen en te verdedigen: España Ciudadana. Want kijk, ook deze Macron-aanbidder, aanhanger van het meest flexibele liberalisme, is tot de bevinding gekomen dat Spanje onder vuur wordt genomen. In een  overtrokken stijl, oreerde Rivera dat hij geen kleuren wil zien, geen klassentegenstellingen, geen jongere of ouderen, geen gelovigen of atheïsten, enkel en alleen “españoles”. Geen burgers dus, enkel inwoners van een land: españoles. Vooral geen veelheid. En in die afwijzing van pluralisme, staat de Ciudadans-leider op één lijn met die andere Catalaan, de genoemde Borrell. Volgens Borrell, hebben de separatisten het imago van Spanje schade berokkend. Het wordt tijd, aldus de gewezen voorzitter van het Europees Parlement, om af te rekenen met de voorstelling van Spanje als een weinig democratisch, autoritair land, want dat is een… “leyenda negra”.
Het komt bij figuren als Borrell en Rivera niet eens op dat een pluralistische, meertalige en multiculturele (in de juiste zin van het woord)  samenleving een pluspunt kan betekenen voor hun land en in Europa op applaus zou kunnen rekenen.
Pedro Insua eindigt zijn boek met een citaat van zijn leermeester, de historicus Gustavo Bueno. Inderdaad, aldus Bueno, ons “imperio católico” bestaat niet meer als dusdanig, maar gelukkig heeft het veel goeie zaken nagelaten. Als belangrijkste nalatenschap, noemt hij het Spaans: “De Spaanse taal en alles wat dat inhoudt”. Alles wat dat inhoudt: het misprijzen voor de andere, in casu de anderstalige, gebaseerd op de arrogantie van wie meent dat het Imperium in hemzelve is overgegaan.

Een uitsmijter
Billy The Kid loopt nog altijd op vrije voeten. De Spaanse Billy wel te verstaan, Billy El Niño, bij de burgerlijke stand beter bekend als Antonio González Pacheco, een “torturador” van het Franco-regiem, meer bepaald van het gevreesde Madrileense bureau van de toenmalige Seguridad, tevens hoofd van een “Brigada Politico-Social”, een dienst die burgers afluisterde en verklikte. Voor “politieke verdiensten” (!), werd dit personage gedecoreerd: in 1977, net voor de democratisering. Voor diezelfde bewezen diensten, ontvangt Señor Pacheco sindsdien 15% meer pensioen. In april, vroeg Podem-voorzitter Pablo Iglesias aan het Parlement om de medaille en het extra pensioen in te trekken, maar de minister van Binnenlandse Zaken, Juan Ignacio Zoido van de Partido  Popular, antwoordde cynisch dat zo’n vraag hem nog niet had bereikt en dat de wet zoiets niet toelaat. Waarop applaus volgde van zijn partijgenoten. Ondertussen werd aan de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken een petitie met zomaar eventjes 266.000 handtekeningen overhandigd, met het verzoek de decoratie en het extra pensioen in te trekken. Of dat gebeurt? Wel, op 20 maart bevestigden zowel de Partido Popular als de partij van de huidige premier, de sociaaldemocraat Sánchez,  dat de amnesiewet niet zal worden gewijzigd, met andere woorden dat niemand, ook Billy El Niño niet, kan terechtstaan voor misdaden die onder het franquisme werden begaan en, juridisch gesproken, geen misdaden zijn. Maar kijk nu wat er plots bovenkomt: Billy El Niño werd niet één, maar vier keer gedecoreerd [6]. Zijn pensioenbonus bedraagt geen 15, maar 50 ten honderd. En hoewel de allereerste decoratie nog door Franco werd toegekend in 1972 en dus onder de amnestie valt, ontving hij een derde in 1980 en een vierde in 1982. Argentinië vroeg een tijd geleden al de uitwijzing aan, maar daar ging de Spaanse overheid niet op in. Enkele slachtoffers van Billy zijn nog in leven en  hebben ook al getuigd. Helaas is het franquisme wettelijk beschermd.

© Eddy Bonte www.eddybonte.be. Eerste publicatie De Groene Belg 1535 van 3 juli 2018

NOTEN
[1] Pedro Insua: “1492: España contra sus fantasmas”, Ariel, Spanje, 2018. 
[2] Eén van de vier “fantasmas”, heeft hij zelf uitgevonden. Het zogenaamde hoge tolerantieniveau van el-Andaluz is inderdaad van twijfelachtig historisch allooi en wordt vooral opgevoerd om het discours van “diversiteit” te ondersteunen. Afgezien daarvan echter, wordt algemeen niet beweerd dat het katholieke Spanje een voorbeeldige samenleving zou hebben vernietigd.  De auteur vindt deze beschuldiging uit, om ze dan te kunnen weerleggen en zo zijn gram te halen.
[3] Geciteerd in Joan B. Culla: “Preparatius nupcials”, in: Ara, 19 juni 2018: “de tornar a enamorar tots els catalans del projecte espanyol, que és un gran projecte”.
[4] In Spanje is een kwart van de bevolking werkloos. Tussen 2006 en 2014, aldus de Banco de España, nam de loonongelijkheid in Spanje toe; sterker, van achttien Europese landen, groeide deze ongelijkheid het sterkst in Spanje. Met name jongeren en vrouwen bevinden zich in de slechtste positie (persconferentie van 28 mei, zie bijv. El Païs en Ara d.d. 29 mei). In 2017, nam het aantal Spaanse miljonairs toe met 10,9% (El Païs, 20 mei). Uitgedrukt in BBP per inwoner, bengelt Spanje in Europa aan het staartje, na Italië en nog net voor Tsjechië (El Païs, 20 mei, naar Eurostat). Van een “project” gesproken!   
[5] “La principal: el español. La lengua española con todo lo que esto implica”, in: Pedro Insua, p. 241, zie noot  [1].
[6] Sílvia Marimon: “Billy El Niño té quatre medalles i un 50% més de pensió”, in: ARA, 27 juni, p. 32.