Dialektiek der bevrijding

"Dialects of Liberation”  was een uniek en wellicht ongeëvenaard congres dat plaatsvond in Londen in de tweede helft van augustus 1967. Op de affiche stonden de grootste namen van de alternatieve cultuur en wat we voor het gemak ‘kritisch links’ zullen noemen: de revoltefilosoof Herbert Marcuse, de antipsychiater Ronald D. Laing en zijn confrater David Cooper, de Black Power-activist Stokely Carmichael, dichter en happeningman Allen Ginsberg, Emmett Grogan van The Diggers, multiwetenschapper Gregory Bateson, enzovoorts. Dit merkwaardige congres was niet alleen multidisciplinair naar de inhoud, maar ook naar de vorm; het mondde uit in één groot debat, maar bood tegelijk alle ruimte aan  alternatieve cinema, happenings (Carolee Schneemann), geëngageerde popmuziek (“The Social Deviants” bijv.), poëzielezingen of het taboedoorbrekende Living Theater van Julian Beck… 
Het onderwerp van deze bijeenkomst was de studie van het geweld met het doel het geweld te ‘demystificeren’. Voluit heette de bijeenkomst dan ook “The Dialectics of Liberation for the Demystification of Violence”. 

OFFICIEEL GEWELD

Waarom “demystificeren”? Is geweld niet duidelijk? Wel, om te beginnen werd geponeerd dat de moderne Westerse mens zich moest bevrijden en zich met name moest bevrijden van het geweld dat in de moderne Westerse samenleving voorkwam. Dat geweld moest daarom eerst worden gedemystificeerd, zeg maar: ontmaskerd. Het geweld waarover economen, psychiaters, theatermakers, wetenschappers, filosofen en dichters toen spraken, behelsde uiteraard het voor de hand liggende en meest zichtbare geweld: het oorlogsgeweld dat toen in Vietnam heerste bijvoorbeeld, maar evenzeer het openbare, fysieke geweld van de moderne burgerlijke samenleving,  in vredestijd nog wel, in een samenleving van overvloed en comfort bovendien: het conflict op straat en de universitaire campussen in de VS, de rellen in de zwarte ghetto’s van Amerika (Watts, 1965), het banditisme à la Kray Brothers, de hangmen van de Ku Klux Klan, de brutale repressie (Hongarije vanaf 1956, Spanje vanaf 1939), de vermomde burgeroorlog (Dublin), de moordenaars van John Kennedy… Dit zichtbare geweld, het geweld dat werd georganiseerd en verantwoord om redenen van veiligheid, patriottisme en ter verdediging van de ‘beschaving’, was aan een demystificatie toe. Er moest worden verduidelijkt hoe het werkte, waarom het zo werkte en wie daar belang bij had.

ONZICHTBAAR GEWELD

Het initiatief voor dit uitzonderlijke evenement werd genomen door vier psychiaters: de Amerikanen Joe Berke en Leon Redler, en de Britten Ronald D. Laing en David Cooper. Dat is absoluut geen toeval, integendeel: crucialer dan het zichtbare en officieel verantwoordde geweld, is het onzichtbare geweld, het geweld dat niet eens als dusdanig wordt benoemd en er dus officieel geen is. We denken aan de hiërarchische en gewelddadige relatie tussen man en vrouw, blank en zwart, leraar en leerling, de staat en de burger (de repressieve staat). We denken aan de fabriek, de school en de best verborgen plek van allemaal: het gezin. De toenmalige “anti-psychiatrische”  beweging breidde het denk- en actieveld van de psychiatrie uit tot heel de samenleving. Met name Ronald Laing legde het directe verband tussen schizofrenie en repressie binnen een gezin, bijvoorbeeld de conservatief-hypocriete ouders die de pogingen tot zelfbevrijding van hun dochter zien als een afwijking van de norm en van de “normale”, dit wil zeggen vigerende waarden. Deze thematiek werd door Ken Loach filmisch uitgewerkt in “Family Life” (1971). Dit type geweld moest zeker worden gedemystificeerd, aangezien het officieel niet bestond, ja, in wezen deel uitmaakte van een gezonde, beschaafde samenleving.

