Een beetje minder respect a.u.b.

Een beetje minder respect a.u.b.!

In 1979, publiceerde de toenmalige hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique, Claude Julien, een bundel reflecties uit de periode 1973-1979 onder de provocerende titel “Le devoir d’irrespect”. Decennia na datum, klinkt dit standpunt  verfrissend in onze super politiek correcte wereld.

1
Beschouwing en activisme  


Als puntje bij paaltje komt, aldus Claude Julien in zijn voorwoord, laat een journalist zijn keuzes meer afhangen van zijn tempérament dan van zijn analyses. Het omgekeerde zou ons namelijk angst  moeten inboezemen, want dan hebben we van doen met een journalistieke machine, iemand die over alle informatie beschikt en dus de enige juiste conclusie kan trekken: wetenschappelijk, foutloos, maar wel zonder ethiek. Julien: “(…) bref, la raison raisonnante serait l’unique garantie de toute sagesse, de toute vérité, de toute vertu”. 

Wat te doen?

De journalist, en bij uitbreiding de intellectueel, zou afstand kunnen nemen van. De wereld kan niet zonder meditatieve en beschouwende figuren  die de directe actie mijden. Het activisme, aldus Julien, is zowat de meest ongeschikte manier om op termijn te wegen op een debat.
Men kan natuurlijk ook de ivoren toren verlaten en zijn handen vuil maken, bijvoorbeeld door een functie uit te oefenen in de coulissen van de macht. Macht fascineert en macht fascineert zeer zeker journalisten en intellectuelen, die menen dat “occuper un place importante, jouer un rôle” hun effectiviteit verhoogt. Helaas werkt de macht, waaronder de politiek, volgens eigen criteria. Resultaat is het enige wat telt en dus het enige ware: “est vrai ce qui réussit”. De intellectueel zal snel ondervinden dat hij zich naar dat axioma moet schikken of zijn huig naar de wind dient te hangen en dus zichzelf verraden.

Idealisme en arrogantie

De intellectueel-journalist kan nog een derde positie innemen, de weg die Claude Julien zelf bewandelde als hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique:  enerzijds in de echte wereld staan, anderzijds geen duimbreed wijken, geen ons toegeven macht, geld en corruptie. Men noemt hem dan wellicht ‘een dromer’, of ook nog ‘een idealist’ – en dat is ten gronde pejoratief bedoeld. “Les vérités du pouvoir” zijn niet aan Julien besteed. Meer zelfs: de wereld van de macht  - de macht van de staat, de politieke partijen, het geld, de decision makers - die macht verdient geeneens ons respect. Wanneer ze al eens onder vuur komt te liggen, voert de wereld van de macht gauw een democratisch ritueel uit. Verder houdt ze de essentie netjes verborgen.  Omdat echte democratie haar duur te staan zou komen, wordt alle geschut ingezet om onze Westerse wereld te loven en alle alternatieven te misprijzen. Die essentie blootleggen echter, is de taak van de journalist en elke rechtgeaarde intellectueel. Het is simpelweg  le devoir de critique. Als hij volhardt, zal men hem niet langer ‘dromer’ of ‘idealist’ noemen, maar arrogant en déraisonnable.

En er is werk aan de winkel. “Les pouvoirs constitués”, aldus Julien, ontwikkelen mechanismen en structuren die rijkdom vergaren, de ongelijkheid vergroten, privilegies in stand houden, corruptie bedrijven, steun verlenen aan dictaturen, honderden miljoenen sukkelaars uitzuigen, haat en wanhoop in het leven roepen, enzovoorts.

Scepticisme lijkt hem het minimum. Irrévériencieux, klinkt al wat beter, maar uiteindelijk komt de enige gepaste houding neer op devoir de critique en devoir irrespect.

 2

Waarom verfrissend?

Waarom klinkt deze pocket bij herlezing zo fris? Uit Claude Julien niet eenvoudigweg de gekende interne kritiek op kapitalisme en liberalisme? Ik denk het niet, want Julien somt ook op wat op het spel staat: onze persoonlijke en openbare vrijheden, ons levensbeschouwelijk en politiek pluralisme, een bepaalde manier van leven, etc.. Niet de uiterlijkheden ervan, verduidelijkt Julien, maar hun inhoud en  hun betekenis.  Om te behouden waaraan we gehecht zijn, aldus Julien, zijn “des révisions radicales” nodig.

