En bewaar het geheim: intieme blikken van vrijmetselaars

Dit is een bijzonder en ook nog eens een nuttig boek over de vrijmetselarij.  Bijzonder, omdat de auteurs, allen vrijmetselaars,  met naam en toenaam over zichzelf getuigen. Nuttig, omdat hun getuigenissen ook de niet-vrijmetselaars zullen aanspreken.

BIJZONDER

Bijzonder, inderdaad, want “En bewaar het geheim”  bestaat uit bijna dertig bijdragen van Vlaamse (en een paar Nederlandse) vrijmetselaars die met hun eigen naam ondertekenen en zich daardoor bekend maken bij het grote publiek. Dat is Nederland niet ongewoon, voor Vlaanderen is het een primeur, te meer daar de samenstellers doorsnee vrijmetselaars aan het woord laten en geen BV-maçons zoals Siegfried Bracke en Jean Paul Van Bendegem.  

Bijzonder ook, omdat het voor een keertje niet gaat over de geschiedenis, de structuren en de vermeende onhebbelijkheden en complotten van de Vrijmetselarij,  de Vrijmetselaars en de Loge  - met hoofdletters – maar overpersoonlijke getuigenissen over hoe deze Broeders en Zusters de vrijmetselarij, hùn vrijmetselarij, beleven. In gewone letters. De ondertitel op de achterflap had in ‘t groot op de cover moeten staan: “intieme blikken van vrijmetselaars”.  Je verneemt hoe en waarom iemand lid is geworden;  hoe hij of zij evolueerde als vrijmetselaar;  wat dat engagement betekende in een bepaalde fase van het leven, op het werk of in het gezin; welke invloed het genootschap uitoefent op iemands persoonlijkheid en dagdagelijks handelen.  De overwegingen en verhalen zijn filosofisch, praktisch, gevoelsmatig, bijwijlen sentimenteel. Maar altijd authentiek.

NUTTIG

Om al die redenen, is “En bewaar het geheim” ook een nuttig boek. Vrijmetselaars, zoals ikzelf, herkennen veel getuigenissen, maar ontdekken niettemin ook nieuwe belevingen. Deze bundel getuigenissen lijkt me vooral nuttig voor niet-vrijmetselaren, omdat de maçon hier wordt getoond, nee, zichzelf toont aan de buitenwereld voor wat hij is: een burger onder de burger, een dichter onder dichters, een moeder onder moeders, een oud-revolutionair met twijfels, een Einzelgänger die geen bijeenkomst kan missen, maar allen met één bijzonderheid: het vrijmetselaarschap.  Zodat je in elk verhaal de essentiële kenmerken van de vrijmetselarij terugvindt. Te beginnen met deze: de vrijmetselaar is een zoekende mens en dus een geest die open staat voor de ander en voor de wereld. En ook dat de vrijmetselaar “aan zijn steen kapt”, d.w.z. probeert zichzelf te verbeteren en derhalve ook de wereld. En dat hij dit doet op een manier die de maçonnerie van andere genootschappen onderscheidt:  middels de initiatie, op ritueel-symbolische  wijze en zonder dogma’s. En dat hij, omdat vrijmetselarij een methode is en een poging, soms erbarmelijk faalt en grondig twijfelt.

BEDENKINGEN

Niet-vrijmetselaars lezen hier niet enkel hoe en waarom iemand vrijmetselaar  werd, maar ook welke bedenkingen sommigen maakten toen ze werden aangesproken of na de inwijding niet meteen hun draai vonden: de mei 68’er die vreest bij de vijand-bourgeois terecht te komen, de atheïst die vraagtekens plaatst bij al die rituelen, de spirituele persoon die dan weer denkt bij een soort supervrijzinnigen te belanden, het eenzijdige verband dat velen leggen tussen rituelen en de katholieke kerk. En hoe ze uiteindelijk allemaal hun weg  vonden, maar dan wel op vele uiteenlopende manieren. De moeder die een kind verloor, beklemtoont de verbondenheid van de broederschap; de manager die persoonlijk wordt aangevallen, riposteert met een maçonnieke houding en legt zo het geschil bij; de emigrant die getroffen wordt door de onvoorwaardelijke aanvaarding door de lokale Broeders en Zusters die hij  van haar noch pluim kent; de man die gelukkig is dat zijn ‘zachte krachten’ er evengoed worden aanvaard; de broeders en zusters die een logezitting esthetisch ervaren; de vrijmetselaar die een zitting veeleer vanuit een moreel standpunt beleeft, zoals ikzelf.

TIENS?

Allemaal individueel, jazeker. De vrijmetselarij is nu eenmaal “een individuele zoektocht naar individuele zingeving”, zoals de achterplat vermeldt. Waarom dat in de vrijmetselarij anders verloopt en waarom de vrijmetselarij hierin uniek is, valt aan niet-vrijmetselaars, profanen genoemd, moeilijk uit te leggen. De essentie van een initiatie en rituele arbeid, zit per definitie in de beleving ervan. 
Er staan natuurlijk al critici klaar om dit boek een good news show te noemen. Dat is niet zo erg, er zijn nu eenmaal mensen die leven van frustratie, vooroordelen en (liefst andermans) ongeluk. 
Ik kan alleen maar getuigen dat al deze verhalen een inkijk geven in de effectieve beleving van de vrijmetselarij. Wat meer is: een authentieke inkijk van broeders en zusters die zichzelf bekend maken en daar absoluut niets bij te winnen hebben.

Tenzij dat u, vrijmetselaar of niet, na lectuur misschien denkt: tiens!

Eddy Bonte (co-auteur)

Referentie:

“En bewaar het geheim”, red. Rik Pinxten en Jean Swings, ASP, 2016, 200 pp.; €22,95, ook verkrijgbaar bijwww.aspeditions.be, [email protected]. Inleiding door de samenstellers, een getuignis-essay van Karel Boullart, gedichten van Guy Commerman, Lut de Block en René Hooyberghs. Illustraties: Jean Bilquin.

Op een paar Nederlandse bijdragen na, zijn hier Vlaamse vrijmetselaren aan het woord. 
Om het overzicht te bewaren, is het boek handig  ingedeeld in zes thema’s, nl. “Ken jezelf”, “Religiositeit en logos”, “Symbolen, rituelen”, “Reizen, verkennen, menselijke verheffing”, “Polyvalente betekenis van vrijmetselarij” en “Het geheim”. 
De getuigenissen zijn van de hand van: Xaveer De Boeck, Guy Janssens, Daniel Van Ryssel, Jem De Winter, Catherine Ruys, Hugo De Cnodder, Willem Sinninghe Damsté, Michèle Bauwens, Jean Swings, Hedi Amdouni, Hedwig Cleymaet, Marianne Marchand, Willem Verstraaten, Eddy Bonte, Noëlla Seghers, Sylvan Vanlabeke, Erika Vercammen, Jaak Van Schoor, Bert Arnold, Chantal Buyens, Dirk Jacobs, Mark Antrop, René Hooyberghs, Theo Beck, Nadia SIx, Luc Vermeire, Karel Musch en Jean Suwier.

 

- Tekst © Eddy Bonte, redactie per 26 mrt 2016