ON-MENS en ONT-MENSELIJKEN

Geweld kan enkel aan de massa worden verkocht, als er een vijand is. Intern of extern en al moest men hem uitvinden. Het is dan zaak de vijand te ont-menselijken, dus voor te stellen als een niet-mens. Dan is het verantwoord, ja, zelfs een teken van  burgerschap en beschaving, deze vijand te vernietigen. De brave soldaat hoeft dan geen gewetenswroeging te koesteren, er wacht hem misschien zelfs een medaille. Gedenken we de uitroeiing van de Roodhuiden, de  jacht op Aboriginals als vermaak, de verminking van Congolezen, het joodse ongedierte, het minderwaardige zwarte ras, de goddeloze communisten en de liquidatie van verraders van de edele zaak, ondermijners van het gezag, terroristen of goddelozen… Welke mechanismen zijn hier aan het werk, zo vroegen de congressisten zich af. Maar ook: wat kunnen we daar tegenover stellen, welk ander mensbeeld, welke alternatieve verhoudingen tussen mensen, systemen en mensen en systemen?

MARCUSE

David Cooper schrijft dan ook: “Het centrale thema [van dit boek] is de vernietiging en de menselijke voorwaarden waaronder mensen elkaar vernietigen”. Hoe kan de moderne mens zich van dit geweld bevrijden? Herbert Marcuse trok de vraag open en poneerde dat de moderne mens zich moest bevrijden van deze samenleving. Hij moet zichbevrijden van zijn knechtschap (Engels: servitude), ook al  klinkt dat paradoxaal  in een samenleving met de hoogste graad van democratie, gelijkheid, vrijheid en… materiële overvloed, de affluent society. Deze bevrijding, aldus Marcuse, is dubbel en vertoont een dialectische beweging. 
Wie een vrije samenleving wenst uit te bouwen, dient in de eerste plaats de verknechtende structuren uit te bannen. Tegelijkertijd echter, en dit is essentieel, dient men te streven naar waarden die een kwalitatief verschilmaken. Deze bevrijding inderdaad gaat gepaard met kwalitatief andere noden &  voldoening, die van vrije mensen. Beide bewegingen doen zich simultaan voor en beïnvloeden elkaar, Marcuse spreekt zelfs van een vicieuze cirkel. De overgang naar een waarlijk vrije samenleving vooronderstelt de afschaffing van verknechtende structuren en die afschaffingvooronderstelt de bevrijding van verknechting en de prevalentie van de nood aan bevrijding.
Wordt hieraan niet voldaan, dan treedt de ene verknechtende structuur simpelweg in de plaats van de andere.    

In 2012, werd een hedendaagse versie in het leven geroepen: “Dialektikon”. Maar vijfeveertig jaar geleden, leidde “Dialectics” tot de oprichting van de alternatieve Londense universiteit, oefende een grote invloed uit op Women’s Lib en radicaliseerde de standpunten van heel wat individuen en groepen over de manier waarop een andere, betere, meer vrije samenleving kon worden bereikt. Er werd geen vergelijk gevonden tussen de adepten van Flower Power enerzijds en de voorstanders van gewelddadige actie anderzijds. 

RADIO 68:  Toespraken en lezingen van de “Dialectics” werden indertijd uitgegeven op 15 LP’s, nu zo goed als onverkrijgbaar. Peter Davis was echter zo vriendelijk excerpten ter beschikking te stellen. Radio 68www.radio68.be zal regelmatig excerpten uitzenden, aangevuld met muziek en poëzie uit die tijd en/of van deelnemers aan het congres (bijv. Ronald Laing, Allen Ginsberg). EERSTE "DIALECTICS"-SPECIAL OP 1 JULI, HERHALING 2 JULI, zie www.radio68.be

© Eddy Bonte (redactie 18 juni 2012)

BRONNEN

De website over het congres zelf, inclusief van de reprise uit 2012 (“Dialektikon”): www.dialecticsofliberaton.com ;

Peter Davis is niet enkel sterk betrokken is bij bovenvermelde website,  als documentairemaker en filmer beschikt hij over heel wat beelden en audio: [email protected] en www.villonfilms.com

Een aantal lezingen werd gebundeld tot het boek “Dialectiek der Bevrijding”, uitg. Van Gennep, reeks “Kritiese Bibliotheek”, Amsterdam 1969 (oorspronkelijk “The Dialectics of Liberation”, Penguin, 1968)