2.1 De echo
En daar begint de betekenis van deze verzameling politieke opstellen uit de jaren 1973 tot 1979.
Een groot deel van onze intellectuelen, en zeker van onze journalisten, is heden ten dage noch contemplatief, noch activistisch – en vooral niet kritisch. De macht wordt naar de mond gepraat. Trump bereikt elke dag een paar miljard mensen omdat de media te laf zijn om zijn daden en uitspraken te beoordelen op hun waarde in plaats van His Master’s Voice te echoën.  Het Trump-feuilleton levert ook kijkers op en dus reclame-inkomsten. Maar niet enkel de macht wordt naar de mond gepraat: iedereen heeft vandaag de dag recht op respect. Op  eenvoudige aanvraag. Het volstaat te zeggen: “ik ben x. en dat is mijn recht; gelieve daar rekening mee te houden, geen kritiek uit te uiten en me met financiën en structuren bij te staan opdat ik mijn x-zijn  zou kunnen beleven zoals ik me dat heb voorgenomen, want ik ben x. en dat is mijn recht”.
Bovenal geven onze journalisten en intellectuelen een podium aan de zelfverklaarde leiders van al deze eigenbelanggroepen, die geen samenleving maar enkel de glorie van hun getto voor ogen houden. Hoe inconstitenter de motivatie, hoe automatischer het recht op respect. Zo mogen religieuze leiders en hun discipelen om het even wat debiteren, zoals het geloof in een hiernamaals met hemelse maagden en de noodzakelijkheid  van bedekte vrouwen in het hiernumaals. 

De media wemelen derhalve van tribunes, opiniestukken, talkshows en duidingprogramma’s die zo irrelevant zijn dat ze worden  genoemd zijn naar de presentator. Hoe wijdlopender en onbestemder?  hoe groter teken van “kwaliteit” en objectiviteit, opgeteld tot waarheid. Een lijn wordt niet getrokken, een conclusie hoeft echt niet en een intellectuele voortschrijding van het debat lijkt de aandeelhouders uit den boze.  

2.2 Heilige Drievuldigheid

Daar begint, denk ik, een tweede betekenis van Juliens verzameling: onze kritiek op alternatieve samenlevingen en vooral op dictaturen, onze steun aan dictatoriale regimes (de Shah van Iran, Pinochet) die we ten gepaste tijde ten val brengen of die tot onze verbazing door ‘radicale elementen’ ten val worden gebracht (Khomeiny) en dus moeten worden bestreden, de schaamteloze vertoning van alliantiewissels, de onwaarschijnlijke hypocrisie bij rampen die de armen der wereld treffen door ons toedoen met sentimentalistisch gedoe op tv in het kielzog (vluchtelingen, liefst kinderen), wij als gatlikker van de Verenigde Staten, de strijd tegen terrorisme (in casu De Rode Brigades) voordoen als de redding van de democratie terwijl het “terrorisme” voortkomt uit een gebrek aan democratie, enzovoorts, etcetera. Wij als good guys, alle anderen als bad guys ensinds kort vooral als  losers.
Relevantie? Dat de wereld iets complexer in elkaar zit dan onze Heilige Drievuldigheid die poneert dat slechts één economisch systeem kan bestaan (het kapitalisme), dat de samenleving maar op één manier kan worden bestuurd (parlementaire democratie in pluchen zetels) en bovenal dat voor  7 miljard ‘human units’ maar één ethica kan gelden: de mensenrechten.

2.3. Burgerlijke ongehoorzaamheid

Zoals dat op zoveel andere terreinen het geval is, wil een type als Macron het werk van zijn regering en de regeringsleiders op hun merites beoordelen, zeg maar evalueren. Julien schreef in zijn voorwoord terecht dat voor de macht enkel het resultaat telt: “est vrai ce qui réussit”. Macron vraagt zich enkel af of de doelstellingen werden gehaald, de doelstellingen zelf staan buiten kijf. Daar begint dan, denk ik, een derde betekenis van deze vergeten journalist: dat niet enkel onderzoeksjournalistiek, protest en de rechtsstaat inherent zijn aan een democratie, maar dat ook burgerlijke ongehoorzaamheid er een onverbrekelijk onderdeel van vorm.

Respect? Mag het een beetje minder zijn a.u.b?

© Eddy Bonte
Eerste publicatie in De Groene Belg: De Groene Belg 1599, onafhankelijk groenlinks e-zine – 11/10/2018. 
Redactie website: 17OKT2018

Referentie
Claude Julien: Le devoir d’irrespect, ed. Alain Moureau, collection Presse Poche, Paris 1979.